De sergeant van de luchtmacht die zich in 2015 aansloot bij terreurbeweging Islamitische Staat (IS) is op de nationale terrorismelijst geplaatst. Plaatsing op de lijst moet voorkomen dat hij nog aan zijn geld kan komen of geld krijgt van anderen in Nederland.
Het gaat om de 28-jarige Ahmed Mufti, die was gestationeerd op vliegbasis Gilze-Rijen, meldt de Staatscourant.
Militair zit waarschijnlijk nog in ‘kalifaat’
Mufti zat bij een eenheid die met helikopters werkt. Hij was de eerste – en vooralsnog enige – actief dienende Nederlandse militair die naar het strijdgebied is getrokken om zich aan te sluiten bij een jihadistische groepering. In het verleden zijn er al wel ex-militairen naar Syrië vertrokken om zich daar in de burgeroorlog te mengen.
Dat hij op de nationale terrorismelijst is geplaatst, duidt erop dat hij nog in het zelfbenoemde ‘kalifaat’ verblijft, of in Syrië of in Irak. Hijzelf is in Irak geboren. ‘Verschrikkelijk ernstig’ noemde premier Mark Rutte (VVD) destijds het overlopen van de militair naar IS. Ook herhaalde hij toen zijn woorden dat jihadisten beter in het strijdgebied kunnen omkomen dan dat ze terugkeren naar Nederland.
‘Het spreekt voor zich dat uitreizen en zich aansluiten bij ISIS onaanvaardbaar, en bovendien strafbaar is,’ zei minister Jeanine Hennis (VVD) van Defensie indertijd. ‘Elk geval van radicalisering is er één te veel. Het is wrang als blijkt dat iemand zich aansluit bij het kwaad, terwijl collega’s hun leven wagen voor de vrijheid van een ander.’
Tegoeden bevroren
De tegoeden van Mufti zijn inmiddels bevroren. Hij is ontslagen door defensie, en eerder werd hij al geschorst. De Nationale Terrorismelijst moet ervoor zorgen dat terrorisme niet kan worden gefinancierd met geld van Nederlandse bankrekeningen.
Naast Mufti zijn maandag nog vier mannen en vier vrouwen door minister Bert Koenders (PvdA) van Buitenlandse Zaken toegevoegd aan de lijst, die inmiddels meer dan honderd namen telt. De lijst wordt ook gedeeld met andere EU-landen, zodat iemand die op de lijst staat ook niet met geld van bankrekeningen in andere lidstaten kan worden gefinancierd.