Is AI een bedreiging voor onze banen, of juist een kans om werk waardiger te maken? Lector Peter Troxler laat zien hoe co-creatie, vertrouwen en socio-technisch denken cruciaal zijn om de digitale transitie op alle niveaus waardig vorm te geven, schrijft Zihni Özdil.
Ach, Peter Troxler, mijn gewaardeerde collega aan de Hogeschool Rotterdam. Dus u zou kunnen denken dat ik zijn recente lectorale rede met een roze bril aanhoorde.
Integendeel! Juist omdat we buren zijn in de wandelgangen van het hoger onderwijs heb ik extra kritisch geluisterd. Als een soort interne kwaliteitscontrole, met een knipoog naar die ene koffieautomaat die altijd vastloopt.

Want laten we eerlijk zijn: in een wereld vol AI-hypes – waar robots naar verluidt ons werk dreigen over te nemen – is een rede over ‘waardig werk in een digitale werkelijkheid’ als een kop sterke koffie…
Erg verkwikkend. Maar je moet wel proeven of er geen bittere nasmaak aan zit.
AI streeft ons voorbij in denkkracht: de nieuwe industriële revolutie
Troxlers rede is een pleidooi voor het herontwerpen van werk in een digitale werkelijkheid. Hij begint met zijn eigen ervaringen als ingenieur bij Alstom (een multinational in de transportsector) in de jaren negentig. Daar worstelde hij toen al met de balans tussen mens en machine.
Troxler trekt parallellen met de industriële revolutie. Destijds overtroffen machines ons in fysieke kracht. Nu doen ze dat – althans volgens de AI-verkopers – in denkkracht. Werk is geen bijproduct van tech, benadrukt hij, maar iets dat we bewust moeten ontwerpen om menselijke waardigheid te behouden.
Mens en machine als partners
Wat mij als historicus positief verraste, is dat Troxler in de geschiedenis duikt om aan te tonen dat we dat vroeger altijd wel deden als nieuwe technieken zich aandienden op de arbeidsmarkt. De kern van zijn betoog is dan ook de zogeheten ‘socio-technische systeemtheorie’. Oftewel: mens en machine zijn geen vijanden, maar complementair.
Dus ze kunnen, nee, moeten zelfs, gezamenlijk worden geoptimaliseerd.
Want, aldus Troxler, we hebben niet te maken met sociale en technische systemen die los van elkaar bestaan. We moeten niet vergeten dat het sociale en het technische een verstrengelde eenheid vormen die voortdurend evolueert. Technologie en mensen vormen ‘socio-materiële configuraties’ die veranderen door interactie. Denk bijvoorbeeld aan apps die ons werk herdefiniëren zonder dat we het doorhebben.
Een toekomst waarin AI allesbepalend is
Troxler stelt dat werknemers vertrouwen gunnen en participatief ontwerpen cruciaal zijn. Dus zeg maar werkenden als mede-scheppers in plaats van passieve uitvoerders. Een ogenschijnlijk radicale oproep tot co-creatie, weg van top-down tech-implementaties.
Maar, zo vat ik het althans op, in feite de crux voor een toekomst waarin innovatieve hightech en kunstmatige intelligentie allesbepalend zullen zijn.
Troxler vertaalt deze theorie naar de praktijk. Want zijn lectoraat (Future of Working) pakt de digitale transitie aan op drie niveaus:
- Verticaal per beroep (zoals software-engineers of illustratoren die AI integreren).
- Collectief (maatschappelijke afspraken zoals voor betrouwbare AI).
- Horizontale, algemene principes die sectoren overstijgen (bijvoorbeeld twin transitions in de bouw).
Charlie Chaplin in Modern Times, vast in de machine?
Tot slot verbindt hij dit allemaal aan bredere opgaven voor politiek en maatschappij: slimme, sociale steden en een toekomstbestendige economie.
Daarom mogen we niet vergeten dat de huidige, digitale transitie ook cultureel is. Alleen dan kunnen we een toekomstige arbeidsmarkt creëren die productief én menswaardig is.
Al met al is Troxlers rede een verfrissende tegenstem in de AI-ruis. Geen doemdenken, maar een oproep tot bewust ontwerp. Met een knipoog: als kunstmatige intelligentie ons werk ‘verbetert’, waarom voelen we ons dan soms als Charlie Chaplin in Modern Times, vast in de machine?
Zijn inzichten kunnen we wat mij betreft juist op Nederland met zijn kennisintensieve economie toepassen. Want we hebben alles in huis om ons land te transformeren tot een koploper in een sterke, innovatieve en duurzame economie.
AI als hulpmiddel in plaats van vervanger
Door werk-design centraal te stellen, kunnen we sectoren als tech, bouw en creatieve industrie herinrichten. Met AI als hulpmiddel in plaats van alleen maar vervanger. Denk aan participatieve modellen die werknemers betrekken.
Collectieve afspraken, geïnspireerd op Troxlers ideeën, zouden vakbonden en werkgevers kunnen binden aan ethische AI-regels. Wat weer innovatie boost zonder banenverlies.
Missen we de AI-boot?
Tot slot, dit klinkt misschien als de slager die zijn eigen vlees kleurt, maar ik meen het bloedserieus: politiek, media en maatschappij moeten sowieso veel meer aandacht besteden aan alle kennis vanuit de praktijk die Nederlandse hogescholen hebben.
Deze instituten zijn in Nederland de brug tussen theorie en realiteit. Laten we ze niet over het hoofd zien, anders missen we de toekomst die we zelf kunnen maken.