Het ‘meest gehate bedrijf ter wereld’ gaat fuseren

'HH/iStock'

Het Duitse chemieconcern Bayer en de Amerikaanse zaadveredelaar Monsanto gaan fuseren tot een megabedrijf. Simon Rozendaal schreef eerder over de vraag waarom Monsanto, dat de mensheid helpt voeden en talloze knappe koppen in dienst heeft, erin slaagt om zoveel mensen tegen de haren in te strijken.

Dit artikel verscheen in Elsevier nummer 21, 23 mei 2015

Nico van Vliet uit Berkel en Rodenrijs is trots. Hij leidt zijn bezoek rond in het Tomato Experience Center van Monsanto in ‘s-Gravenzande, op een steenworp van de branding. Er groeien zo’n 250 tomatenrassen – grote rode bommen, kleine gele snoeptomaatjes, cherry’s, rond, langwerpig, Japanse met umami-smaak, enzovoorts. Hij snijdt van elk een partje af. ‘Proef eens.’ Valt er een van Monsanto in de smaak, dan glimt Van Vliet.

Gary Barton uit Missouri is al even trots. Hij is twaalf jaar gepensioneerd, maar komt nog steeds naar het hoofdkantoor in St. Louis, Verenigde Staten, om in het tentoonstellingscentrum aan boeren, burgers en buitenlui te vertellen wat zijn bedrijf te bieden heeft. ‘Raad eens hoeveel kassen we hier hebben? Zesentwintig! En daar werken de knapste koppen van heel Amerika.’

Ook Joost van Regteren uit Bergschenhoek is trots. ‘Weet u hoeveel nieuwe groentevariëteiten wij elk jaar op de markt brengen in Europa, Afrika en het Midden-Oosten? Honderd!’

Jen Jacobs uit het Canadese Winnipeg is trots als een pauw. ‘Toen ik mijn proefschrift in de moleculaire genetica had voltooid, oriënteerde ik me bij tal van bedrijven en universiteiten. Ik had weinig met landbouw, maar ik was totaal verrukt van de innovatie bij Monsanto. Ik was dolblij dat ik er mocht werken.’

Trots

Wie op bezoek gaat bij het Amerikaanse concern Monsanto, hoort dit aan de lopende band. In het hoofdkantoor in St. Louis, in de Nederlandse vestigingen in Bergschenhoek, Enkhuizen en Wageningen – iedereen is trots op Monsanto.

Bij de een is dat omdat het volgens hem het slimste bedrijf ter wereld is. Bij een ander omdat mede dankzij Monsanto de hedendaagse westerse boer achtmaal zoveel monden voedt als een eeuw geleden. Of omdat Monsanto in het WEMA-project (Water Efficient Maize for Africa)gewassen ontwikkelt die bestand zijn tegen de onvoorspelbare schommelingen in regenval ten zuiden van de Sahara en die ook nog eens weggeeft aan vijf arme landen.

Tegelijkertijd is Monsanto het meest gehate bedrijf ter wereld. Natuurlijk zijn er meer multinationals die slecht in de markt liggen. Maar er is slechts één bedrijf waartegen elk jaar een internationale mars wordt georganiseerd. Deze week, op 23 mei, is het weer zo ver. De March Against Monsanto. Op Facebook zijn er bijna 1 miljoen mensen die hebben laten weten dat ze dit een sympathiek initiatief vinden (ze hebben het ‘geliked’).

Bij de Organic Consumers Association kunt u gratis stickers en posters bestellen met daarop de tekst ‘Monsanto Makes Us Sick‘. Een meterslang spandoek met daarop de slogan dat u ziek wordt van Monsanto kost maar 30 dollar, ruim 26 euro.

De demonstranten zien de Mars tegen Monsanto als een mogelijkheid om met elkaar te praten over wat de ‘agrochemische en GMO-reus uit St. Louis doet met onze planeet’. GMO is de afkorting van genetically modified organisms – genetisch veranderde organismen, door Greenpeace ook wel ‘Frankensteinvoedsel’ genoemd.

Bij de voorgaande Nederlandse marsen tegen Monsanto waren diverse actiegroepen betrokken. Een daarvan is We Are Change Rotterdam, die tevens niet uitsluit dat de aanslagen van 11 september 2001 een Amerikaans complot waren. De groep publiceert op de eigen site een uitgebreid interview met de Amerikaanse architect Richard Gage, die deze opvatting onlangs op de TU Delft mocht verkondigen.

