Rutger Groot Wassink moet zich woensdag 26 januari opnieuw verantwoorden voor het vermeend achterhouden van een rapport over lhbti-geweld in Amsterdam, waaraan vooral Marokkaans-Nederlandse jongeren zich schuldig zouden maken. De GroenLinks-wethouder hangt een motie van wantrouwen boven het hoofd.
1.Waarover gaat het debat?
Woensdag 26 januari wordt er in de Amsterdamse gemeenteraad opnieuw vergaderd over het onderzoek naar homodiscriminatie in de stad. De verantwoordelijk GroenLinks-wethouder Rutger Groot Wassink (Sociale Zaken, Diversiteit en Democratisering) ligt onder vuur. Oppositiepartijen beschuldigen de wethouder ervan de uitkomsten onder de pet te hebben gehouden.
Lees ook de blog van Philip van Tijn: Homohaat vind je heus overal en even erg – volgens GroenLinks
Groot Wassink stuurde het rapport tijdens het zomerreces naar de gemeenteraad, terwijl het in februari al klaar was. Uit door De Telegraaf geopenbaarde WhatsApp-berichten blijkt dat Groot Wassink vragen van de pers afhield. ‘Zeg maar dat ik op vakantie ben en slecht bereikbaar,’ liet hij een van zijn ambtenaren weten. Wil van Soest van oppositiepartij Partij van de Ouderen kondigde een motie van wantrouwen aan tegen Groot Wassink. Daarover zal woensdag worden gestemd.
2. Wat stond er in het rapport?
In het 66 pagina’s tellende rapport – in opdracht van de Gemeente Amsterdam – vertellen vijftien slachtoffers van lhbti-geweld over hun ervaringen. De vijftien respondenten wijzen vaak jonge mannen met een Marokkaanse achtergrond aan als dader. Het rapport spreekt over ‘tienerjongens met een niet-Nederlandse achtergrond die in groepsverband discriminatoire acties uitvoeren’. Volgens de onderzoekers wordt het overgrote deel van de ‘lhbtiq+-gemeenschap’ dagelijks geconfronteerd met diverse gradaties van discriminatie.
‘Uit dit rapport komt glashelder naar voren waar GroenLinks en de andere collegepartijen al decennia hardnekkig van wegkijken: homohaat komt veel voor onder Marokkaanse jongens,’ reageerde JA21-raadslid Annabel Nanninga in juli. ‘Kennelijk is zelfs in Amsterdam die olifant in de kamer inmiddels te groot om nog onder multicultureel gewauwel te kunnen bedekken.’
3. Wat is de kritiek op Groot Wassink?
De wethouder zou het rapport hebben achtergehouden, luidt de kritiek. Het rapport heeft 1 februari 2021 als datum, maar werd pas tijdens het zomerreces naar de Amsterdamse gemeenteraad gestuurd. De vermoedens over het onder de pet houden, worden ondersteund door berichtgeving van De Telegraaf, eind december vorig jaar. Groot Wassink wilde niet ingaan op persvragen over het rapport. ‘Afhouden lijkt me goed,’ appte hij naar de ambtenaar.
Lees meer over lokale politiek in EW’s verkiezingsrubriek: Blijft het laatste rode bolwerk overeind op 16 maart?
Zelf ontkent Groot Wassink de beschuldigingen van ‘wegmoffelen’. Volgens de wethouder zouden nog niet alle onderzoeken in februari zijn afgerond. Ook verklaart hij het rapport pas op 7 juni te hebben gezien. De conclusie van het rapport vond hij niet verrassend. ‘Bespottelijk’ noemt Groot Wassink de suggestie dat hij zou ontkennen dat homohaat veel voorkomt onder jongeren met een migratieachtergrond.
‘Iedereen in Amsterdam weet dat toch?’ zei hij vorige week in gesprek met website De Kanttekening. ‘Bij religieuze jongeren vooral, laten we nou wel wezen. Dat is geen geheim. Niet bij elke stroming van de islam is er tolerantie voor de lhbtiq+-gemeenschap. Zeker niet.’
4. Hoe reageren Amsterdamse raadsleden?
Tijdens de raadsvergadering op 12 januari noemden Tirza de Fockert (GroenLinks) en Jan-Bert Vroege (D66) de discussie ‘opgewarmde prak’. Oppositiepartij VVD, die het debat had aangevraagd, werd verweten twee maanden voor de gemeenteraadsverkiezingen met ‘grote woorden’ te komen.
Nanninga (JA21) noemde Groot Wassink ‘een slecht bereikbare wethouder, die voor zijn eigen ambtenaren erg goed bereikbaar is’. Wil van Soest (Partij van de Ouderen) kondigde dus een motie van wantrouwen aan, maar ondanks de felle kritiek is de kans klein dat ze genoeg steun krijgt.