Peter Blasic en Elsevier Weekblad: wat er gebeurde

23 januari 2019Leestijd: 3 minuten
anoniem computer

Freelancejournalist Peter Blasic heeft bij diverse Nederlandse en Vlaamse media artikelen gepubliceerd waarin hij plagiaat pleegde en mensen opvoerde die hij niet zelf heeft gesproken, schrijft De Groene Amsterdammer deze week.

Van 2015 tot 2018 schreef Blasic ook 22 (korte) artikelen voor Elsevier Weekblad. In februari 2018, nadat de redactie een melding kreeg van mogelijk plagiaat, werden zijn artikelen onderzocht en werd de samenwerking beëindigd. Hieronder een samenvatting van wat er precies gebeurde in deze samenwerking.

Kennismakingsgesprek: welwillend, vriendelijk, open

Peter Blasic meldde zich in het najaar van 2014 bij Elsevier Weekblad. Via een mail liet hij weten dat hij, hoewel hij werkt en woont ‘in de omgeving van Sittard’, voor familiebezoek geregeld naar de Balkan reist. Omdat hij graag schrijft, wil hij incidenteel journalistieke bijdragen leveren aan Elsevier Weekblad. ‘Zo ben ik afwisselend actief voor Apache News Lab, MO*, der Freitag, HP de Tijd, webmagazine ex Ponto, en het magazine Donau.’ Daarop is Blasic uitgenodigd voor een kennismakingsgesprek, zoals gebruikelijk bij freelancers.

Op 2 februari 2015 heeft Peter Blasic geluncht op de redactie aan de Radarweg in Amsterdam. Blasic kwam welwillend, vriendelijk en open over.

Vanaf eind februari 2015 tot begin 2018 schreef Blasic in totaal 22 artikelen voor Elsevier Weekblad. Het ging om kortere artikelen, variërend van 200 tot 450 woorden. Eenmaal leverde Blasic een artikel van 800 woorden, over het hek dat de Hongaarse regering in de zomer van 2015 liet bouwen om immigranten tegen te houden.

‘Zorgvuldig te werk’

Op 22 februari 2018 ontving Elsevier Weekblad een mail van een medewerker van website EUobserver, waarmee hij de redactie wilde informeren over plagiaat. Blasic, zo beweerde de afzender, zou ‘numerous articles’ (talrijke artikelen) hebben gestolen van hem.

De redactie heeft daarop meteen telefonisch contact opgenomen met Blasic, om hem te confronteren met de beschuldigingen. Blasic gaf toe dat hij in het verleden ‘onzorgvuldig’ had gehandeld, maar dat hij daarvan had geleerd en voor Elsevier Weekblad altijd zorgvuldig te werk is gegaan. Blasic verweerde zich onder meer door te stellen dat hij niet is opgeleid als journalist. Journalistieke regels als bronvermelding – verwijzen naar andere media die de journalist gebruikt bij onderzoek – heeft hij gaandeweg moeten leren, aldus Blasic.

Tegelijk heeft de Documentatie-afdeling van Elsevier Weekblad zijn artikelen nagezocht (op vergelijkbare zinnen en namen elders gepubliceerd). Daarbij werden in twee artikelen passages gevonden die zeer sterk leken op elders gepubliceerde verhalen (van andere auteurs). Die artikelen zijn offline gehaald. Dat, en het feit dat Blasic had verzwegen dat er een plagiaat-kwestie speelde met een verslaggever van EUobserver, was voldoende om de samenwerking met onmiddellijke ingang te beëindigen, op 12 maart 2018.

De journalistieke bronnen die hij in deze twee artikelen citeerde, waren kwalitatief goed en de lezer is niet verkeerd voorgelicht, maar Blasic had deze bronnen bij naam moeten noemen.

Anonieme bronnen?

Anonieme bronnen voerde Blasic in zijn artikelen voor Elsevier Weekblad nooit op – anonieme bronnen zijn bij Elsevier Weekblad ongebruikelijk en worden slechts bij uitzondering toegestaan na overleg met de hoofdredactie.

De personen die Blasic sprekend opvoerde in zijn artikelen, werden doorgaans met voor- en achternaam, en leeftijd genoemd. Zeker als het gaat om korte artikelen, over meestal lichtere onderwerpen, wordt geen ‘background-check’ gedaan.

Dat het hier ging om artikelen uit en over de Balkan, waar namen soms anders worden geschreven dan uitgesproken – zie de naam Petar Blasic / Peter Blasic – maakt het bovendien niet direct verdacht als een persoon niet meteen via Google kan worden gevonden.

Gezien de publicatie in De Groene Amsterdammer zal Elsevier Weekblad bij de resterende artikelen van Peter Blasic in het online-archief de mededeling toevoegen dat de redactie niet 100 procent zeker is dat Blasic de opgevoerde zegslieden heeft gesproken.