Pieter Elbers: ‘CO2-uitstoot per passagier daalt’

13 november 2019Leestijd: 8 minuten
Pieter Elbers (KLM): ‘Wij – u en ik – zijn de laatste generatie die het veranderende klimaat nog kan en vooral ook móet beteugelen’. Foto: Jasper Juinen

Op verzoek van Elsevier Weekblad hield president-directeur Pieter Elbers (49) van KLM afgelopen dinsdag de tweede EW Economie-lezing. Hierbij het slot van zijn betoog, over duurzaam vliegen.

Luister de hele EW Economielezing terug via ons podcastkanaal:


We zullen innovators moeten zijn en blijven. Het is niet voor niets dat KLM in 2010 als eerste luchtvaartmaatschappij het voortouw nam met de ontwikkeling van een succesvolle social media-strategie. Vandaag lopen we met een handjevol Nederlandse bedrijven nog steeds voorop in het bedienen van onze reizigers via digitale platforms.

En we blijven op zoek naar manieren om vooruit te komen. Bijvoorbeeld door digitale ecosystemen. Alleen verbinden we in dit ecosysteem niet één klant met één aanbieder, maar door onze data aan te bieden aan netwerken van bijvoorbeeld hotelaanbieders, kunnen we gezamenlijk ook onze respectievelijke producten aan elkaars klanten aanbieden.

In zijn EW Economie-lezing benoemt Pieter Elbers vijf functies van de luchtvaart: pionieren, bevorderen vrede en veiligheid, stimuleren van de welvaart, mogelijk maken om andere mensen te ontmoeten en tot slot innoveren.

Alleen door onszelf te blijven vernieuwen, lukt het KLM tot op de dag van vandaag een bijdrage te leveren aan de welvaart van ons land.

Maar hier in Nederland is dat onverkort doorgroeien van onze welvaart geen vanzelfsprekendheid meer.

De samenstelling van onze bevolking verandert, en de manier waarop we naar welvaart en welzijn kijken ook. Vroeger was beleid vooral gericht op het laten stijgen van de welvaart. Maar die welvaart heeft wel neveneffecten met zich gebracht, zoals een veranderend klimaat. Om die neveneffecten te beteugelen, moet KLM voldoen aan meer wet- en regelgeving.

Want het klimaat verandert, daar is geen ontkennen meer aan. Afgelopen februari zaten we in T-shirt op het terras. In juli ging de temperatuur in Nederland door de magische 40 gradengrens heen. Poolkappen en gletsjers smelten sneller dan we voor mogelijk hadden gehouden.

Natuurlijk, de industrie van een eeuw geleden was veel vervuilender dan veel van de fabrieken van vandaag. Maar er zijn ook andere vervuilende bedrijfstakken bij gekomen. En onze manier van leven, met suv’s, koelkasten, vriezers, televisies, wasmachines, drogers en smartphones, zorgt ook voor een hoop uitstoot. Alle gezamenlijke huishoudens samen zijn verantwoordelijk voor eenvijfde van de jaarlijkse CO2-uitstoot.

Net zo goed als we thuis allemaal ons best doen om duurzamer te leven, zo is KLM daar ook mee bezig. Net zoals u thuis uw was blijft wassen in de wasmachine, maar die uiteindelijk wel vervangt door een zuiniger model, zo moet KLM ook aan de slag.

De laatste generatie die het veranderende klimaat nog kan beteugelen

Cover Elsevier Weekblad editie 45 2019 "Schiphol op zee"

Lees ook het coververhaal over een mogelijke verplaatsing van de nationale luchthaven: Schiphol-op-Zee: meer dan een droom?

Wij – u en ik – zijn de laatste generatie die het veranderende klimaat nog kan en vooral ook móet beteugelen. Ook de luchtvaart, ook KLM. Maar ­daarbij moeten we wel voor ogen houden dat luchtvaart bij uitstek om een wereldwijde aanpak vraagt.

De grootste uitstoot wordt veroorzaakt door energie- en waterbedrijven, ons afvalbeheer, de landbouw, de delfstoffenwinning, de industrie en de bouw.

De transportsector als geheel is goed voor 14 procent en daarbinnen neemt de luchtvaartsector zo’n 2 à 3 procent van de jaarlijkse totale CO2-uitstoot voor zijn rekening.

Dat kan en dat moet minder.

Ook dat is innoveren. En dat doen we ook.

Het is ons als sector inmiddels gelukt om de CO2-uitstoot niet met de ontwikkeling van de economie mee te laten groeien, maar te laten dalen.

Sinds 2005 is binnen de KLM Groep de uitstoot per passagier met bijna 20 procent afgenomen.