Landbouwgif

Toch zijn het niet alleen maar warhoofden en querulanten die tegen Monsanto demonstreren. Op internet zijn diverse video-opnamen te zien van de March Against Monsanto in Bergschenhoek uit 2013. Sommigen van de tweehonderd demonstranten werden geïnterviewd.

Het blijken ook gewone, verontruste burgers met verschillende argumenten. Een bebaarde imker maakt zich druk om de bijen, hommels en andere insecten die door landbouwgif van Monsanto worden gedood en vreest dat wanneer de insecten eraan gaan, de rest van de natuur volgt. Een oudere dame moppert dat boeren en tuinders met handen en voeten aan Monsanto vastzitten, omdat het zaad dat het bedrijf levert, elk jaar opnieuw moet worden aangekocht.

Weer een andere dame vindt het schandalig dat Monsanto octrooi op planten aanvraagt en nog krijgt ook, omdat het bedrijf zijn tentakels bij de overheid heeft. Een man van middelbare leeftijd zegt nooit te demonstreren maar nu wel, omdat hij kinderen heeft en de moderne landbouw de planeet onleefbaar maakt.

Plantenbiotechnologie

Wat is dat voor een bedrijf dat zulke hevige emoties oproept? Monsanto is ruim een eeuw oud en was oorspronkelijk chemisch en farmaceutisch van aard. Het bedrijf is tegenwoordig een Amerikaanse multinational in agrotechnologie: het ondersteunt boeren. Slim was het overigens altijd al: zo is in 2001 aan een van de Monsanto-chemici een Nobelprijs toegekend.

Aan het eind van de vorige eeuw ging het bedrijf door een roerige periode van fusies, afsplitsingen en koerswijzigingen. Toen de rookwolken waren opgetrokken, bleef er een bedrijf over dat zich opnieuw moest uitvinden. Dat deed het aan de hand van de genetische revolutie die zich rond die tijd afspeelde bij universiteiten en biotechbedrijfjes. Aldus kwam het bedrijf terecht in de plantenbiotechnologie.

In tal van sectoren is de biotechnologie – een verzameling van gerichte genetische technieken – zonder al te veel maatschappelijk protest toegepast. Zo wordt een groot deel van de hedendaagse medicijnen en vaccins geproduceerd door genetisch gemodificeerde bacteriën. Tot grote tevredenheid van honderden miljoenen patiënten die aldus opknapten.

Monsanto was dé voorloper in plantenbiotechnologie en is dat nog steeds. Het maakt bijvoorbeeld planten (maïs, katoen, soja) die dankzij genen van de Bacillus thuringiensis (Bt) – een bacterie die alom in de grond voorkomt – minder last hebben van insecten die aan de planten willen knabbelen.

Voor boeren is dat aantrekkelijk, want daardoor hoeven ze minder insecticide te gebruiken. Dat is goed voor hun gezondheid en voor hun portemonnee: ze hebben een grotere oogst en hoeven minder geld uit te geven aan bestrijdingsmiddelen.

Misschien was het allemaal anders gelopen als Monsanto direct met deze zichzelf verdedigende planten was gekomen, of met de droogteresistente gewassen voor de Derde Wereld waarmee het nu bezig is.

Maar Monsanto deed iets geheel anders: het kwam in 1996 met een soja die dankzij genetische manipulatie resistent was tegen het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat (Roundup).

Daarom wordt gebruikgemaakt van chemische onkruidbestrijding. Dergelijke herbiciden zijn in de loop der tijd minder toxisch geworden (het kopersulfaat dat veel biologische boeren gebruiken, is aanzienlijk giftiger) en steeds specifieker alleen tegen onkruid gericht. Toch kunnen de gewone gewassen er niet goed tegen.

En dus moeten boeren die herbiciden op hun land sproeien een tijd wachten voor ze kunnen zaaien. Ook vereist het behoedzaam navigeren met de trekker om het onkruid te bespuiten dat tussen de gewassen groeit en niet de gewassen zelf.

