Ja, het coronavirus kan een tijdje buiten het lichaam overleven. Maar wat betekent dit precies? Is het terecht om bang te zijn voor een besmette deurklink?
Uit een recente publicatie in The New England Journal of Medicine (NEJM) blijkt dat het coronavirus SARS-CoV-2 tot wel drie uur in druppeltjes in de lucht kan overleven. Op bepaalde oppervlakten, zoals plastic en roestvrij staal, is zelfs na 72 uur nog levend virus te detecteren.
Dat is niet helemaal nieuwe informatie. Eerder ging het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) er al van uit dat het virus ‘enkele uren tot enkele dagen’ buiten het lichaam kan overleven. Dit nieuwe onderzoek geeft wat concreter inzicht in de precieze overlevingstijd. Volgens de onderzoekers, onder anderen de Nederlandse Neeltje van Doremalen, is het ‘plausibel’ dat het virus zich kan verspreiden via de lucht en via besmette oppervlakten, zoals een deurklink.
Het gaat daarbij wel om een theoretische mogelijkheid. Want de analyses voor dit onderzoek zijn onder ‘experimentele omstandigheden’ uitgevoerd. Oftewel, onder gecontroleerde omstandigheden in het laboratorium. Het is de vraag hoe het virus zich in de praktijk van alledag gedraagt. Onder meer temperatuur en luchtvochtigheid kunnen daarbij een rol spelen. Ook zullen de druppeltjes in de lucht over het algemeen sneller neerdalen dan die drie uur.
Virus kan aanwezig zijn, maar minder actief
Bovendien geldt: als het virus in de lucht of op bepaalde oppervlakten kan worden aangetoond, wil dat nog niet zeggen dat op die manier ook anderen besmet kunnen raken. Daarvoor is een voldoende hoge concentratie nodig en bovendien moet het virus nog voldoende levensvatbaar zijn.
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van Elsevier Weekblad.
Zo is na 72 uur weliswaar levend virus aan te tonen op plastic en roestvrij staal, maar de hoeveelheid is ‘flink verminderd’, schrijven de onderzoekers. Op koper was na 4 uur al geen levend virus meer te vinden en op karton na 24 uur niet meer. Sowieso geldt voor alle testsituaties dat de onderzoekers een extreem snelle afname zagen in de concentraties van het virus, zowel in de druppeltjes in de lucht als op de diverse oppervlakten.
1,5 meter afstand en handen wassen
De grote vraag blijft dan ook of deze overlevende virusdeeltjes een grote rol spelen bij de verspreiding. Het RIVM en de WHO gaan ervan uit dat besmetting vooral plaatsheeft als mensen direct druppeltjes uit de lucht inademen van mensen die in hun buurt niezen of hoesten. Of als zij die druppeltjes op hun hand krijgen, bijvoorbeeld door de hand te schudden van iemand die net tegen alle adviezen in in de hand heeft geniest, en dan de ogen, neus of mond aan te raken.
Daarom luidt het advies: houd 1,5 meter afstand – druppeltjes van het hoesten en niezen komen zelden verder dan dat – en schud geen handen meer. En die deurklink? Het is niet helemaal uit te sluiten dat besmetting op die manier kan plaatshebben, maar de kans lijkt erg klein. En die wordt nog kleiner als ook het derde advies wordt opgevolgd: was de handen geregeld met water en zeep.