De retoriek over klimaatverandering wordt steeds extremer en dat heeft geleid tot slecht en duur beleid. Onnodig, want het is een probleem dat we aankunnen. Maar dan moeten we eerst de paniek verminderen.
Ter informatie
Dit vertaalde en bewerkte essay komt uit Lomborgs nieuwe boek False Alarm. How Climate Change Panic Costs us Trillions, Hurts the Poor and Fails to Fix the Planet, gepubliceerd door Basic Books. Lomborg is voorzitter van denktank Copenhagen Consensus Center en gastonderzoeker aan het Hoover Institute van Stanford University in Californië.
We leven in een tijdperk van angst – vooral angst voor klimaatverandering. Eén foto vat het tijdperk voor me samen. Daarop houdt een meisje een bord vast met de tekst:
‘Jij zult doodgaan aan ouderdom. Ik zal doodgaan aan klimaatverandering’.
Dat is wat de media ons proberen wijs te maken: klimaatverandering is onze planeet aan het vernietigen en kan ons allemaal doden. Het is de taal van de apocalyps: het einde van de wereld. Nieuwsorganisaties hebben het over ‘de dreigende verbranding van de planeet’ en analisten suggereren dat de mensheid door klimaatverandering binnen een paar decennia kan uitsterven. Onlangs hebben de media ons laten weten dat de mensheid nog maar tien jaar heeft om de planeet te redden, dat 2030 de deadline is om de beschaving te behouden, en dat we alle grote economieën radicaal moeten transformeren: stoppen met het gebruik van fossiele brandstoffen, CO2-uitstoot naar nul en een geheel hernieuwbare basis voor alle economische activiteit.
Jongeren zijn echt doodsbang
Angst aanwakkeren heeft serieuze consequenties. Mensen besluiten bijvoorbeeld om geen kinderen te nemen. Een vrouw vertelde een journalist: ‘Ik weet dat de mens is gemaakt om zich voort te planten, maar mijn instinct is om mijn kinderen te beschermen tegen de verschrikkingen in de toekomst, door ze niet op de wereld te zetten.’ De media versterken het idee van een keuze. Tijdschrift The Nation wil weten: ‘Hoe bepaal je of je een baby wilt als klimaatverandering het leven op aarde herdefinieert?’
Volwassenen maken zich zorgen, maar jongeren zijn pas echt doodsbang. In een enquête van The Washington Post zegt 57 procent van Amerikaanse jongeren tussen 13 en 17 jaar dat ze bang zijn voor klimaatverandering, 52 procent is boos en 42 procent voelt zich schuldig. Een academische studie uitgevoerd op drie scholen in Denver concludeert dat 82 procent van de kinderen tussen 10 en 12 jaar angst, verdriet en boosheid noemde, als ze hun gevoelens over het milieu beschreven. Een meerderheid deelde apocalyptische ideeën over de toekomst van de planeet. Het is veelzeggend dat 70 procent van de kinderen zei dat televisie, nieuws en films een grote invloed hebben bij het vormen van hun meningen.
Meer betrouwbare data dan ooit
De retoriek over klimaatverandering wordt steeds extremer en houdt minder verband met de wetenschap. De afgelopen twintig jaar hebben klimaatonderzoekers met grote moeite de kennis over klimaatverandering vergroot en hebben we meer betrouwbare data dan ooit. Tegelijkertijd wordt de retoriek van commentatoren en media steeds irrationeler.
De wetenschap laat ons zien dat angst voor een ‘klimaatapocalyps’ ongegrond is. Klimaatverandering is een feit, maar het is niet het einde van de wereld. Het is een probleem dat we aankunnen. En toch denkt nu bijna de helft van de wereldbevolking dat klimaatverandering de mensheid zal uitroeien. Het heeft de politieke realiteit ingrijpend veranderd. We hebben vol ingezet op slecht klimaatbeleid. In toenemende mate negeren we alle andere uitdagingen – van pandemieën en voedseltekorten tot politieke strijd en conflicten – of die worden gezien als onderdeel van klimaatverandering.
