In plaats van mini-debatjes met alleen ruimte voor oneliners, moet de NPO in aanloop naar 22 november serieus uitpakken. Bijvoorbeeld met een tiental inhoudelijke verkiezingsdebatten van elk drie uur lang. Dat schrijft journalist Benno de Jongh op EW Podium.
Een kleine drie maanden voor de verkiezingen kan je geen krant openslaan, geen tweet lezen en geen tv-programma bekijken of je hoort een politicus zeggen: ‘Ik hoop dat deze verkiezingen over de inhoud gaan.’
Ook de kiezer lijkt meer dan ooit te snakken naar debatten met ruimte voor daadwerkelijke uitwisseling van ideeën. Des te treuriger dat degene die dat debat zou moeten faciliteren, de Nederlandse Publieke Omroep (NPO), niet thuis geeft. Verdiepende verkiezingsdebatten waren de afgelopen decennia zelden op tv te zien. En ze zullen in aanloop naar 22 november vermoedelijk opnieuw ontbreken.
Politieke programma’s halen het niet bij grote verkiezingsdebatten
De NPO zelf zal het hiermee hartgrondig oneens zijn. Er is toch een breed spectrum aan tv-programma’s die aandacht aan politiek besteden? Nieuwsuur in de rol van aanklager, EenVandaag als thermometer, Op1 in de rol van discussie- en stamtafel en De Avondshow met Arjen Lubach als de nar met serieuze ondertoon.
Deze programma’s hebben ontegenzeggelijk een bepaalde kwaliteit en functie. Maar hun belang haalt het niet bij dat van de grote debatten, waar bij uitstek de persoonlijkheid van een politicus wordt verenigd met diens ideeën en bovendien de verhouding tot andere politieke partijen zichtbaar wordt.
Mini-debatjes met voorgekookte oneliners
Daar gaat het ook direct mis, want dankzij de strakke formats worden de lijsttrekkers in mini-debatjes gedwongen om met voorgekookte oneliners oplossingen voor complexe onderwerpen uit te spuwen. Of elkaar met doorzichtige debattrucjes – bijna hijgend vanwege het gebrek aan spreektijd – vliegen af te vangen. Dit leidt tot geringe informatiedichtheid en een lelijke voorstelling van de politiek.
Er klonk veel kritiek toen Jeroen Pauw in aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen het Linksom of Rechtsom-debat organiseerde, waarin VVD’ers Mark Rutte en Edith Schippers de degens kruisten met Attje Kuiken (PvdA) en Jesse Klaver (GroenLinks). Andere politieke partijen baalden dat omroep BNNVARA meeging in het frame van een tweestrijd, die vooral werd ingestoken door de mannetjesmakers van de VVD.
Pauw verdedigde zich door te stellen dat de andere tv-debatten meestal in gekakel verzanden en er in zijn format tenminste ruimte was voor een heldere tegenstelling. Zijn analyse was correct, alleen was zijn oplossing een typisch Hilversumse. Want op de burelen van het Mediapark heerst het hardnekkige idee dat de kijker, ofwel de kiezer, iemand is bij wie slechts met moeite interesse voor politiek aangewakkerd en vastgehouden kan worden.
Organiseer een tiental verkiezingsdebatten van elk drie uur lang
NPO, doe eens volwassen. Organiseer in de twee weken voorafgaand aan de verkiezingen een tiental grote debatten over belangrijke onderwerpen. Die zijn er genoeg. Denk aan immigratie, wonen, zorg, onderwijs, bestuurscultuur, klimaat, cultuur, economie, buitenland en veiligheid. Neem drie uur voor zo’n debat, verdeeld in drie deelonderwerpen.
De regels zijn simpel. De zes grootste partijen in de peilingen schuiven aan. Elke partij mag zelf een kandidaat afvaardigen, zolang die maar op de kieslijst staat. Alle acht grote omroepen organiseren ten minste elk één debat. Er wordt van te voren niet onderhandeld met spindoctors en er worden geen vragen gelekt. Verder geen grappige filmpjes, geen rode en groene knoppen, geen vakantiefoto’s, geen factcheckers, geen gedoe. Gewoon een rustig debat onder leiding van een kundige gespreksleider.
Dan zapt er eens iemand weg, nou en?
Het thema ‘onderwijs’ kan bijvoorbeeld worden onderverdeeld in een uur basisonderwijs, een uur middelbaar onderwijs en een uur hoger onderwijs. Wie denkt dat over het basisonderwijs geen inhoudelijk interessante discussie van een uur lang valt te voeren, moet dat maar eens zeggen tegen ouders van wie de kinderen voor de zoveelste week op rij naar huis zijn gestuurd wegens een gebrek aan leerkrachten. Of tegen de leerkrachten zelf.
Natuurlijk, de debatten zullen af en toe saai zijn. Dan zapt er eens iemand weg. Nou en? Daar staan vele maatschappelijke voordelen tegenover. Het is een mooie manier om de nieuwe Tweede Kamerleden te leren kennen. Politieke partijen nemen al debatterend een voorschot op de onderhandelingen, met als mogelijk gevolg dat die een stuk soepeler verlopen. Extremisme, opportunisme en oppervlakkigheid worden in een lang debat eerder doorgeprikt, want met oneliners alleen kom je er niet.
De kijkcijfers zouden de NPO nog weleens kunnen verrassen
Het is hoog tijd dat de NPO de eigen rol in het maatschappelijk debat serieus neemt. De kijker kan heus wel twee weken zonder De rijdende rechter, De gevaarlijkste wegen en De slimste mens. De studio’s, de lampen, de decors, alles staat gereed. De presentatoren en de redacties zijn er klaar voor. Net als de politici en de rest van het land.
Bespaar politici en geïnteresseerde kiezers de gang door de novemberregen naar zweterige achterafzaaltjes, de enige plek waar de laatste jaren soms nog wel inhoudelijke verkiezingsdebatten worden gevoerd.
Mocht de NPO zijn taak in de aanloop van deze verkiezingen wederom verzuimen, dan kan John de Mol wellicht in dat gat springen. Want de kiezer is meer dan ooit geïnteresseerd in de toekomstplannen van politiek Den Haag. De kijkcijfers zouden de NPO nog weleens kunnen verrassen.