Gewassen die geen last hebben van herbiciden, zijn dus aantrekkelijk voor de boer: die leveren hem minder werk op, meer inkomsten en hij hoeft minder vaak te spuiten. Ten slotte hoeft de boer minder vaak te ploegen, wat beter is voor de gezondheid van de bodem, waardoor er minder sprake is van erosie en wegspoeling.

Monopolie

De milieubeweging zag het anders. Voor hen omhelsden in de Roundup Ready-soja uit 1996 de duivel, Beëlzebub en Lucifer elkaar: genetische manipulatie, pesticiden en soja kwamen samen.

En dan leek er ook nog eens sprake van een monopolie: Monsanto leverde zaden die resistent waren tegen een bestrijdingsmiddel van Monsanto. Daarna was het hek van de dam en groeide het concern uit tot symbool van alles wat er mis zou zijn in de wereld van landbouw en voedsel.

Bijna alles wat over Monsanto wordt beweerd, is aantoonbaar onjuist, ongenuanceerd of overdreven. Neem de bewering dat het bedrijf bijdraagt aan de ontbossing van het Amazonegebied. In de eerste plaats is Monsanto maar een van de vele bedrijven die sojazaden leveren. In de tweede plaats wordt maar een minieme hoeveelheid soja verbouwd in het Amazonegebied. De groei van de Braziliaanse sojaproductie komt vooral uit Mato Grosso – 1.000 kilometer van het regenwoud verwijderd.

Of de bewering dat Monsanto zaden levert die elk jaar opnieuw moeten worden besteld waardoor het de boer in een wurggreep heeft. Dit verwijt komt voort uit een ontwikkeling die weinig met Monsanto te maken heeft: hybride zaden. Dat is een vorm van inteelt die zowel bij planten als dieren een hoge opbrengst garandeert, maar als nadeel heeft dat de voortplanting wordt geschaad. Zoiets als de muilezel: deze kruising van paard en ezel is een uiterst nuttig lastdier, maar kan zich niet voortplanten.

Een allegaartje van actiegroepenDe website March Against Monsanto. It’s Time To Take Our Planet Back is opgezet door de Amerikaanse Organic Consumers Association. Mensen die van biologisch voedsel houden, van slowfood en duurzame landbouw zien in Monsanto de kwade genius achter wat er met voedsel en landbouw wereldwijd gaande is.

Bij de Nederlandse marsen tegen Monsanto zijn doorgaans diverse actiegroepen en websites (We Are Change, Supermacht, Earth Matters) betrokken en er zijn enkele politieke partijen vertegenwoordigd, zoals de Partij voor de Dieren en GroenLinks.

En dan is er Greenpeace. Dat is fel gekant tegen zowel genetische modificatie als chemische onkruidbestrijding. De milieuorganisatie meldt op haar webpagina ‘Het verzet tegen Monsanto’: ‘Europa zit niet te wachten op de zaden en gifstoffen van Monsanto.’

Op overeenkomstige wijze kunnen veel hedendaagse boeren van hun oogst geen zaden achterhouden om die volgend jaar opnieuw te gebruiken. Ze moeten elk jaar opnieuw hybride zaden bestellen. Daar hebben die boeren geen probleem mee, al is het alleen maar omdat de zaden elk jaar beter worden en ze ook uit diverse zaadleveranciers kunnen kiezen. Op niet-boeren komt het gebruik van hybride en dus verminderd vruchtbare zaden – waarvan in de westerse landbouw al sinds 1950 sprake is – echter over als niet-natuurlijk.

De haat tegen Monsanto komt voort uit een radicaal verschillende visie op voedsel en natuur. Hugh Grant, de Schotse topman van Monsanto: ‘Zo’n twintig jaar geleden kreeg de consument opeens belangstelling voor waar zijn voedsel vandaan kwam en hij schrok toen van de moderne landbouw.’

Het zijn botsende wereldbeelden. In de ene visie moet je met je fikken afblijven van voedsel dat ons door Moeder Natuur wordt aangereikt, in de andere wordt gesteld dat de mensheid zo ver is gekomen door de natuur een handje te helpen.

Neem maïs. Al toen Columbus in 1492 in de Nieuwe Wereld arriveerde, waren inheemse boeren erin geslaagd het oorspronkelijke Mexicaanse gras teosinte, met tientallen minuscule kolfjes, te transformeren tot een plant met veel minder kolven, maar dan wel joekels. Genetische manipulatie avant la lettre.

