Nederlanders hebben een vrij informele, niet altijd even eerbiedige omgang ontwikkeld met hun nationale vlag. Hoe dat komt? Moeilijk te zeggen. Misschien wel gewoon doordat die vlag al zo lang bij ze hoort. Weliswaar is pas in 1958 officieel vastgelegd dat de kleur rood ‘een helder vermiljoen’ moet zijn, en de kleur blauw ‘een kobaltblauw’. Maar het rood-wit-blauw is – ondanks allerlei historische (politieke) concurrenten – al vele honderden jaren sterk met zeevarende natie Nederland verbonden.
In zijn Nederlands vlaggenboek (1962) meldt kenner Klaas Sierksma dat het oudst bekende geïllustreerde, voor de zeevaart bedoelde vlaggenboek voor ‘Holland’ een rood-wit-blauw noteert. Dat boek dateert uit 1667, toen Michiel de Ruyter de Engelsen in de pan hakte. Maar Maarten Harpertszoon Tromp gebruikte in 1639 ook al rode, witte en blauwe seinvlaggen.
De nationale driekleur uithangen aan hun gevel doen Nederlanders ook al lang, in elk geval sinds de negentiende eeuw, toen het rood-wit-blauw ook officieel de nationale driekleur was geworden. Ongetwijfeld was ‘vlaggen’ toen een elitairder gewoonte dan tegenwoordig, maar vlaggen op particuliere huizen waren ook toen al op hoogtijdagen heel gewoon. Geklaag over juist te weinig gevlag was er in de negentiende eeuw ook al, zo staat te lezen in Vermaak tussen beschaving en kerstening van John Helsloot.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen