De verborgen verhalen uit de collectie van het Scheepvaartmuseum

Het Scheepvaartmuseum in Amsterdam heeft een succesmodel in huis. Nee, het gaat niet om een historisch schip op klein formaat, maar om een programma dat jonge onderzoekers helpt aan het begin van een wetenschappelijke of museale carrière. ‘We hebben net de 40ste en 41ste fellow aangesteld,’ zegt Jeroen van der Vliet (49), hoofd Collecties.

In 2007 kreeg een voorganger van Van der Vliet het idee om een fellowshipprogramma in het leven te roepen. Maritieme geschiedenis mag dan volop bezoekers trekken, zoals ze elke dag in het museum merken, het wetenschappelijke onderzoek was en is een beetje een ondergeschoven kindje. ‘Wie net was afgestudeerd als maritiem historicus of maritiem archeoloog, merkte dat het lastig was om in het veld verder te gaan. Er is een beperkt aantal promotieplaatsen en er zijn weinig plekken in musea. De fellowships zijn bedoeld om jonge onderzoekers een steuntje in de rug te geven en ervoor te zorgen dat ze niet afhaken en uit het studieveld verdwijnen.’

Onderzoeken moeten iets te maken hebben met collectie museum

Met geld van zeven fondsen en de eigen vriendenvereniging biedt het museum elk jaar onderzoekers de gelegenheid enkele maanden onderzoek te doen. ‘Het Prof. J.C.M. Warnsinck-fellowship is voor net afgestudeerden en het Ernst Crone-fellowship voor recent gepromoveerden,’ zegt Van der Vliet. ‘Daarnaast zijn er enkele eenmalige onderzoeksbeurzen, en soms geven we iemand een kans los van het fellowshipprogramma.’