Dat doen we bijvoorbeeld door onze vliegtuigen te vervangen door zuinigere toestellen, operationele innovaties en slimmere en dus kortere routes te vliegen.

‘Duurzame kerosine heeft op dit moment de meeste impact’. Foto: No Candy/ Lumen Photo

Om u een voorbeeld te geven: op het moment dat wij de Boeing 747 vervangen door een Boeing 787-10, besparen we 40 tot 45 procent brandstof. Dat zijn grote stappen. Maar het is niet genoeg. Daarom zijn we hard bezig met alternatieven.

Op dit moment heeft het gebruik van duurzame kerosine de meeste ­impact. Nadat we in 2011 de eerste ­commerciële vlucht op biobrandstof maakten, heeft KLM zich onlangs verbonden aan de ontwikkeling van de eerste Europese fabriek voor duurzame kerosine.

Daarnaast stimuleren we CO2-compensatie door onze passagiers. In 2018 hebben 88.000 passagiers van KLM meer dan 40.000 ton CO2-uitstoot gecompenseerd. Dit is gedaan door het planten van circa 616 voetbalvelden aan bomen. In de eerste helft van 2019 alleen al compenseerden 75.000 passagiers hun CO2-uitstoot.

We stellen ons programma zonder KLM-merk ook ter beschikking aan andere luchtvaartmaatschappijen, zodat zij dezelfde stappen kunnen nemen. Allemaal hetzelfde wiel uitvinden is tenslotte ook niet echt duurzaam. En op de langere termijn stimuleren wij als sector de ontwikkeling van echt duurzame alternatieven zoals elektrisch vliegen.

Voor veel mensen hoort bij welzijn ook dat we duurzamer leven

Lees het commentaar van Eric Vrijsen naar aanleiding van de economie lezing van Pieter Elbers nog eens terug: Groei luchtvaart nodig voor duurzame ontwikkeling

Ik vertelde net dat vliegen bijdraagt tot het welzijn van mensen. Voor veel mensen hoort bij welzijn ook dat we duurzamer leven. Niet alleen wij willen verduurzamen. Het is wat veel van onze klanten van ons verlangen, eisen zelfs. En dat betekent nogal wat.

Het betekent dat we een echte dialoog nodig hebben met consumenten over verduurzamen en het betekent dat we tegelijk al het goeds dat vliegen ons brengt, kunnen behouden. Het recente Fly Responsibly-initiatief van KLM heeft veel losgemaakt. Op veel plaatsen in de wereld waar ik kom, krijgt het positieve reacties.

Echt duurzaam willen zijn, vraagt ook om een andere manier van denken – van ons en van de mensen die met ons vliegen. En dat betekent weer dat we elkaar als luchtvaartmaatschappijen ook nodig hebben, want op het gebied van duurzaamheid moeten we niet langer elkaars concurrenten zijn, maar vooral elkaars collega’s worden.

Daarbij is een gelijk speelveld wel cruciaal. Want als je in België je vliegtuig belastingvrij kunt voltanken maar in Nederland niet, dan verliezen we onze concurrentiepositie in razend tempo. Die wereldwijde maatregelen gelden overigens niet alleen op het gebied van belasting. We verspillen nog steeds veel brandstof, doordat we vanwege verschillende nationale regels moeten omvliegen.

Als we het Europese luchtruim als één geheel zouden gaan behandelen, hoeven we veel minder om te vliegen en dat zou tijd, brandstof en tot 10 procent CO2-uitstoot besparen. Dat vraagt dan wel van Europese lidstaten dat ze hun eigen belangen soms opzijschuiven voor het grotere belang.

Maar ook in research & development zouden we de handen ineen moeten slaan. Met wetenschappers. Andere bedrijven. De auto-industrie en de energiesector. Als luchtvaartmaatschappij helpen we mensen dagelijks om onderlinge afstanden te overbruggen. Het wordt tijd dat we het overbruggen van de verschillen tussen verschillende bedrijfstakken ook als oplossing voor duurzamer vliegen gaan zien. En dat geldt ook voor de verschillende opvattingen die we met elkaar hebben over de rol van de luchtvaart in onze samenleving.

Ik begrijp de sentimenten van de mensen die roepen dat we moeten stoppen met vliegen. Maar die sentimenten staan buiten de realiteit, buiten de economische realiteit. De realiteit is veel complexer dan ‘vliegen of niet’. Het gaat erom hoe met elkaar houdbare oplossingen te bedenken – mondiaal en lokaal.

Wereldwijd, omdat vliegen over grenzen gaat. Lokaal, omdat we met elkaar op deze 14,4 miljoen vierkante kilometer willen kunnen blijven wonen, werken, leren, ontspannen, sporten en al het andere dat het leven tot het leven maakt.

