Systeemkritiek is in de mode. Dat kan ertoe leiden dat burgers de overheid als vijand zien, schrijft historicus Martijn Hollinger op EW Podium.
Ongeveer tien jaar geleden stelde Time Magazine een lijst samen van de honderd meest invloedrijke figuren uit de geschiedenis. De lijst werd vanzelfsprekend aangevoerd door befaamde staatshoofden en stichters van religies. Trendsetters met idealen die overheersend werden en richting gaven aan de beschaving waartoe ze behoorden.
Of hun bijdragen tijdloos waren, is een oordeel dat elke generatie opnieuw velt. Was Napoleon Bonaparte, tweede op de lijst, inderdaad de Franse Revolutie in eigen persoon (zoals hij het zelf verwoordde), die de verworvenheden van de nieuwe tijd beschermde tegen de krachten van het ancien régime? Daarover valt te discussiëren.
Wie de moraal bepaalt, regeert
De geschiedenis leert dat de verdeling van de macht nauw samenhangt met de heersende moraal. Die moraal is een narratief dat meebeweegt met de tijdgeest, en is dus altijd veranderlijk. In onze westerse democratieën lijkt systeemkritiek steeds meer de inzet van machtsstrijd.
Daarbij tekent zich een eigenaardige fenomeen af. Burgers en politici lijken zich soms te verenigen in hun aanklacht tegen de overheid. Maar wanneer deze politici aan de macht komen en het niet lukt om de geagendeerde problemen voldoende te verhelpen, dan bijt de democratie zichzelf in de staart door te ontaarden in een populisme dat zich steeds meer afzet van het systeem. Zie het trumpisme in de Verenigde Staten.
Niets nieuws onder de zon. Volgens de Duitse socioloog Max Weber (1864-1920) is deze dynamiek eigen aan democratieën, waarin langetermijndenken ondergeschikt. Omdat politici een mandaat moeten verkrijgen van het volk, proberen ze te voldoen aan de emotie. En datgene waar ze zich het meeste voor inzetten, vergroten ze uit om te winnen van de concurrentie. Soms terecht, soms niet.
Politici en partijen hebben er belang bij om zichzelf in stand te houden. Wie slaagt het beste erin het narratief te bepalen en de focus van de maatschappij in hun voordeel te verleggen? Die behaalt het grootste mandaat, en bepaalt dus het beleid.
Gecultiveerd slachtofferschap en populisme pur sang
Wie zegt zich te willen ontfermen over de minderbedeelden of structureel benadeelden, heeft per definitie gelijk en is daarmee moreel superieur aan de concurrent. Als politici mede om deze reden het slachtofferschap van grote groepen cultiveren, het oude bestuur aanklagen en dingen naar de stem van mensen die ze beloven te gaan vertegenwoordigen, dan is dit populisme pur sang.
De meeste partijen zijn ooit op deze manier begonnen. Dat zorgt voor een essentiële verversing binnen de democratie. Maar de verzoening tussen overheid en burgers mislukt als de grote beloftes niet kunnen worden waargemaakt, en het niet voldoende blijkt dat er afscheid is genomen van de ambtenaren en bewindslieden die voor het overheidsfalen verantwoordelijk waren.
Als burgers zichzelf blijven beschouwen als slachtoffers van de overheid, zal de woede zich richten op de politiek in het algemeen en, uiteindelijk, op de staat. Deze dynamiek brengt politieke systemen ten val. De democratische rechtsstaat een systemisch falen verwijten, is een op termijn buitengewoon gevaarlijke tactiek. Het narratief kan een eigen leven gaan leiden, en niet meer onder controle worden gebracht door de politici die het hebben geagendeerd. Het is te hopen dat de nieuwe generatie politici de beloofde verzoening tussen overheid en burgers daadwerkelijk tot stand weet te brengen.