De ongepaste opmerking van Eurocommissaris Frans Timmermans over een dodelijk slachtoffer van de storm Poly was de druppel. Ondernemer Diederik Heinink is nu definitief klimaatmoe, schrijft hij op EW Podium.
Ze zeggen dat ieder persoon voor alles een zekere tolerantie heeft. Het moment waarop een zekere moeheid optreedt als je nog meer berichten en plannen over dat onderwerp opgedrongen krijgt als absolute waarheid. Opgedrongen, omdat er geen manier is om ze te ontwijken. Ze komen namelijk via allerlei kanalen en in volle intensiteit op je af. Als een zomerstorm.
Frans Timmermans was de druppel: ik ben klimaatmoe
Met betrekking tot het klimaat heb ik die grens inmiddels bereikt. De storm Poly was de druppel. Of eigenlijk: Frans Timmermans (PvdA). De Eurocommissaris heeft zich nu officieel in het rijtje geschaard van tweedehands autoverkopers en Indiase polaroidfotografen in Amsterdamse eetcafés. Ze blijven komen, ook al zeg je altijd ‘nee’.
Timmermans gaat nog een stapje verder: hij gooit er ook nog schaamteloos een stuk vals sentiment bovenop. Hij deed het met MH17, en nu ook met Poly. Dodelijke slachtoffers gebruiken om z’n agenda te pushen. De herdenkingsdag van klimaatslachtoffers – een even schaamteloos idee – zal hij binnenkort dus wel weer opbrengen. Je hoopt toch dat iemand zo’n man eens wat vaker feedback geeft.
Het was de druppel. Ik ben klimaatmoe. Dat geldt niet voor iedereen. Veel mensen hebben immers een narratief nodig. Iets om hun dagelijks leven aan op te hangen. Yuval Noah Harari beschrijft het mooi in Homo Deus. Mensen geloven graag dat we een ziel hebben, ook al is dat volgens de evolutietheorie volkomen onmogelijk. Daarmee hou je in elk geval de optie op een eeuwig leven open. Een vorm van religie dus.
Meegaan in de klimaatreligie is als hulp aan Afrika
Niet meegaan in klimaatreligie heeft niets met klimaatontkenning te maken. Er wel in meegaan is simpelweg het verstand uitschakelen. De missionarissen op hun beurt blijven drammen, totdat bij sommigen het geduld opraakt.
Het lijkt op de hongersnoden in Afrika in de jaren negentig. Het Westen moest bijspringen. Een normale medemenselijke daad, waar niemand wat tegenin kon of wilde brengen. De hongersnoden bleven – niemand zal de ernst ontkennen – terwijl het Westen economisch doorstoomde.
Wat ook bleef, waren de talrijke fondsenwervingsacties op tv, aan de deur en bij de supermarkt. Bij de derde of negende keer werd de vrijgevigheid al minder. Langzaam trad het op: Afrikamoeheid. Dat jongeren niet voor hun pensioen sparen – het lijkt een bizarre vergelijking met honger in Afrika – is hetzelfde principe. Het is moeilijk om langere tijd iets vol te houden als je het zelf niet ervaart of er niet in gelooft. Zo werkt het brein nou eenmaal.
Gevoel van urgentie is nodig om in beweging te komen
De mens denkt in eerste instantie op de korte termijn, dichtbij, vanuit het eigenbelang en vooral: de eigen portemonnee. We moeten urgentie voelen. Voelen mensen dat niet, dan kun je hoog of laag springen, er zal uiteindelijk weinig gebeuren. Die urgentie kun je gedurende korte tijd bij mensen opwekken, maar ebt weg als het door hen niet dichtbij is of echt gevoeld wordt. Bij de meeste mensen althans.
Met de opwarming van die aarde is het niet anders. (Van een klimaatwetenschapper heb ik geleerd de term ‘klimaatverandering’ niet meer te gebruiken: het klimaat verandert immers continu.) De aarde wordt warmer, de zeespiegel stijgt al heel lang enigszins, maar polders stromen nog niet structureel onder en in Sevilla kun je nog steeds wonen.
Onze klimaatminister en ook Frans Timmermans moeten de urgentie dus opwekken en doen dat als op hol geslagen windmolens. Met man en macht en vooral met veel getallen (desnoods met veel cijfers achter de komma) over een eventuele toekomst een paar decennia weg. ‘De tijd is bijna op.’ Ze moeten er immers miljarden doorheen krijgen.
Lees ook het interview met Frans Timmermans: ‘Het enige wat we ons niet kunnen veroorloven, is wanhoop’
Koude rillingen van het lef van Rob Jetten
Nog nooit is de toekomst met zoveel zekerheid voorspeld als wanneer het om klimaatbeleid gaat. Klimaatminister Rob Jetten (D66) is zelfs bereid om onze zorgvuldig opgebouwde democratische staat er voor om te bouwen tot een soort planeconomie. Nederland lijkt steeds meer op Singapore, zeker met het plan van Jetten. Een centraal geleide democratie heet het daar netjes. Een ‘ongebruikelijk dominante overheid’ durfde Jetten zelfs te claimen. Lef kun je de minister niet ontzeggen. Om koude rillingen van te krijgen.
Zowel in Nederland als in Europa is nog wat tegenwind. Of de plannen er helemaal doorheen komen, valt nog te bezien. Het zal in elk geval in afgezwakte vorm zijn. Dergelijke extreme denkbeelden hebben een voordeel: nog voordat de urgentie begint weg te ebben en de echte klimaatmoeheid bij mensen intreedt, krijgen we nog een extra injectie klimaatadrenaline die een toekomstbeeld toont dat we liever niet zien.
Een historische vergissing
Het zal u hopelijk niet ontgaan zijn: er wordt op dit moment geschiedenis geschreven. Dat betekent scherp blijven. Dat er iets moet gebeuren, snappen we allemaal. We zullen straks waarschijnlijk plekken op aarde moeten verlaten. Maar het zou een historische vergissing zijn als we nu alle ratio uitschakelen. Die ratio – een prachtige eigenschap van de mens – wel gebruiken, brengt ons op de route van verantwoord stappen zetten, met de juiste hoeveelheid middelen verdeeld over een gezonde mix van energietransitie, klimaatadaptatie en gedragsaanpassing.
En alstublieft zonder grote emotionele betogen. Mijn klimaatpsycholoog bevestigde vorige week dat ik op de grens zat. Ze zei: ‘U bent gewoon een beetje moe. Klimaatmoe.’ Ik ben dus een weekje naar de Veluwe gegaan. De komende tien dagen kijk ik alleen nog maar naar de Tour de France.