Waar blijft de Europese verbeeldingskracht voor klimaatinnovatie?

17 februari 2023Leestijd: 5 minuten
Europees Commissaris Margrethe Vestager. Foto: Valeria Mongelli/ZUMA Press Wire

Amerika trekt honderden miljarden uit voor duurzaamheid. Dit kan innovatieve bedrijven uit Europa lokken. Hoe moet de EU reageren? Formuleer een concrete visie en kijk verder dan subsidieregelingen en beschikbaar kapitaal. Dat schrijft Okke Loman, duurzaamheidsspecialist bij ING, op EW Podium.

Okke Loman (1992) werkt voor ING, waar hij het ESG (Environmental, Social, Governance) product team leidt voor Sustainable Finance. Hij studeerde geschiedenis en filosofie en ondersteunt naast zijn werk social impact startups.
EW Podium publiceert opinies van (veelal beginnende) schrijvers, die vanuit eigen onderzoek, expertise of werkervaring bijdragen aan het debat. De opinies hoeven niet overeen te komen met die van de redactie.

Nog even, en Europa verliest zijn rol als wereldwijde leider in de strijd tegen klimaatverandering. Door de Amerikaanse Inflation Reduction Act (IRA), die omgerekend 340 miljard euro vrijmaakt voor verduurzaming van de Amerikaanse economie, is de kans reëel dat innovatieve klimaatbedrijven op grote schaal uit Europa vertrekken. In reactie komt de Europese Unie met het ‘Green Deal Industrial Plan’. Dat herverdeelt 380 miljard euro aan bestaande fondsen, versoepelt Europese staatssteunregels en versimpelt vergunningsaanvragen voor groene technologie.

Europese leiders gingen vrijdag met ongemak uit elkaar

Maar het schuurt binnen de EU. Paardenmiddelen als subsidies en fiscale voordelen, zoals in de IRA, zijn in Europa niet makkelijk nationaal inzetbaar. Europa hanteert strenge staatssteunregels, die scheefgroei tussen landen voorkomt en hen onderling concurrerend houdt. Zo waren Duitsland en Frankrijk tijdens corona, toen de regels tijdelijk soepeler waren, verantwoordelijk voor 77 procent van alle staatssteun in Europa.

Daarom werd tijdens de EU-top van vrijdag 10 februari gepleit voor een nieuwe collectieve geldpot die eerlijk moet worden verdeeld onder de EU-leden. Maar landen als Nederland voelen niets voor een nieuwe herverdeling van kapitaal waar zij disproportioneel veel aan moeten bijdragen. Bovendien zijn de al beschikbare Europese groene potjes net zo groot als de IRA-pot. Alleen kent Europa een gebrek aan effectiviteit om dat kapitaal op de juiste plek terecht te laten komen.

En zo gingen de leiders op de EU-top van 10 februari ongemakkelijk uit elkaar. De verwijzing naar een nieuwe geldpot werd uit de slotverklaring gehaald. Toch blijft de Europese Commissie voornemens om tegen de zomer met een nieuw EU-fonds te komen. En dus dreigt er, net als tijdens eerdere Europese crises, een patstelling tussen landen over nieuwe gezamenlijke fondsen.

Alleen met geld smijten is niet de oplossing

Europa moet niet vasthouden aan deze continentale splijtzwam. Met alleen geld smijten komen we er niet. Daar is Europa te complex voor. En bovendien kunnen de Verenigde Staten dat veel beter. Europa moet verder kijken, naar de staat van ondernemerschap en innovatie in de EU. De kans ligt er om deze grondig te hervormen, op basis van onze eigen kracht. Het gaat hier niet om de vraag ‘Hoe willen wij geld verdelen?’, maar om meer fundamentele vragen als ‘Wat willen wij bereiken met klimaatinnovatie, en hoe willen wij dat doen?’

