Criminoloog Wouter Buikhuisen (91) overleden: Carel Stolker trekt lessen uit ‘de affaire’

11 mei 2025
Wouter Buikhuisen keerde eenmalig terug aan de Universiteit Leiden (2009)

In dit artikel

Criminoloog Wouter Buikhuisen en de affaire die zijn leven verwoestte

Door: Geerten Waling, redacteur Academische vrijheid

Dinsdag 6 mei overleed Wouter Buikhuisen op 91-jarige leeftijd. De criminoloog werd bekend door de ‘affaire-Buikhuisen’ rond 1980: vanwege een controversieel onderzoeksplan werd hij in de media belasterd en werden hij en zijn gezin zwaar bedreigd. Hij verloor zijn baan en carrière, waarna hij naar Spanje vertrok en een antiekhandel begon.

Carel Stolker (70) was in 2009, als decaan van de rechtenfaculteit, degene die namens de Universiteit Leiden de gevallen hoogleraar rehabiliteerde. Hij bezocht Buikhuisen in Spanje en nodigde hem het jaar erop uit voor een conferentie, waar hij zou spreken en een ovationeel applaus kreeg. Buikhuisen zei Stolker dankbaar te zijn, omdat die hem eindelijk ‘peace of mind’ had gegeven: gemoedsrust.

Carel Stolker, die van 2013 tot 2021 rector magnificus was van dezelfde universiteit, bleef tot het laatst contact houden met Wouter Buikhuisen. Hieronder blikt hij voor EW terug op de ‘affaire’ en trekt er lessen uit – voor de wetenschap, maar ook voor de politiek en de journalistiek.

Carel Stolker: mijn lessen uit de affaire-Buikhuisen

Door: prof.mr. Carel Stolker, oud-rector magnificus Universiteit Leiden

Wouter Buikhuisen is denk ik de eerste uit de moderne Nederlandse wetenschapsgeschiedenis die keihard, wat we nu noemen, gecanceld werd. En dat terwijl universiteiten bij uitstek de plaatsen zijn waar vernieuwende en controversiële vragen worden gesteld, bestudeerd, beantwoord en onderwezen.

Om zo’n plaats te zijn, is vrijheid van denken, spreken, debatteren en publiceren cruciaal. De universiteit leeft van het debat. De academische vrijheid is haar zuurstof. Universiteiten zijn, naast de wetgevende, de uitvoerende en de rechtsprekende macht, en samen met de vrije pers, de vijfde pijler onder de democratische rechtsstaat. Daarom ook is het zo eng wat er nu in de Verenigde Staten gebeurt.

Als ik terugkijk op de affaire-Buikhuisen, dan trek ik daar een paar lessen uit.

Het begon eigenlijk heel goed. De Universiteit Leiden had de moed om Wouter een flinke zak geld voor zijn vernieuwende en controversiële onderzoek te geven naar de vraag of biologische factoren een rol kunnen spelen bij het ontstaan van criminaliteit.

Maar in de ogen van Buikhuisens critici werden criminelen gemaakt, niet geboren. Het zou de omgeving zijn, zoals economische ongelijkheid, armoede en ongelijke kansen, die leidt tot crimineel gedrag. Buikhuisen wilde onderzoeken of niet ook de biologie een rol speelde. Helemaal niets mis mee.

Smerige columns in Vrij Nederland

Het ging wél mis toen de samenleving en collega-wetenschappers zich tegen zijn onderzoeksplannen begonnen te verzetten. Dat gebeurde binnen het toentertijd politiek en maatschappelijk zwaar belaste nature-nurture-debat.

De smerige columns van Piet Grijs (Hugo Brandt Corstius) in Vrij Nederland waren de motor van het verzet. VN heeft dat veel later zelf toegegeven. Het blad heeft bij mijn weten nooit excuses gemaakt, maar wel gezegd dat het niet de meest zuivere periode uit zijn geschiedenis is geweest. Er is uit deze zaak dus ook een les te trekken voor de journalistiek.

De affaire laat tevens zien hoe verwoestend de politieke en maatschappelijke polarisatie kan uitpakken voor de wetenschap zelf. Waarbij wetenschappelijk onderzoek in termen van links en rechts wordt gedefinieerd, in ‘goed’ en ‘fout’.

Dat is ook een les voor de politiek van vandaag: neem wetenschappelijk onderzoek serieus en misbruik het niet voor je eigen partijpolitieke aandrang. Door wetenschappelijk onderzoek en onderzoekers in troebel partijpolitiek vaarwater te trekken, doe je de wetenschap grote schade aan.

Ook universiteiten kunnen uit deze zaak lessen trekken. Als gemeenschap hoort de universiteit een voorbeeld te zijn voor de samenleving en voor de wereld. Een voorbeeld van hoe mensen met elkaar omgaan als ze het niet met elkaar eens zijn. Een voorbeeld dus van hoe verschillen van opvatting juist moeten worden opgezocht en productief gemaakt. En dat betekent: praten met elkaar, debatteren, elkaar opzoeken en elkaar steunen.

De schadelijke rol van zwijgen

Doen we dat genoeg? Echt…? Wat mij in deze kwestie vooral opvalt, is de schadelijke rol die ‘zwijgen’ kan spelen. Vrijwel niemand schoot Wouter Buikhuisen te hulp.

Belangrijke wetenschappers, de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen, mijn universiteit, andere universiteiten, wetenschappelijke verenigingen: ze doken toen het erop aankwam en Buikhuisen steun nodig had. Vaak ook uit angst voor de scherpe pen van Piet Grijs.

In die zin is de hele kwestie rond Wouter Buikhuisen ook een les als het gaat om de academische vrijheid in onze tijd: zwijgen is net zo erg als het lasteren door Grijs.

En zo belandde Buikhuisen in een perfect storm. Overigens waren er ook wetenschappers die het debat over zijn onderzoeksplannen wel op een ordentelijke manier aangingen. Socioloog Kees Schuyt was zo iemand, in het Nederlands Juristenblad.

Eens een wetenschapper, altijd een wetenschapper

Ten slotte: toen ik hem in 2009 in Spanje opzocht, was ik natuurlijk ook geïnteresseerd in die antiekhandel van hem en zijn vrouw Georgina. Het beeld was altijd dat hij ten einde raad maar de antiekhandel was ingevlucht. Ik vroeg hem waar hij nou het meeste plezier in had gehad, de criminologie of de kunsthandel. ‘De kunsthandel,’ antwoordde hij.

Maar toen ik hem vorig jaar nog een keer opzocht, bleek dat hij de wetenschappelijke literatuur over zijn vakgebied nog steeds bijhield. Eens een wetenschapper, altijd een wetenschapper.

Verder lezen: Alles over de affaire-Buikhuisen