Waar blijft dat campagnespektakel nou?   

V.l.n.r.: Lijsttrekkers Wopke Hoekstra (CDA), Mark Rutte (VVD) en Geert Wilders (PVV). Foto: ANP.

De verkiezingscampagne is nog niet spannend genoeg. Anderhalve week voor de opening van alle stembureaus steekt een klaagzang op over de stilstand in de peilingen. Maurice de Hond constateert al wekenlang nauwelijks beweging. Een zeteltje erbij hier, een zeteltje eraf daar. Het wil maar niet spectaculair worden.

Eerst even de koele cijfers. In de peiling die De Hond zondag 7 maart naar buiten bracht, wisselen ten opzichte van vier jaar geleden 21 Kamerzetels van partij (zie kader). In de laatste stand van de Peilingwijzer van de Leidse politicoloog Tom Louwerse – die een gemiddelde trekt van een aantal peilingen – verschuiven 16 zetels naar een andere partij.

Lees verder onder het kader

LAATSTE PEILING MAURICE DE HOND

VVD    32                -1

PVV     24                +4

CDA     17                -2

D66     14                -5

PvdA    12              +3

GL          9               -5

SP          9                -5

CU         7                 +2

PVD       7                +2

FVD       5                 +3

SGP       3                   0

JA21      3                 +3

Denk      2                -1

50Plus   2                 -2

Volt        2                 +2

BIJ1        1                 +1

CodeOranje 1          +1

____________________

Totaal    150       +/- 21

Bij vorige verkiezingen wisselden 38 zetels van partij, in 2002 46

Als dat inderdaad de uitslag wordt van 17 maart, is dat inderdaad minder dramatisch dan we gewend zijn. Bij de laatste verkiezingen veranderden 38 zetels van partij. Dit kwam vooral door de PvdA die 29 zetels verloor. Dat was de grootste nederlaag ooit. De VVD verloor 8 en de SP verloor 1 zetel. Die zetels kwamen terecht bij GroenLinks dat een winst van 10 zetels boekte, D66 +7 zetels, CDA +6, PVV +5, Partij voor de Dieren +3, DENK +3, FVD +2 en 50Plus +2 zetels.

Lees ook dit commentaar van Eric Vrijsen: Het pijnlijke uitsluiten van Wilders door VVD en CDA

Het verkleuren van 38 zetels was heftig, maar geen record. In 2002 gingen 46 zetels naar een andere partij. Dat heette voortaan de ‘Pim Revolte’.

Sociologen doen vaak klagerig over ‘het electoraat dat op drift raakt’ en zo. Maar willen ze dan terug naar de stabiele verhoudingen in de tijd van de verzuiling? Toen verschoven er bij Kamerverkiezingen maar een handjevol zetels (zie kader). In 1963 bijvoorbeeld, veranderden slechts 9 zetels van partij. De PvdA verloor toen 5 zetels, de VVD verloor er 3 en de ARP verloor er eentje. Dat was toen sensationeel, vooral ook, omdat Boer Koekoek van de Boerenpartij met drie zetels het parlement binnenkwam.

Lees verder onder het kader

WORDT HET OOIT NOG RUSTIG IN DEN HAAG?

Zetels die van partijkleur wisselen

1959     8 zetels

1963     9 zetels

1967    15 zetels

1971    20 zetels

1972    20 zetels

1977    19 zetels

1981     14 zetels

1982    15 zetels

1986     17 zetels

1989       8 zetels

1994     34 zetels

1998      25 zetels

2002      46 zetels

2003       24 zetels

2006       30 zetels

2010       34 zetels

2012       23 zetels

2017       38 zetels

 

In 1967 was het spektakel nog groter. D66 van Hans van Mierlo veroverde in één klap 7 zetels. Boer Koekoek won 4 zetels en kwam op 7. Mede daardoor kregen 15 Kamerzetels een andere kleur. De teneur van de verhalen was toen dat het waarschijnlijk nooit meer rustig zou worden in Den Haag. Inderdaad zouden in de daarop volgende verkiezingen telkens rond de twintig zetels van kleur verschieten.

In de jaren tachtig waren de uitslagen minder heftig. In 1989 kregen slechts 8 zetels een nieuwe partijpolitieke bezetting. Maar in 1994 werd de nieuwe toon gezet. De regeringspartijen CDA en PvdA kregen klappen. Vooral hierdoor wisselden 34 zetels van partij. D66 en de Ouderenpartijen profiteerden.

In de nieuwe eeuw werden tot nu toe zes verkiezingen gehouden. De verschuivingen waren aanzienlijk: 46, 24, 30, 34, 23 en 38 zetels. Wat de verkiezingen van 2021 in petto hebben, weten we nog niet. Maar op grond van de peilingen houden de kiezers het met zo’n twintig zetelwisselingen tussen de partijen tamelijk rustig.

Geen van de grote partijen lijkt van de mat te worden geveegd

Het ziet er niet naar uit dat een van de grote partijen van de mat wordt geveegd. Dus aan de noodzakelijke voorwaarde voor een aardverschuiving qua Kamerzetels wordt niet voldaan. Maar anderhalve week voor de verkiezingen is nog niets zeker. Juist de steeds grotere verschuivingen van de afgelopen decennia hebben kiezers geleerd dat ze tot op het laatste moment kunnen wachten met beslissen op wie ze gaan stemmen.

Uit cijfers van De Hond blijkt dat begin maart bijna de helft van de kiezers nog geen definitieve keuze had gemaakt en twee of meer partijen op het oog had. De VVD van Mark Rutte lag aan kop met bijna veertig zetels, maar als alle twijfelaars Rutte alsnog in de steek laten komt-ie uit op 25 zetels.

Het normale patroon is dat twijfelaars zich evenredig over de partijen verdelen. Maar dat hoeft niet. Er kan iets gebeuren waardoor de zwevende kiezers ineens één kant op worden gedreven en massaal bij een of een paar van de partijen landen. Dan schieten de zetelwisselingen meteen door van 20 naar 30 of meer.