De obsessie met klimaatverandering heeft ertoe geleid dat we geen miljarden euro’s aan vruchteloos beleid spenderen, maar biljoenen. Tegelijkertijd negeren we de wereldwijde uitdagingen die zowel urgenter als hanteerbaarder zijn. En we maken kinderen en volwassenen bang. Niet alleen is daar geen grond voor, het is moreel verwerpelijk.
Als we nu geen ‘stop’ zeggen, kan het huidige alarmisme over het klimaat – ondanks de goede intenties – leiden tot een wereld die veel slechter af is dan nodig.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Veel klimaatactivisten gaan verder dan wat de wetenschap zegt
We moeten de paniek verminderen, naar de wetenschap kijken, de economische realiteit onder ogen zien en de kwestie rationeel benaderen. Hoe kunnen we klimaatverandering oplossen – en welke prioriteit geven we deze zaak te midden van alle andere problemen die de wereld teisteren?
Klimaatverandering wordt vooral veroorzaakt door de CO2 die vrijkomt als mensen fossiele brandstoffen verbranden. Dat moeten we intelligent aanpakken. Maar dan moeten we eerst stoppen met overdrijven, stoppen met het argument dat het ‘nu of nooit’ is en stoppen met denken dat klimaat de enige zaak is die van belang is.
Lees het interview met klimaatwetenschapper Appy Sluijs: ‘Wetenschappers moeten feiten leveren over klimaat’
Veel klimaatactivisten gaan verder dan wat de wetenschap zegt. Ze impliceren of suggereren zelfs expliciet dat overdrijven acceptabel is, omdat de kwestie zo belangrijk is. Nadat een recent klimaatrapport van de Verenigde Naties had geleid tot gechargeerde beweringen van activisten, waarschuwde een van de wetenschappers tegen overdrijving. Hij schreef: ‘Het risico is dat we het grote publiek afschrikken met radicale taal die niet nauwkeurig wordt onderschreven door de wetenschap.’ Hij heeft gelijk. Maar de gevolgen van overdreven claims over het klimaat zijn nog groter.
Teneur: tot 2030 om het probleem van klimaatverandering op te lossen
Er wordt ons verteld dat we meteen alles moeten doen. De teneur, steeds weer herhaald in de media, is dat we maar tot 2030 hebben om het probleem van de klimaatverandering op te lossen. Dat is wat de wetenschap ons vertelt!
Maar dat is niet wat de wetenschap ons vertelt, het is wat de politiek ons vertelt. Die deadline vloeit voort uit een heel specifieke en hypothetische vraag die politici aan wetenschappers stellen. Die komt neer op: ‘Wat moeten we doen om klimaatverandering tot een vrijwel onhaalbare grens te beperken?’ De wetenschappers reageren – weinig verrassend – dat zoiets bijna onmogelijk is en dat, om überhaupt in de buurt te komen, in alle delen van de samenleving vóór 2030 enorme veranderingen nodig zijn.
Stel je voor dat een vergelijkbare discussie wordt gevoerd over verkeersdoden. In de Verenigde Staten sterven elk jaar veertigduizend mensen door een auto-ongeluk. Als politici wetenschappers zouden vragen hoe het aantal verkeersdoden naar nul kan – een schier onmogelijk streven – zou een goed antwoord zijn dat de nationale snelheidslimiet omlaag moet naar 5 kilometer per uur. Dan zou niemand meer omkomen. Maar de wetenschap adviseert ons niet die snelheidslimiet – zij informeert ons alleen dat als we nul doden willen, een landelijke, strikt gehandhaafde snelheidslimiet van 5 kilometer per uur een simpele manier is om dat doel te bereiken. Het is een politieke vraag voor ons allen om een afweging te maken tussen een lage snelheidslimiet en een onderling verbonden samenleving.
