Opkrikken vaccinatiegraad vereist geen dwang, maar lange adem

De bereidheid bij ouders om hun kinderen te laten vaccineren, daalt hard. Om het percentage weer te laten stijgen, zijn overtuigingskracht en een lange adem beter dan dwangmaatregelen, schrijft Bram Hahn.

Alarm in Amsterdam. Steeds minder kinderen worden ingeënt tegen ziektes als mazelen en kinkhoest. De vaccinatiegraad is gedaald tot rond de 83 procent, terwijl een percentage van minimaal 85, liefst 90 procent nodig wordt geacht om dergelijke ziektes buiten de deur te houden.

Die vaccinatiegraad van het Rijksvaccinatieprogramma was al dalende voor het uitbreken van de coronapandemie, maar de coronaperiode heeft het sentiment rond vaccineren niet bepaald goed gedaan. Bijna alle vaccins die kinderen tussen geboorte en puberteit krijgen, zijn uit en te na getest op effectiviteit en mogelijke bijwerkingen. Maar het blijft een constante strijd om die boodschap over te brengen op ouders met jonge kinderen.

Dalende vaccinatiegraad raakt hele gemeenschap

Dat zij er in toenemende mate voor kiezen hun kinderen niet te laten vaccineren, is al om de haren bij uit je hoofd te trekken. Maar de consequenties reiken verder dan het eigen kroost. Een dalende vaccinatiegraad is een bedreiging voor de groepsimmuniteit– ook zo’n begrip dat in de coronatijd een bijsmaak kreeg. Als meer dan 10 à 15 procent van de kinderen niet is gevaccineerd tegen, zeg, mazelen, dan krijgt het virus de kans om zich via deze onbeschermde lijfjes te vermeerderen en verspreiden. Een ziekte die in de westerse wereld dankzij vaccins onder controle is, kan zo weer vleugels krijgen.

Maar wie gevaccineerd is, wordt niet ernstig ziek, zou je zeggen. Dus wat is het probleem? Het probleem is vooral dat niet iedereen bij geboorte tegen alles kan worden gevaccineerd. Pas rond 14 maanden krijgen peuters hun eerste prik tegen bof, mazelen en rode hond (BMR). Tot die tijd zijn ze kwetsbaar voor het virus. Dus ook als ze op het kinderdagverblijf in aanraking komen met oudere, niet gevaccineerde kinderen die het virus bij zich dragen. Voor dergelijke gevallen zou het te billijken zijn om ouders op zijn minst te vragen om een vaccinatiebewijs als ze hun kind naar een kinderdagverblijf willen brengen.