Terwijl overal het wantrouwen toeneemt, blijven structurele democratische vernieuwingen uit. En blijven mensen zich ‘ongehoord’ voelen. Deze demofobie is veel schadelijker dan de burger serieus nemen, schrijft historicus Gert Jan Geling op EW Podium.
We leven in een tijd van een groeiend onbehagen. Veel Nederlanders zijn somber over de kant die het opgaat met ons land, zo blijkt uit onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). Ruim 60 procent van de bevolking vindt dat het de verkeerde kant op gaat met het land. Nog maar 25 procent heeft vertrouwen in de politiek. Er is sprake van een groeiend wantrouwen in de samenleving jegens de politiek en overheid. Van toenemend complot- en anti-overheidsextremisme en van een grote groep die zich ongehoord voelt.
Reactie op wantrouwen wakkert wantrouwen aan
De reactie op dit wantrouwen van politiek en overheid wakkert vooral het wantrouwen aan. AIVD en NCTV zijn complot- en anti-overheidsextremisme als een groeiende bedreiging voor de democratische rechtsorde gaan zien die repressief moet worden aangepakt. De NPO wil Ongehoord Nederland haar vergunning afnemen omdat de omroep de journalistieke codes heeft overschreden. Ministeries zijn bezig om actief desinformatie en nepnieuws te verspreiden. Op zich allemaal ontwikkelingen die prima te billijken zijn.
Maar wat er ontbreekt is de aanpak van de kern van waar het hierover gaat, namelijk het wantrouwen dat zich nestelt in onze samenleving, en de groeiende groep die zich ongehoord voelt door de mainstream en daarom naar alternatieven zoekt die hen wel horen. Er wordt veel gezegd en geschreven over deze groep, maar er is maar weinig aandacht voor de beweegredenen waarom mensen eigenlijk afhaken.
Meer onbehagen bij gevoel ongehoord te zijn
Het SCP heeft zich wel verdiept in wat deze groep beweegt. In zijn onderzoek stelt het dan ook dat mensen die sterker het gevoel hebben dat politici onvoldoende naar hen luisteren, meer maatschappelijk onbehagen kennen. Om dit onbehagen tegen te gaan, is het volgens het SCP daarom juist belangrijk dat deze groep burgers zich beter gehoord voelt en dat zij de keuzes die het kabinet maakt kan begrijpen.
Cruciaal daarbij is het meer betrekken van burgers bij het nemen van besluiten, wat kan zorgen voor meer begrip voor de gemaakte keuzes. Oftewel: een meer inclusieve manier van democratie bedrijven, middels burgerberaden en referenda.
Naar een meer inclusieve democratie
Democratische vernieuwing en met name referenda bevinden zich al jaren in het politieke verdomhoekje in Nederland. Sinds het raadgevend referendum is afgeschaft, is hier geen enkel ander instrument van democratische inspraak voor teruggekomen. En een deel van de verklaring van de onvrede die veel burgers nu ervaren ligt hierin: het gevoel dat hun zeggenschap is ontnomen en dat er niet iets anders voor in de plaats is gekomen.
Uit onderzoek blijkt dat burgers best bereid zijn zich neer te leggen bij besluiten die voor hen minder gunstig zijn als zij voldoende worden gehoord. Of in elk geval dat zij het gevoel hebben dat er naar hen wordt geluisterd. Krijgen zij dit gevoel niet, dan worden zij de ongehoorden.
Ondemocratische weerstand tegen ondemocratische politiek
Niet verwonderlijk is het daarom dat het vooral burgers uit plattelandsgemeente jn, uit die delen van het land die relatief minder goed vertegenwoordigd zijn, waar men het meeste onbehagen ervaart, en niet zozeer in de grote steden. Onderzoek naar wantrouwen jegens politiek en overheid laat zien dat deze groep burgers ervaart dat ze onzichtbaar zijn voor diezelfde politiek en overheid. En wanneer burgers het gevoel krijgen dat zaken aan hen worden opgelegd zonder dat zij hierover zeggenschap hebben, ervaren zij het handelen van de overheid als ondemocratisch.
De weerstand tegen de politiek en overheid kan dan vervolgens ook ondemocratische vormen aannemen. De enige juiste reactie hierop van politiek en overheid is daarom méér democratie, en méér zeggenschap bieden. Durf burgers daadwerkelijk te betrekken bij soms fundamentele besluitvorming, en durf je ook neer te leggen bij de keuzes die zij maken. Politiek houdt immers soms ook het risico van teleurstellingen in. Als gevolg van referenda en andere vormen van directe inspraak kunnen burgers soms de verkeerde keuzes maken. Maar laten we wel wezen. Die maken de politiek en overheid nu geregeld óók. Maar dan zonder dat burgers het gevoel hebben dat zij hierbij betrokken zijn, of zelfs menen dat deze keuzes tegen het gericht zijn.
Pas op voor demofobie: de angst voor het volk
We moeten daarom waken voor demofobie, de angst voor de wil van het volk, die te lang het debat over referenda in Nederland heeft gegijzeld. We zijn het aan onszelf verplicht om ook afgehaakt Nederland, de Nederlander die zich ongehoord voelt, weer aan te laten haken. Daarom is het nu tijd om eindelijk eens echt werk te maken van democratische vernieuwing in dit land. Er ligt al een wet voor het mogelijk maken van een bindend referendum die recent voor het eerst door de Tweede Kamer is gekomen. Zet deze door.
Implementeer daarnaast nu eens eindelijk de voorstellen waar de Staatscommissie Parlementair Stelsen mee kwam. En durf te experimenteren met burgerberaden en andere vormen van inspraak. Geef burgers de kans om nu eens echt deel te nemen aan de besluitvorming, om zo de broodnodige verbouwing van het Huis van Thorbecke uit te kunnen voeren, maar ook om de voedingsbodem voor het groeiende wantrouwen en onbehagen van ongehoord Nederland nu eindelijk eens fundamenteel aan te kunnen pakken.