De Europese Unie verhoogt het klimaatdoel voor 2030. In dat jaar moet de uitstoot van broeikasgassen ten opzichte van 1990 met 55 procent zijn gedaald. Dat is flink hoger dan het eerdere doel van 40 procent. De regeringsleiders van de lidstaten besloten dat vanmorgen op een top in Brussel.
Al bij het aantreden in 2019 van de Europese Commissie, geleid door Ursula von der Leyen (CDU), was duidelijk dat het klimaatdoel zou worden aangescherpt. Dit hoort bij de ‘Green Deal’ van vicevoorzitter van de Commissie Frans Timmermans (PvdA) om de economie ingrijpend te verduurzamen. Aanvankelijk was onduidelijk of het om 50 of 55 procent zou gaan. Het Europees Parlement pleitte zelfs voor 60 procent. Zoals verwacht is nu een akkoord gesloten voor 55 procent.
Zeker in Oost-Europese landen als Polen overheersten twijfels. De Polen zijn in sterke mate afhankelijk van fossiele brandstoffen. Polen wekt 80 procent van zijn stroom op uit steenkool en er zijn nog tal van steenkolenmijnen open. Verregaand klimaatbeleid, zo is de vrees, leidt tot economische schade en werkloosheid. Maar de Green Deal voorziet in miljardensteun voor getroffen regio’s.
Ook de conclusies van de Europese top benadrukken vandaag de ‘solidariteit’ tussen lidstaten ‘met verschillende startpunten’ en laten ruimte voor de inzet van aardgas – waarbij veel minder CO2 wordt uitgestoten dan bij steenkool – als tussenstap op weg naar een klimaatneutrale economie. Ook zijn sommige zaken nog niet uitgewerkt, maar meestal zal dit betekenen dat er extra geld naar Oost-Europa vloeit.
Very pleased with the European Council’s endorsement of our -55% emissions reduction target for 2030. Europe is on its way to #ClimateNeutralEU and ready to lead a global race to zero.
— Frans Timmermans (@F__Timmermans) December 11, 2020
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
1. Wat betekent het nieuwe doel voor Nederland?
Nederland streefde er al naar om de uitstoot van broeikasgassen in 2030 te hebben verlaagd met 49 procent ten opzichte van 1990. Het Europese klimaatdoel vervangt dit doel niet één op één, maar moet als het ware worden ‘opgeknipt’. Niet alle sectoren vallen onder dezelfde richtlijnen. Bovendien worden de doelen toegespitst op landen die verschillen in welvaart en wordt bekeken hoeveel ze al hebben gedaan om klimaatverandering tegen te gaan.
EU zet vol in op windmolens, weinig aandacht voor kernenergie
Voor sectoren als het verkeer en het verwarmen van huizen krijgt Nederland hoogstwaarschijnlijk een verhoogd doel.
Het zal toekomstige kabinetten nog flink wat werk opleveren om dat doel te halen. In een recent rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) wordt geconcludeerd dat Nederland het huidige doel voor 2030 niet haalt met het voorgenomen beleid. En zelfs daarvan zit veel nog in de pijplijn. Wel wordt in Brussel nog gepraat over hervormingen en alternatieven die de nationale doelen mogelijk vervangen.
2. Maar wat merkt de burger daarvan?
Discussies over klimaatdoelen en -beleid zijn abstract tot ze concreet worden. Een hoger klimaatdoel betekent dat er sneller wordt verduurzaamd. Dus meer waterstof- en elektrische auto’s op de weg, meer huizen isoleren of van het gas af en meer windmolens, zonnepanelen en, wie weet, kerncentrales. De industrie moet gaan investeren in waterstof en nieuwe innovaties.
Waarom de energietransitie zo moeizaam gaat
Een deel van die plannen komt uit Brussel. Zo presenteerde Europees Commissaris Frans Timmermans onlangs een strategie om het opwekken van windenergie op zee te stimuleren. Maar hoe toekomstige kabinetten omgaan met het nieuwe klimaatdoel bepaalt veel van de details.
3. En hoe zit het met de industrie?
De zware industrie en energiebedrijven doen mee aan het Europese emissiehandelssysteem voor CO2-rechten (ETS). Voor elke ton uitgestoten broeikasgassen moeten zij rechten bezitten. Het aantal rechten is beperkt en loopt op termijn terug naar nul. Bedrijven mogen de rechten verhandelen en kiezen dus zelf of ze de uitstoot met innovaties verminderen of ‘afkopen’. Dit is efficiënt en voorkomt dat ambtenaren gaan bepalen hoe de economie moet vergroenen.
Brussel scherpt het ETS in de komende jaren aan, zodat het aantal rechten waarschijnlijk sneller daalt. Dat gebeurt op EU-niveau, het maakt dus niet uit welke bedrijven dat doen en in welke lidstaat ze staan.
In Brussel circuleren ook ideeën om het ETS uit te breiden naar andere sectoren, of soortgelijke systemen op te zetten. Ook zijn er plannen voor een CO2-grensbelasting. Dit moet Europese bedrijven beschermen tegen concurrentie uit landen zonder prijs op CO2.
4. Breekt daarom de CO2-prijs records?
Deze week bereikte de Europese prijs voor CO2-rechten het hoogste niveau in de geschiedenis van het ETS. Gezien de coronacrisis is dat record best opmerkelijk, de economische activiteit viel dit jaar immers ver terug. De prijsstijging heeft diverse oorzaken, maar het illustreert dat bedrijven zich realiseren dat het klimaatbeleid serieus is. Naar verwachting blijven de prijzen stijgen.
EU leaders finally land on a 55% emission reduction target for 2030 -setting the tone for the #EUETS for the next decade. We @ICIS_energy assume that this can cause #EUA prices to double from todays level by 2030 #OCTT #EUCO
— Marcus Ferdinand (@MFOslo) December 11, 2020
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Door een opmerkelijke keuze van het kabinet-Rutte III is de stijging overigens goed nieuws voor Nederland. Als enige land in de Unie heft Nederland vanaf 2021 een extra CO2-belasting voor de industrie. Een omstreden maatregel. Bedrijven betalen meer dan concurrenten in het buitenland, wat ertoe kan leiden dat bedrijvigheid de grens over gaat. Daarmee schiet het klimaat niets op, maar het is wel slecht voor Nederland. Als de EU-prijs stijgt, wordt dat verschil kleiner en ondervinden bedrijven in Nederland minder nadeel. Ook is minder subsidie nodig om ‘groene’ investeringen voor de industrie te laten renderen.