Tweede Kamerleden zouden geen lid mogen zijn van een politieke partij

14 juli 2023Leestijd: 3 minuten
Tweede Kamer. Foto: ANP / Hollandse hoogte / Peter Hilz

Het grootste probleem in de Tweede Kamer is de dominantie van politieke partijen. Ontneem volksvertegenwoordigers het partijlidmaatschap, schrijft rechtsfilosoof Bart Jansen op EW Podium.

Nu Tweede Kamerleden met hun politieke bouwvak zijn begonnen, is het tijd om te reflecteren op hun toekomst. Niet op hun positie als Kamerlid of op hun persoonlijke kwaliteiten, maar op hun lidmaatschap van een politieke partij.

Partijen spelen een fundamentele rol in democratische besluitvorming en in het functioneren van de democratische rechtsstaat, op dezelfde manier waarop betonrot dat doet in de wapening en het functioneren van een constructie. Een verbod voor Kamerleden op partijlidmaatschap is in het belang van de politiek én in dat van de partijen zelf.

Partijbelang in Tweede Kamer steeds boven het landsbelang

Veel politieke problemen ontstonden doordat Kamerleden partijgebonden zijn. Het Toeslagenschandaal, de Omtzigt-affaire, de dieptepunten in de kabinetsformatie, stuitende YouTube-filmpjes van spoeddebatten, het instellen van een onderzoek naar het coronabeleid, de stikstofcrisis, de asielcrisis – elke keer staat het partijbelang boven het landsbelang.

Diverse politicologische studies wijzen op dit falen van parlementaire vertegenwoordiging. Reden hiervoor is vooral de professionalisering van politici (‘politiek als beroep’) en dat politici aan de leiband lopen van de partij. Het Kamerlid vertegenwoordigt niet het ‘gehele Nederlandse volk’ (artikel 50 van de Grondwet) maar de partij: van volksvertegenwoordiger naar partijvertegenwoordiger.

Loskomen van politieke partijen

Soms wordt er meer interne partijdemocratie geopperd, als remedie tegen deze parlementaire obstipatie. Partijen met interne democratie zouden van onderaf worden kunnen bestuurd, met meer ledenbetrokkenheid. Dit zou weer leiden tot diversiteit aan standpunten en ruimte voor debat en kritiek binnen een partij. Onzin, wijst de praktijk uit. Intern debat en interne verkiezingen leiden zonder uitzondering tot charades waarvan alleen buitenstaanders smullen.

Daarnaast weten we uit de sociologie dat elke partij gedoemd is een organisatie te worden waar een kleine groep mensen de dienst uitmaakt, ongeacht of deze kongsi nu democratisch is of niet. De ‘ijzeren wet van de oligarchie’ regeert. Het probleem is niet het gebrek aan democratie, het probleem is de politieke partij. De remedie is wat de Franse filosoof Jacques Ellul in zijn studie L’illusion politique (1965) ‘departisering’ noemt: het loskomen van politieke partijen.

Leden Tweede Kamer met eigen standpunten, zonder partijdiscipline

Als Kamerleden niet partijgebonden zijn, leidt dit tot parlementaire individualisering. Kamerleden kunnen dan hun eigen standpunten uitdragen, zonder de last van partijdiscipline. Kiezersbelangen worden beter vertegenwoordigd en er komt ruimte voor een grotere verscheidenheid aan maatschappelijke thema’s. Juist deze diversiteit aan thema’s en mensen wordt de kop ingedrukt door rigide structuren die in partijen niet zijn te voorkomen.

Onafhankelijke Kamerleden hebben bovendien meer mogelijkheden om de regering te controleren. Vergeet elke vorm van tegenmacht zolang Kamerleden partijgebonden zijn. Schandalen worden nu eenmaal niet onthuld door Kamerleden die aan de leiband lopen van de partijdiscipline.

Verbod op kartelvorming werkt ook in de politiek

Een verbod voor Kamerleden om zich te committeren aan een politieke partij, is een drastisch maar noodzakelijke grondwettelijke inbreuk tegen de allesoverheersende partijdiscipline. Dit betekent dat ieder Kamerlid een grotere ondersteunende staf moet krijgen, en dat de partijdiscipline staatsrechtelijk aan banden moet. Het mededingingsrecht toont aan dat dit mogelijk is.

Om een gezonde economie te bevorderen, is er op nationaal en Europees niveau een verbod op kartelvorming, een meldingsplicht voor bepaalde concentraties en een verbod op misbruik van een dominante economische positie. Het staatsrecht kan hiervan leren. Politieke partijen zijn niet langer de emancipatoire bewegingen van weleer. Het zijn lobbyclubs die een gezonde democratie in de weg staan.

Partijen blijven relevant, alleen niet in het parlement

Dit betekent niet dat politieke partijen moeten worden gemarginaliseerd, integendeel. Partijen bieden structuur en coördinatie, en ze kunnen een platform blijven of worden voor burgers om politiek actief te zijn. Het zijn fantastische opleidingsinstituties, inclusief de jongerenorganisaties. Partijen kunnen dan debatpartijen worden. Dit maakt het lidmaatschap van een politieke partij een stuk interessanter, gezien de nu verplichte stemnummers op congressen die iets weg hebben van Oost-Europese politiek van voor de val van de Muur.

Kleine kans dat de politiek zichzelf losmaakt van partijen, net zoals de Eerste Kamer zichzelf niet zal afschaffen. A turkey doesn’t vote for Christmas. En toch, al is het maar een principetest. De regering goed en evenwichtig controleren, onrecht door de overheid aan de kaak stellen: dit ging altijd al buiten de partijdiscipline om. En laten dit nu de twee kerntaken van het parlement zijn. Wat daarvan in de weg staat, moet het loodje leggen. Verbied het partijlidmaatschap voor Kamerleden.