Scholen zouden helemaal niet naar ouders moeten luisteren

01 september 2023Leestijd: 4 minuten
Kinderen komen samen met hun ouders aan bij basisschool OBS de Toermalijn in Cothen. Foto: ANP RAMON VAN FLYMEN

Ouders hebben helemaal niet altijd het beste met hun kinderen voor. Scholen moeten niet langer naar hen luisteren, schrijft docent Eric van der Plicht op EW Podium.

Volgens veel onderwijsprofessionals moeten ouders zoveel mogelijk betrokken worden bij het onderwijsproces van hun kind. De ‘pedagogische driehoek’ is hierbij het uitgangspunt. Deze driehoek houdt in dat de docent (of school) en ouders zich ondergeschikt maken aan de leerling. De leerling staat centraal, en ouders en school bepalen gezamenlijk wat het beste is voor het kind.

Maar er is een probleem: ouders willen vaak niet het beste voor hun kind, en scholen zijn bang voor reputatieschade. De grillen van ouders bepalen het handelen van scholen. Scholen moeten zich bevrijden van het regime van klagende ouders, en zelfstandig bepalen wat het beste is voor leerlingen.

Ongeschikt voor hbo, toch gaat vader naar de rechter

Een sprekende casus is de situatie van Senna, die met haar vader haar school voor de rechter sleepte omdat ze ‘op eentiende is gezakt’ voor haar eindexamen havo. Ieder weldenkend mens weet dat een leerling niet zakt op één cijfer, maar op een reeks cijfers over meerdere jaren. Ook is het maar de vraag of een leerling geschikt is voor het hbo als deze niet meer dan een 5,5 gemiddeld haalt voor de centrale examens. Toch probeert vader via de rechter een diploma af te dwingen.

Deze casus laat zien dat ouders niet altijd het beste willen voor hun kind. Want wat zou het beste zijn voor Senna? Allereerst niet een vader die via de rechter een diploma probeert te regelen. Hiermee impliceert de vader dat de beslissingen van de school en docenten ‘ook maar een mening’ zijn, en zo nodig via een alternatieve weg te omzeilen zijn. Maar het probleem begint eerder. De vader lijkt zich niet af te vragen waarom Senna op eentiende is gezakt.

Iedere leerling met havo-capaciteiten kan, met inzet, gemiddeld makkelijk een 5,5 voor het centraal examen halen. Dat dit Senna niet is gelukt, kan twee oorzaken hebben. (1) Senna hoort niet op de havo thuis omdat ze boven haar niveau zit. Of (2) Senna hoort wel op de havo thuis, maar heeft zich de afgelopen jaren niet genoeg ingezet.

De vader gaat voorbij aan deze oorzaken en denkt alleen maar: er moet en zal een diploma komen. Niet door Senna’s eigen capaciteiten of inzet, maar door dit via de rechter af te dwingen. De vader heeft niet het beste voor met Senna, die niet is geholpen door op deze manier aan een diploma te komen.

Ouders gedragen zich als klanten, want zo zien scholen hen ook

Deze casus is een sprekend voorbeeld van mijn ervaringen als docent. Vooral op het vwo zie ik vaak ouders die willen dat hun kind hoe dan ook het vwo haalt. Ook als het kind het niet kan of eigenlijk niet wil. Deze groep ouders mailt of belt geregeld met klachten over docenten, opdrachten, procedures, handelingswijzen, opmerkingen die wel of niet zouden zijn gemaakt, moeilijkheid van de toetsen, en ga zo maar door. Niet om het beste voor hun kind, maar puur uit opportunisme. Deze ouders weten ook: klagen helpt. Scholen denken dat een officiële klacht vanuit ouders het ergste is wat hen kan overkomen.

Zelf maakte ik onlangs de opmerking naar ouders dat hun kind meer op de havo dan op het vwo thuishoort. De ouders dreigden vervolgens een advocaat in te schakelen. Ook dachten ze na over het indienen van een officiële klacht. Vanuit het management moest dit met man en macht worden voorkomen. De reden? Ouders en leerlingen zijn ‘onze klant’, en wij moeten hen tevreden houden.

In deze gedachtegang is een slechte reputatie funest. Om de klacht voor te zijn, werd een ellenlang gesprek gevoerd om dit ‘probleem’ op te lossen, zonder veel resultaat. Verder waren er geen gevolgen. De leerling was bevorderd naar het volgend schooljaar. Klagen hoefde niet meer. Maar de school – en ik als docent – was er wel uren aan kwijt.

Klagen helpt, scholen zijn bang voor hun reputatie

Dit alles komt omdat scholen ouders veel te serieus nemen. En dat komt weer omdat directies van scholen er in hun naïviteit vanuit gaan dat ouders het beste willen voor hun kind. Maar wat ouders willen – hoe dan ook een zo hoog mogelijk diploma halen – is niet het beste voor de leerling, docenten, de school en de maatschappij. Het ideaal van de pedagogische driehoek moet worden losgelaten. Scholen moeten zelf bepalen wat het beste is voor de leerling, zonder tussenkomst van wie dan ook.

Helaas zijn scholen erg bang voor reputatieschade. Een slechte reputatie levert ‘minder klanten’ op, is het idee. Senna en haar vader kregen daarom hun zin. Tijdens de rechtszaak is besloten dat de twee correctoren van het centraal examen waar Senna eentiende punt tekortkwam, opnieuw om de tafel gaan zitten. Deze belachelijke oplossing is niet eens aangedragen door de rechter, maar door de school zelf.

Zo zie je maar: zoveel mogelijk conflict vermijden met ouders en geklaag serieus nemen, werkt averechts op de lange termijn. Want als eentiende schaap over de dam is, dan volgt de rest.