Veel kwesties worden bijna geheel opgeslokt door klimaatverandering
Bjorn Lomborg (1965) is politicoloog en statisticus. De Deen werd bekend met The Skeptical Environmentalist (2001), een boek waarin hij vraagtekens zette bij de inzichten over de opwarming van de aarde.
Tegenwoordig ligt onze focus zozeer op klimaatverandering dat veel wereldwijde, regionale en zelfs persoonlijke kwesties er bijna geheel door worden opgeslokt. Je huis loopt het gevaar op overstromingen – klimaatverandering! Je gemeenschap kan worden vernietigd door een orkaan – klimaatverandering! Mensen in ontwikkelingslanden gaan dood van de honger – klimaatverandering! Aangezien bijna alle problemen veroorzaakt zouden zijn door het klimaat, is de overduidelijke oplossing om de CO2-uitstoot drastisch te verlagen en zo klimaatverandering te vertragen. Maar is dat echt de beste manier om mensen te helpen?
Als je de mensen in de uiterwaarden van de Mississippi wilt helpen om het risico van overstromingen te verlagen, is er ander beleid dat sneller, goedkoper en effectiever kan zijn dan een verlaging van de CO2-uitstoot. Denk eens aan beter watermanagement, het bouwen van hogere dijken en regelgeving waardoor bepaalde uiterwaarden kunnen onderlopen zodat overstromingen op andere plaatsen minder erg of te voorkomen zijn. Als je mensen in ontwikkelingslanden wilt helpen zodat ze geen honger meer lijden, is het bijna tragikomisch om je te concentreren op minder CO2-uitstoot. Toegang tot de markt, betere gewassen, meer mest en andere plannen om armoede te bestrijden, zouden hen veel meer en sneller helpen – en tegen een lagere prijs. Als we overal het klimaat bij betrekken, zullen we de wereld vaak op een van de minst effectieve manieren helpen.
Het leven op aarde is nu beter dan ooit in de geschiedenis
We staan niet op het punt uit te sterven. Het tegenovergestelde is waar. De retoriek van de naderende ondergang wordt gelogenstraft door een cruciale observatie: op bijna elke meetbare manier is het leven op aarde nu beter dan ooit in de geschiedenis.
Sinds 1900 is de levensverwachting meer dan verdubbeld. In 1900 was die gemiddeld 33 jaar, nu 71 jaar. De toename heeft het meeste effect gehad op minderbedeelden. De ongelijkheid in gezondheid is sterk afgenomen. De wereld is geletterder dan ooit. Kinderarbeid blijft afnemen. We leven in een van de meest vreedzame periodes ooit. Tussen 1990 en 2015 nam het percentage mensen op de wereld dat zijn behoefte in de open lucht moest doen, af van 30 naar 15.
De planeet wordt ook gezonder. De afgelopen halve eeuw liet grote afnames zien in de luchtvervuiling binnenshuis, voorheen de belangrijkste oorzaak van sterfte door milieuvervuiling. In 1990 was meer dan 8 procent van alle doden toe te schrijven aan luchtvervuiling, inmiddels is dat bijna gehalveerd naar 4,7 procent. Dat betekent dat elk jaar 1,2 miljoen mensen blijven leven die anders waren overleden. Hogere landbouwopbrengsten en een veranderde houding tegenover het milieu hebben ervoor gezorgd dat rijke landen bossen beter conserveren en meer doen aan herbebossing. En sinds 1990 hebben 2,6 miljard mensen toegang gekregen tot een betere drinkwatervoorziening, waardoor dit nu geldt voor 91 procent van de wereldbevolking.
Lees ook dit coververhaal: Alles wat u wilt weten over het klimaat in 111 vragen
Veel van deze verbeteringen kwamen er omdat we rijker zijn geworden, als individuen en als landen. De afgelopen dertig jaar is wereldwijd het gemiddelde inkomen per persoon bijna verdubbeld. Dat heeft geleid tot een enorme vermindering van de armoede. In 1990 waren bijna vier op de tien mensen op de planeet arm, tegenwoordig is minder dan één op de tien dat.
