In 2017 beoordeelden kenners van de Nederlandse politieke geschiedenis op verzoek van Elsevier Weekblad alle premiers sinds 1848. Johan Rudolph Thorbecke en Willem Drees kregen als enigen het predicaat ‘groot staatsman’. Wim Kok viel in de categorie ‘bijna groot staatsman’.
Wim Kok (1938-2018), die op 20 oktober jongstleden overleed, kreeg van zowel politieke medestanders als van tegenstanders in de media veel lof toegezwaaid, al leek het op Twitter soms of hij het land te gronde had gericht. In het onderzoek ‘De beste premier’ van Elsevier Weekblad eindigde hij op de zesde plaats en kreeg daarmee de kwalificatie ‘bijna groot staatsman’. De anderen die tot deze illustere groep behoren zijn Pieter Cort van der Linden, Ruud Lubbers, Hendrik Colijn en Piet de Jong.
Vaderlijke uitstraling
De jury van 37 deskundigen – wetenschappers en biografen, journalisten en politici – kon volgens een beproefde methode de premiers vijf kwalificaties toekennen: groot staatsman, bijna groot staatsman, gemiddeld, zwak of mislukt. Via een puntentelling is de eindscore bepaald.
Daarnaast is de juryleden gevraagd om hun kwalificaties te onderbouwen. Voor Kok, premier van 1994 tot 2002, leverde dat de volgende oogst op.
Paul van der Steen, onderzoeker, journalist en biograaf van oud-premier Jo Cals, reageerde: ‘De weging van Lubbers, Kok en zeker Balkenende is relatief lastig, omdat parlementaire geschiedschrijving over hun tijdperken nog (voor een belangrijk deel) op gang moet komen.’
Joop van den Berg, emeritus-hoogleraar, co-auteur van een imposante, tweedelige parlementaire geschiedenis en oud-lid van de Eerste Kamer voor de PvdA stelde, na een opsomming van mislukkingen in de twintigste eeuw: ‘Er waren ook degelijke en effectieve premiers: Lubbers voorop, maar ook Kok en De Jong.’ En een vergelijking met Mark Rutte: ‘De vaderlijke uitstraling van Wim Kok zal hem wel nooit gegund zijn. Kwestie van leeftijd en rimpels …’
Fortuyn
Johan Merriënboer, onderzoeker en onder meer biograaf van Sicco Mansholt en Ruud Lubbers, beoordeelde Kok als volgt: ‘Kok kwam in de buurt van Drees, zijn grote voorbeeld, maar bleek in het parlement toch een maatje kleiner en hij zag Fortuyn niet aankomen.’
Klik hier voor een toelichting bij het onderzoek en de motivaties van de juryleden
Ook stelde Merriënboer: ‘Alles goed en wel, maar de Tweede Kamer is natuurlijk de baas. Drees kon geen millimeter ruimte méér nemen dan Romme hem toestond en Kok was totaal afhankelijk van Bolkestein.’