De pas herkozen Tweede Kamervoorzitter Khadija Arib leeft in onmin met het ambtelijk bestuur van de Tweede Kamer. Dat meldt NRC vandaag.
Ondanks haar voorbeeldige debatleiding als Tweede Kamervoorzitter zou Arib niet overweg kunnen met de ambtenaren. Exacte gronden daarvoor zijn onduidelijk, een veelgenoemde reden is een gebrek aan chemie. Harke Heida, directeur Constitutioneel Proces van de Tweede Kamer, zou zijn functie niet goed hebben kunnen uitoefenen vanwege botsingen met de voorzitter. Hij zou op een zijspoor zijn gezet.
Hervorming ambtelijk apparaat
Het ambtelijk apparaat van de Tweede Kamer werd onder oud-voorzitter Anouchka van Miltenburg hervormd. Er kwam een driekoppig managementteam, met naast de griffier een directeur Constitutioneel zaken en een directeur bedrijfsvoering. Arib was zelf, destijds als ondervoorzitter, medeverantwoordelijk voor de aanstelling van deze nieuwe topambtenaren.
Tijdens haar sollicitatiegesprek in de Tweede Kamer, vorige week, bood ze aan het nieuwe managementteam te evalueren. Het nieuwe managementteam is pas een jaar operationeel. Opmerkelijk, omdat daar niet door de Kamer naar werd gevraagd. Dit deed wenkbrauwen rijzen bij Tweede Kamerleden en de ambtenaren in dienst van het parlement.
Evaluatie topambtenaren
Arib zou door middel van deze evaluatie de ambtelijke top van de Tweede Kamer een kans kunnen geven om de eer aan zichzelf te houden. Bij Harke Heida zou deze opzet reeds zijn geslaagd. Volgens NRC zal hij aan de slag gaan bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken. Ook de griffier Renata Voss, zou niet goed met Arib kunnen samenwerken.
Voor haar verkiezing als Kamervoorzitter had Arib al een reputatie van PvdA-Kamerlid met veel vijanden. Uiteindelijk werd ze toch verkozen als voorzitter, en wist afgelopen jaar het debat in de Tweede Kamer in goede banen te leiden. Bij haar herverkiezing vorige week werd Arib hierom geprezen. Nu rijst de vraag in hoeverre de kwestie met de ambtenaren een schaduw zal werpen op haar voorzitterschap. Arib zei tegen NRC niet in te willen gaan op ‘interne aangelegenheden.’