Wat de huidige boeren doen met hulp van bedrijven als Monsanto, is een extrapolatie van dit temmen van de natuur dat al duizenden jaren gaande is. Maar dan veel sneller en effectiever.

2015-05-23 15:09:38 epa04763394 Social Activists demonstrate during a World March against Monsanto in front of the headquarter Europe-Middle East-Africa of the American multinational agrochemical and agricultural biotechnology, in Morges, Switzerland, May 22, 2015. Marches and rallies against Monsanto and genetically modified organisms (GMO) food and seeds were held in 428 cities of 38 countries in a global campaign highlighting the dangers of GMO Food. EPA/LAURENT GILLIERON
Over de hele wereld demonstreren activisten tegen Monsanto. Hier in Zwisterland. Foto: EPA

Appel

Waar bij het traditionele kruisen en veredelen niet alleen de gewenste eigenschappen worden overgedragen, maar ook ongewenste, die vervolgens weer weggeselecteerd moeten worden – een proces dat vele jaren in beslag kan nemen – kan met biotechnologie heel gericht en heel snel één specifieke gewenste eigenschap in een plant worden gestopt.

De botsende wereldbeelden blijken ook uit de poster waarop een door Monsanto genetisch gemodificeerde appel een jongetje in zijn wang bijt: ‘Hey look! My genetically modified fruit bit me back! Frankenfoods are Fun Foods!

De perceptie die van Monsanto bestaat, mag dan apert onjuist zijn, het is wel een realiteit. Een waarmee het concern geen raad weet. Monsanto is een op de natuurwetenschap gebaseerd concern met weinig oog voor het belang van communicatie, zo geeft topman Hugh Grant toe. ‘Daaraan hebben we tot nu toe niet zoveel aandacht geschonken.’

Het is een innovatief bedrijf, dat ruim 10 procent van de omzet uitgeeft aan onderzoek en ontwikkeling en waar heel veel hoog opgeleide mensen werken. Ze weten dat de boeren hun producten wel op prijs stellen. Ze weten dat mede dankzij Monsanto de landbouw een ongekende stijging in productiviteit heeft doorgemaakt en dat daardoor de natuur juist is ontzien. Wat de actiegroepen willen: meer natuur en minder pesticiden – dat levert Monsanto juist. Willen jullie duurzaam? Wij zijn duurzaam!

Ook hebben ze gelijk dat de slimheid en de creativiteit van bedrijven als Monsanto broodnodig is om de honderden miljoenen arme mensen in Afrika en Azië van goed en betaalbaar voedsel te voorzien en de stijging van de wereldbevolking tot acht à negen miljard mensen op te vangen.

Ze zijn van de cijfers, de percentages, de opbrengststijgingen en verbazen zich over het gekakel en de desinformatie van de demonstranten voor hun dichte poorten.

Een houding die de haat alleen maar versterkt. Met andere woorden, die demonstraties gaan nog wel een tijdje door.


Monsanto had in 2014 een omzet van 15,8 miljard dollar (bijna 14 miljard euro). Dat is ongeveer 4 procent van de omzet die Shell in dat jaar had. Zelfs het relatief kleine Ahold is tweemaal zo groot als Monsanto.

Bij het bedrijf werken meer dan 22.000 mensen op 275 locaties in de hele wereld. Daarvan zijn er meer dan zesduizend als wetenschappers werkzaam in onderzoek en ontwikkeling. Het bedrijf gaf in 2014 1,7 miljard dollar uit aan R&D (onderzoek en ontwikkeling), bijna 11 procent van de omzet.

Diverse bedrijven vallen onder Monsanto. In Nederland zijn dat De Ruiter en Seminis, in de Verenigde Staten DeKalb, Asgrow en Deltapine.Het concern kent twee segmenten: zaden enerzijds en agrarische productiviteit anderzijds. Onder de laatste afdeling valt het onkruidbestrijdingsmiddel glyfosaat (Roundup) – misschien wel het bekendste herbicide ter wereld. Het octrooi op Roundup is afgelopen en inmiddels wordt het middel in de hele wereld – onder meer in China – geproduceerd.