Als we rijker zijn, is ons leven beter en leven we langer. Er is minder binnenluchtvervuiling. Overheden bieden betere gezondheidszorg en sociale vangnetten en de milieuregels zijn strenger.
Wereld is de afgelopen eeuw radicaal ten goede veranderd
Belangrijk is dat de vooruitgang nog niet ten einde is. De wereld is de afgelopen eeuw radicaal ten goede veranderd en dat proces zal de komende eeuw doorgaan. Analyses van experts laten zien dat we in de toekomst waarschijnlijk veel en veel beter af zullen zijn. Onderzoekers verbonden aan de Verenigde Naties suggereren dat in 2100 de gemiddelde inkomens tot 450 procent hoger zullen zijn dan nu. De levensverwachting blijft stijgen, tot 82 jaar en misschien wel tot boven de 100. Omdat landen en individuen rijker worden, zal luchtvervuiling verder afnemen.
Klimaatverandering zal een negatieve impact hebben op de wereld, maar die valt in het niet bij alle verbeteringen die we al zagen en die we deze eeuw zullen blijven zien. Het beste actuele onderzoek stelt dat, als we helemaal niets doen tegen klimaatverandering, de kosten aan het einde van de eeuw minder dan 4 procent van het wereldwijde inkomen zullen zijn. In die berekening zijn alle negatieve gevolgen meegenomen. Niet alleen de toegenomen kosten van zwaardere stormen, maar ook de kosten van meer doden door hittegolven en het verlies van wetlands door een hogere zeespiegel.
Dat betekent dat de inkomens in 2100 niet 450 procent hoger zijn, maar ‘slechts’ 434 procent. Dat is een probleem, maar geen catastrofe. Zoals het VN-klimaatpanel stelt: ‘Voor de meeste economische sectoren zal het effect van klimaatverandering relatief klein zijn in vergelijking met andere factoren, zoals veranderingen in bevolking, leeftijd, inkomen, technologie, relatieve prijzen, leefstijl, regelgeving, de overheid en vele andere aspecten van socio-economische ontwikkeling.’
Dat is de informatie die we onze kinderen zouden moeten meegeven. Het meisje met het bord waarop staat ‘ik zal doodgaan aan klimaatverandering’ zal niet sterven aan klimaatverandering. Het is zeer waarschijnlijk dat ze langer en welvarender zal leven dan haar ouders of grootouders – en minder wordt blootgesteld aan vervuiling of armoede.
Lomborg probeert te verhelderen wat de wetenschap ons echt vertelt
Lees meer over Bjorn Lomborg, de auteur van False Alarm: De verkettering van een slimme en dwarse Deen
In mijn boek False Alarm. How Climate Change Panic Costs us Trillions, Hurts the Poor, and Fails to Fix the Planet analyseer ik de angstcultuur rond klimaatverandering. Ik probeer te verhelderen wat de wetenschap ons echt vertelt. Wat zijn de kosten van hogere temperaturen? Daarnaast beschouw ik wat er fout is aan de huidige aanpak. Hoe komt het dat we allemaal praten over klimaatverandering, maar dat het ons niet lukt om die op te lossen? Wat bereiken we door onze leefstijl aan te passen? Hoeveel impact hebben we samen, door de beloftes in het Klimaatverdrag van Parijs? In het boek onderzoek ik ook hoe we klimaatverandering werkelijk kunnen aanpakken. We moeten voorrang geven aan groene innovatie en aan aanpassingen om de temperatuurstijging te vertragen opdat we de planeet in de best mogelijke conditie achterlaten voor onze kleinkinderen.
Wij hebben het vermogen om een betere wereld te creëren. Maar dan moeten we eerst kalmeren.
Vertaling en bewerking: Emile Kossen