Waarom vrouwen het op kantoor vaak kouder hebben dan mannen

'ANP'

Vrouwen hebben het op kantoor vaak veel kouder dan hun mannelijke collega’s. Vooral in de zomer klagen vrouwelijke werknemers steen en been over de temperatuur. Waarom is dat zo?

Vrouwen wereldwijd hebben het op kantoren over het algemeen kouder dan mannen. De temperatuur in kantoren en andere openbare gebouwen is namelijk niet op hun lichaamstemperatuur aangepast, stellen onderzoekers Boris Kingma en Wouter van Marken Lichtenbelt van de Universiteit Maastricht in een maandag gepubliceerd onderzoek in Nature Climate Change.

Jaren zestig-norm

De standaardnormen die de bouwwereld wereldwijd hanteert voor kantoorairconditioning en verwarming berusten op berekeningen uit de jaren zestig van de vorige eeuw en gaan uit van de warmteproductie van de gemiddelde man.

De warmteproductie van de gemiddelde vrouw ligt 20-35 procent lager dan die van de man. In kantoren waar de temperatuur op 24,5 graden staat, is de huidtemperatuur van vrouwelijke handen en onderarmen, gebieden die meestal ontbloot zijn, zo’n 2,5 graden lager dan die van mannen.

Dit heeft te maken met de stofwisseling van beide groepen: omdat vrouwen over het algemeen kleiner van stuk zijn dan mannen maar gemiddeld een hoger vetpercentage hebben, is hun metabolisme langzamer. Mannen hebben gemiddeld meer spiermassa en daardoor een snellere stofwisseling en een hogere lichaamstemperatuur.

Onproductief

Dit probleem is niet alleen relevant voor de vrouwen zelf, maar ook voor de werkgever. Werknemers die het koud hebben, zijn namelijk vaak minder productief. Naast vrouwen, kampen ook andere groepen vaak met problemen met de temperatuur. Zo hebben ouderen het bijvoorbeeld ook sneller koud en hebben mensen met overgewicht het weer sneller warm.

De onderzoekers vinden dat werkomgevingen meer rekening moeten houden met de diversiteit aan lichaamstemperaturen door de airconditioning in de zomer te verlagen. Hiermee wordt tegelijkertijd ook energie bespaard. Over hoeveel graden de temperatuur dan omhoog zou moeten, zijn de onderzoekers het nog niet eens.