En om dat allemaal te kunnen blijven doen, zullen we ons moeten blijven realiseren dat ons land het niet moet hebben van zijn bodemschatten. Er zit hier geen olie in de grond, of goud in de mijnen. Ons land bestaat bij de gratie van import en export. En daarom zullen we het luchtvaartdebat breder moeten voeren.

1920: KLM-oprichter Albert Plesman (links) heet passagiers van eerste commerciële vlucht welkom. Foto: ANP

Je hoeft maar naar IJsland te kijken om te zien wat luchtvaart waard is

De ontwikkeling van de Nederlandse economie is onlosmakelijk verbonden met de ontwikkeling van de Nederlandse luchtvaart. We zijn een land van internationale handel, altijd al geweest. Jaarlijks levert die wereldhandel ons 2,3 miljoen voltijdsbanen op. Aan export werd in 2017 250 miljard euro verdiend. Dat zijn inkomsten waarover belasting wordt geheven. Belasting die bijdraagt aan de brede welvaart van onze samenleving.

Je hoeft maar naar IJsland te kijken om te zien wat het waard is. Het was luchtvaartmaatschappij WOW air die het land uit de crisis van 2008 trok, schreef The New York Times onlangs. Maar nu die maatschappij failliet is, loopt het toerisme terug en glijdt het land opnieuw in recessie.

 Je hoeft maar naar IJsland te kijken om te zien wat de luchtvaart waard is

En ik denk dat we ons allemaal nog levendig herinneren wat de recessie en bijbehorende bezuinigingen hier deden met onze economie. Dat moeten we ons in Nederland niet nog eens laten gebeuren. Daarom kunnen we luchtvaart niet terugbrengen tot een discussie over CO2 en geluid alleen.

Luchtvaart is een van de pijlers onder onze economie. Het op peil houden van het niveau van de welvaart is een minimale randvoorwaarde voor duurzame ontwikkeling.

Het vervangen van onze vloot vergt investeringen, die we betalen uit de winst. Dus als we investeringen willen doen om geluidsoverlast en CO2-uitstoot terug te dringen, dan moeten we gematigd blijven groeien.

Meer dan wat dan ook laat reizen ons dromen

Ik vertelde u net hoe de luchtvaart onze blik verruimde naar andere culturen. Naar andere landen. Naar al die wonderen die de wereld ons te bieden heeft. Vliegtuigen verbinden ons met onze zakenpartners in de wereld en met de landen waar sommigen van ons een paar jaar naartoe emigreren. Ze leggen de verbinding tussen onze vakantiebestemmingen en brengen de beelden die we op Instagram zien, tot leven. ­Reizen maakt onze wereld kleiner en vergroot ons blikveld, het brengt ons kennis over elkaar en begrip voor elkaar, of dat nou op de werkvloer is, of op reis.

Maar meer dan wat dan ook laat reizen ons dromen. Dat deed het voor al die mensen die in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw het nieuws over dat groepje luchtvaartpioniers op de voet volgden. Dat deed het voor mijn ouders, die zo verwonderd aankwamen op Jersey. En dat doet het vandaag voor al die passagiers die een voet aan boord van een vliegtuig zetten.

EW economie-lezing door    Pieter Elbers (KLM)

De volledige en geannoteerde versie van de EW Economie-lezing van Pieter Elbers is na te lezen in het boek­ The Ocean of the Air Unites all People (met de tekst in het Nederlands en in het Engels). Het boek telt 80 pagina’s, inclusief ­register.

Prijs: € 12,99.

Ga naar elsevierweekblad.nl/economielezing2019 of bel ­085-888151 (tijdens kantooruren).

Het is aan ons en voor hen, voor hen en al onze kinderen, dat KLM haar best doet om de luchtvaart fit for the future te houden. Want zoals ik vertelde, heeft de luchtvaart een waarde die breder is dan alleen bedrijfsmatig, die meer dan stakeholder value vertegenwoordigt. De luchtvaart draagt bij aan vrede en veiligheid, en aan welvaart en welzijn. Hier, en in de landen waarmee we ons via de lucht verbinden.

En dus zullen we blijven pionieren om relevant te blijven, om innovatief te blijven en om welvaart en welzijn te creëren.

Want dat brengt vrede, dat brengt veiligheid en dat brengt economische vooruitgang voor ons, voor onze kinderen, voor onze kleinkinderen en alle ­generaties die erop volgen. Daarmee kunnen we onze prachtige welvarende samenleving met goed fatsoen aan hen overdragen.

Onze welvaart en ons welzijn zijn onze nalatenschap aan hen. De hemel boven ons hoofd ademt hun toekomst. Zoals luchtvaartpionier Albert Plesman ooit zei: The Ocean of the Air Unites all People.