Vertrouw op fossiele brandstoffen en op de vindingrijkheid van de mens

Het bedrijf Chemours uit Dordrecht, een van de vijf grootste uitstoters van Nederland. Foto: ANP/Hans van Rhoon

De discussie over klimaatverandering moet niet gaan over het kostenplaatje, maar over een realistische kijk op fossiele brandstoffen. En over vertrouwen in de vindingrijkheid van de mens, schrijft libertariër Imre Wessels op EW Podium.

De klimaatcrisis ligt achter ons. Gedurende het overgrote deel van de menselijke geschiedenis maakten droogte, vloed, stormen en andere rampen het verschil tussen leven en dood. De wereldbevolking groeide langzaam. Bescheiden innovaties in de landbouw werden snel teniet gedaan door een groeiende bevolking en resulterende hongersnoden.

Dit veranderde met de industriële revolutie. Fossiele brandstoffen konden machines voeden die de mens veel productiever maakten. Die enorme toename in productiviteit kwam met een toename in welvaart en welzijn. Vóór de industriële revolutie leefde vrijwel iedereen in extreme armoede. Dat daalde naar 40 procent van de wereldbevolking in 1980 en is inmiddels minder dan 10 procent.

Aantal doden door klimaatrampen is juist enorm afgenomen

Fossiele brandstoffen hebben ons niet alleen rijker gemaakt. Het stoken van kolen, gas en olie zorgt ook dat we minder kwetsbaar zijn voor klimaatrampen. Dat zien we ook als we kijken naar aantal mensen dat omkomt in klimaatrampen. Dat is met 98 procent afgenomen over de laatste eeuw. Irrigatie, dijken, airconditioning, waarschuwingssystemen voor stormen, verwarming en stuwdammen zijn mogelijk dankzij fossiele brandstoffen.

Lees hieronder verder

Ondanks dat het beter gaat met de mensheid dan ooit tevoren horen we van klimaatalarmisten zoals Extinction Rebellion (XR) dat het einde nabij is. Op haar website schrijft XR dat biodiversiteit afneemt, oogsten mislukken, en dat sociale en ecologische systemen omvallen. Massale uitsterving dreigt.

Massale uitsterving dreigt alleen als klimaatalarmisten hun zin krijgen

Maar zo’n massale uitsterving gaat alleen gebeuren als we het advies van klimaatalarmisten opvolgen. Acht miljard mensen kunnen alleen eten, omdat we gebruikmaken van fossiele brandstoffen. En de mensen die een wereld zonder fossiele brandstoffen overleven, zullen massaal bossen moeten kappen omdat er veel meer landbouwgrond nodig is zonder tractoren, kunstmest en pesticiden.

Het omgekeerde is gaande. De grond die nodig is voor de agrarische sector is amper toegenomen de laatste decennia, ondanks dat de wereldbevolking wel toenam. Dat komt doordat we steeds meer voedsel weten te produceren op minder grond. Fossiele brandstoffen voeden machines waardoor er slechts twee mensen in de agrarische sector hoeven te werken om honderd mensen te voeden. Ook leeft inmiddels meer dan de helft van de wereldbevolking in steden, waardoor er meer ruimte is voor andere diersoorten.

Er is alleen aandacht voor de negatieve impact van fossiele brandstoffen. Terwijl klimaatalarmisten roepen dat we de wereld moeten redden, vragen hun critici zich af hoeveel dat wel niet mag kosten.

Libertariërs staan voor een andere klimaatethiek

Als we alleen kunnen muggenziften over het kostenplaatje, dan hebben we het debat al verloren. Er is een ethisch raamwerk nodig om te beoordelen wat gaande is. Voor de klimaatalarmisten is dat een ethisch raamwerk waarin mensen geen impact hebben op de aarde. Daarom willen zij de broeikasgasemissies naar nul halen. Want dan kunnen we weer leven zoals voor de industriële revolutie: een wereld waarin het onmogelijk is om acht miljard mensen te voeden. ‘Anti-impact’ als ethisch raamwerk is anti-mensheid.

Libertariërs hebben een ander ethisch raamwerk. Zij zien vrijheid als hoogste politieke doel, waarbij vrijheid is gedefinieerd als de afwezigheid van (overheids)dwang. Libertariërs omarmen dit principe, omdat dwang immoreel is. Maar ook omdat vrijheid beter is voor welvaart en welzijn dan onvrijheid. Een libertarisch moreel raamwerk is daarom pro-mensheid.

De enige bron die oneindig is: menselijke vindingrijkheid

De toename van globale temperaturen kan zorgwekkend overkomen als we alleen kijken naar de afgelopen 200 jaar. Maar als we onze blik verruimen naar de afgelopen 60, 250 of 500 miljoen jaar, dan was het veel warmer op aarde. Gedurende het overgrote deel van die tijd was er geen permanent ijs op de polen. Wat is de optimale temperatuur voor leven op aarde? Patrick Moore, medeoprichter van Greenpeace, denkt dat het nog een stuk warmer mag worden.

Dat wil niet zeggen dat de huidige klimaatverandering geen uitdagingen meebrengt. Gelukkig hebben we één bron die oneindig is en deze uitdagingen kan opvangen. Die bron is menselijke vindingrijkheid. Hoe welvarender de wereld, hoe meer slimme mensen in hun kracht worden gezet om problemen op te lossen. Fossiele brandstoffen hebben hierin een belangrijke rol gespeeld en zullen dat ook blijven doen in de toekomst.