De rek raakt eruit. De kabinetsformatie schiet niet op en de demissionaire oppositie slijpt de messen. De gespeelde verontwaardiging kan zelfs het beeld van een toekomstig kabinet beschadigen. VVD-leider Mark Rutte komt onder tijdsdruk. Politiek redacteur Eric Vrijsen over de groeiende neiging van Rutte III om te ‘demissionairen’.
Deze week werden drie nieuwe bewindslieden beëdigd, die meteen demissionair waren. In de slotfase van het reeds in januari gevallen kabinet-Rutte III mogen D66-minister Tom de Bruijn (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) plus de staatssecretarissen Steven van Weyenberg (D66, Infrastructuur en Waterstaat) en Dennis Wiersma (VVD, Sociale Zaken) nog even plaatsnemen op de vacante plek in drie dienstauto’s.
Lees ook: Waarom duurt het zo lang in Den Haag?
Ho, ho, ze hebben heus nog wat te doen. Vooral De Bruijn – gepensioneerd topdiplomaat – liet weten dat hij er hard tegenaan wil om de wereld te verbeteren. Veel succes! Maar de kersverse bewindsman moet niet vergeten dat baas Rutte en alle ministeriële collega’s reeds in februari ontslag hebben aangevraagd bij het staatshoofd.
In mei trad ook nog Dilan Yesilgöz (VVD) aan als extra staatssecretaris op Economische Zaken en Klimaat. Daar was reeds Stef Blok (VVD) als minister ingevlogen, omdat Bas van ’t Wout (VVD) overspannen afhaakte. Van ’t Wout was begin dit jaar aangetreden vanwege het aftreden van partijgenoot Eric Wiebes. Blok kwam van Buitenlandse Zaken, waar Sigrid Kaag (D66) zijn taken overnam en haar werk wordt nu dus gedaan door De Bruijn.
Zo kom je in het Guinnes Book of Records
Dit alles is nog maar een deel van de carrousel. Ook VVD-minister Tamara van Ark (Medische Zorg) is met ziekteverlof. ChristenUnie-staatssecretaris Paul Blokhuis neemt haar taken waar. Omdat vóór Van Ark de ministers Bruno Bruins (VVD) en Martin van Rijn (PvdA) de functie bekleedden, is Blokhuis dus de vierde bewindspersoon op deze positie. Zo haal je op den duur het Guinness Book of Records.
Je denkt dat een kabinet ruim een half jaar na aftreden een uitgebluste indruk moet maken, maar Rutte III ontpopt zich als het Tempo Team Uitzendbureau. Daar wringt hem de schoen. Een demissionair kabinet moet lopende zaken afhandelen en staat min of meer onder curatele van de Tweede Kamer. Tijdens de kabinetsformatie mogen bewindslieden tijdelijk een Kamerzetel bezetten, maar Rutte III doet eigenlijk het omgekeerde. Het heeft nu drie Kamerleden (Yesilgöz, Van Weyenberg en Wiersma) ingelijfd om een staatssecretariaat te draaien.
Staatsrechtelijk is het scheef
Staatsrechtelijk is dat scheef, want op deze manier komt er van parlementaire controle niets terecht. Staatsrechtgeleerde Bert van den Braak wees daarop al in mei, toen Yesilgöz de dubbelfunctie aannam. Nu ook Van Weyenberg en Wiersma het doen, geldt zijn punt extra.
De Leidse hoogleraar Wim Voermans zegt nu ook dat het staatsrechtelijk de spuigaten uitloopt. De SP heeft Kamervragen gesteld, maar het antwoord daarop ligt voor de hand: het is misschien niet helemaal de bedoeling, maar de Grondwet heeft zo’n tijdelijke dubbelfunctie van Kamerleden niet uitdrukkelijk verboden en dus kan het.
In de huidige Tweede Kamer zitten nu vijf demissionaire ministers en zes demissionaire staatssecretarissen. In theorie kan Rutte III nog tientallen staatssecretariaten in het leven roepen en daar Kamerleden neerzetten, dan komt er van parlementair toezicht helemaal niks meer terecht.
Lees hier over de rol van de polder bij deze formatie
Dit is natuurlijk niet kosjer. Het combineren van functies is alleen toegestaan als tijdelijke overbrugging voor bewindslieden die op de kieslijst van de Kamerverkiezingen stonden. Ze hebben zich onderworpen aan de tucht van de democratie en dat is mooi. In afwachting van een nieuw kabinet mogen ze voorlopig even hun parlementaire zetel bezetten. Maar je moet het niet omdraaien – Kamerleden ronselen voor functies in de demissionaire ploeg – want dan wordt het een trucje om het parlement monddood te maken.
Rutte III haalt nog van alles overhoop
Zeker mag dat niet als de demissionaire regering nog van alles overhoop wil halen. Rutte III is druk met coronabeleid en beslist over zaken als het wel of niet doorgaan van de Grand Prix op Zandvoort. De wereld staat niet stil en een nieuwe vluchtelingencrisis (Afghanen) dringt zich op. Het kabinet werkt ook aan een ‘beleidsrijke’ begroting voor 2022.
Dit is een beetje raar voor een kabinet dat in januari toch echt was afgetreden. In Den Haag is een nieuw werkwoord ontstaan: demissionairen. Het betekent zoveel als: je mag formeel geen initiatieven nemen, maar er zijn allerlei praktische redenen om het wel te doen en daarom druk je door. Demissionairen klinkt als demarreren en geeft een kabinet vleugels op het moment dat het zich eigenlijk bij alles zou moeten neerleggen.
Rutte III echter, gaat door tot het gaatje. Geert Wilders (PVV) wil de Kamer terugroepen van reces om daartegen te fulmineren. Zo’n Kamerdebat loopt dan weer met een sisser af, maar de inzet is natuurlijk de publieke opinie. Wilders en alle andere toekomstige fractieleiders in de oppositie hebben er belang bij om Rutte III te kwalificeren als een ploeg brekebenen die maar wat doormoddert.
Hoe langer de formatie duurt, hoe groter de kans op ‘een doorstart’ en dan lijkt Rutte IV – met opnieuw VVD, D66, CDA en ChristenUnie – op diezelfde ploeg Rutte III-strompelaars die zich van Kamer en samenleving niks aantrekken.
Touwtje uit de brievenbus
De ophef over de trage kabinetsformatie is gespeelde verontwaardiging. Kabinetsinformateur Mariëtte Hamer is met vakantie. De onderhandelaars hebben af en toe een vergadering per laptop. De woordvoerder van de kabinetsinformatie is onbereikbaar. Zo wordt er geklaagd en gespind.
Oud-vicepremier Jan Terlouw (D66) – de man van het ‘touwtje uit de brievenbus’ – mopperde deze week op Twitter dat de kabinetsformatie in slaap is gevallen, terwijl de wereld ten onder gaat door de klimaatcrisis. Nee, dan vroeger. ‘In mijn tijd’ was alles beter. Al moet gezegd dat D66 onder Terlouw spectaculair snel opgebouwde verkiezingswinst in een nog hoger tempo weer verloor. Mooi boek over verschenen: ‘Naar zeventien zetels en terug.’
Terlouw heeft natuurlijk een punt. Vijf maanden na de verkiezingen en nog altijd geen witte rook. Sterker, de vraag wie met wie blijft voorlopig onbeantwoord. Een extra Kamerdebat gaat daar niets aan veranderen. Behalve als Sigrid Kaag zegt dat ze de ChristenUnie pruimt of als Lilian Ploumen (PvdA) en Jesse Klaver (GroenLinks) toegeven dat ze niet langer elkaars handje vasthouden.