Een Europese visie op klimaatinnovatie moet een blauwdruk zijn voor de toekomst, gericht op verschillende sectoren zoals hernieuwbare energie, batterijopslag en de voedselindustrie. Wat zijn onze concrete doelen? En hoe behalen we die? Dit alles moet verder gaan dan het overkoepelende 2030-doel van 55 procent emissiereductie ten opzichte van 1990.

Tijd voor duidelijke Europese missie

In het wilde weg innoveren, met de naïeve hoop dat er dan vanzelf wel wat uitkomt, is een kansloos achterhaald idee. Het is tijd voor duidelijke Europese missies, opgezet en uitgevoerd door een combinatie van (lokale) overheden, kennisinstituten, ondernemers en private financiers. En het liefst ingezet door een overheid die concrete vraagstukken formuleert.

Zo’n visie ontbreekt nog. Dat gaat ten koste van bedrijven die met een gedurfd idee het verschil kunnen maken. Zo hebben grote bedrijven een veel grotere kans op Europese innovatiesubsidies. Het ‘EU Innovation Fund’ honoreerde slechts 7 van de 311 aanvragen voor het 2020-cohort, allemaal van grote bedrijven die zich vooral richten op ‘carbon capture and storage’ en niet op nieuwe technologie die uitstoot voorkomt.

Kijk voorbij het beschikbare kapitaal

Een visie betekent ook dat Brussel moet kijken naar meer innovatiefactoren dan het beschikbare kapitaal. Subsidies en fiscale kortingen zijn niet de enige reden waarom bedrijven kiezen voor een vestigingsplaats.

Onlangs riep Eurocommissaris Margrethe Vestager (Mededinging) Europa op om met verbeeldingskracht te zoeken naar nieuwe oplossingen. Ze stelt voor om de EU mee te laten investeren in het aandelenkapitaal van groene start-ups, en zo het gebrek aan durfkapitaal in Europa aan te pakken. Een goed begin.

Maar kijk ook naar economische factoren. Zoals het stimuleren van de koopkracht van de bevolking, gericht op duurzame producten. Maak het makkelijker voor private investeerders om flexibel over het hele continent actief te zijn. Een veelgehoorde klacht vanuit ‘venture capital’ is dat dit nu niet mogelijk is. Kanaliseer kapitaalmarkten en versimpel de regelgeving.

Infrastructuur en educatie

Kijk ook naar de kwaliteit van onze (digitale) infrastructuur. ING-hoofdeconoom Marieke Blom wees in Het Financieele Dagblad op de noodzaak om meer geld hiervoor vrij te maken. Er zijn Europese landen die tekort schieten in investeringen in bijvoorbeeld energienetwerken of waterstofnetten.

Een derde factor van belang is educatie in maatschappelijk ondernemerschap. Stimuleer meer jonge mensen om het risico te nemen met een radicaal idee de wereld te verbeteren. Ons stevige sociale vangnet kan een fundament vormen.

Uiteraard kan hiertegen worden ingebracht dat Europa al veel doet en dat de bovengenoemde factoren te vaag blijven. Juist daarom moet Europa een concrete visie formuleren, met meetbare doelen.

De tijd om te handelen is nu

Het zou naïef zijn van Europa om, in navolging van de IRA in Amerika, lik-op-stukbeleid op te tuigen. Dan nemen we onnodige risico’s voor onze interne markt. Klimaatinnovatie in Europa heeft een overkoepelende visie nodig, die wordt onderbouwd met concrete doelen voor de verschillende investeringsfactoren. En dit alles binnen een overzichtelijke bureaucratische context.

Van oudsher durft de EU dat niet, om ogenschijnlijke bemoeizucht met nationale zaken. Bovendien zijn nationale regeringen krampachtig: het gaat hier om langetermijnprojecten die meerdere verkiezingen moeten overleven. Maar de tijd om te handelen is nu. Alleen met dat beetje lef kunnen wij onze leiderschapspositie behouden.