Het kabinet beloofde vorig jaar om snel met een langetermijnaanpak van corona te komen. Maar ook de nieuwe minister van Volksgezondheid is er nog niet helemaal uit. Wat behelst zijn brief aan de Tweede Kamer over de corona-aanpak voor de komende maanden, en daarna?
1. Waarom nu deze brief?
De behoefte aan een langetermijnaanpak van corona leeft al sinds het eerste jaar van de pandemie, maar het kabinet zag zich door tegenvallende ontwikkelingen steeds weer gedwongen ad-hoc-maatregelen te nemen. Afgelopen december, toen de regels juist weer werden aangescherpt, kondigden de destijds demissionaire bewindslieden Mark Rutte (VVD) en Hugo de Jonge (CDA) aan dat er eind januari meer duidelijkheid zou komen over zo’n langetermijnaanpak.
Lees ook dit commentaar: Omikronvariant slaat bodem weg onder Coronatoegangsbewijs
Met opnieuw enige vertraging heeft de nieuwe minister van Volksgezondheid, Ernst Kuipers (D66), op 8 februari een brief naar de Tweede Kamer gestuurd over deze plannen. Maar eigenlijk is het nog steeds geen langetermijnplan. De voorstellen bestaan uit drie delen, waarvan het eerste gaat over de korte termijn en de overige twee nog in potlood zijn geschreven. Het is dus eigenlijk meer een aanzet dan een uitgewerkte visie. Kuipers noemt het zelf een ‘doorkijk op de contouren van de strategie’. Die uitgewerkte ‘brede langetermijnstrategie’ verwacht hij begin maart te kunnen delen. En later dit voorjaar volgt ook nog een plan over de zogenoemde pandemische paraatheid, oftewel: hoe moet Nederland zich voorbereiden op een mogelijke volgende pandemie?
2. Wat waren tot nu toe de doelen van het coronabeleid?
Wat precies de doelen van het coronabeleid waren in de afgelopen twee jaar is onderwerp geweest van veel discussie. Daarbij ging het vooral over de vraag wat nu een doel was, en wat een neveneffect. Zo heeft het kabinet steeds volgehouden dat het bereiken van groepsimmuniteit geen doel was van het beleid, maar een gevolg van de onontkoombare groei van het aantal besmettingen.
De overheid bracht als boodschap dat de aanpak erop gericht was om de pieken van besmettingen uit te smeren, zodat de zorg niet overbelast zou raken. En officieel werden de volgende doelen vastgesteld:
1) acceptabele belasting van de zorg;
2) bescherming van kwetsbaren;
3) zicht houden op het virus.
Later werd daaraan toegevoegd:
4) beperken van economische en maatschappelijke schade.
3. Wat verandert er aan het beleid?
De ommezwaai in het coronabeleid die Kuipers nu aankondigt, gaat in de brief gepaard met een wonderlijke inleiding. ‘Deze aanpassing van de doelen is een reflectie van een paradigmaverschuiving in het coronabeleid.’ Met andere woorden, er is sprake van een paradigmaverschuiving in het coronabeleid, en daarom passen we de doelen van het beleid aan. Bedoeld wordt vermoedelijk dat de coronacrisis in een andere fase is gekomen: als gevolg van doorgemaakte infecties en met dank aan vaccinaties en betere behandelmethoden, en ook doordat de dominante virusvariant iets minder ziekmakend is, lijken de grootste problemen van corona bedwongen. Daardoor kunnen de doelen veranderen.
Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.
Wat nu centraal komt te staan, zijn twee uitgangspunten:
a) sociaal-maatschappelijke en economische continuïteit/vitaliteit, en
b) toegankelijkheid van de gehele zorgketen voor iedereen.
In de communicatie met het grote publiek wordt dat vertaald als het zoveel mogelijk openhouden van de samenleving ondanks het virus.
Het zogenoemde doorkijkje op de langetermijnstrategie laat zien dat het kabinet in de toekomst meer oog wil hebben voor de proportionaliteit van maatregelen en de grondrechten zo min mogelijk wil inperken. Opvallend is verder een passage over voorspelbaarheid van beleid. Kuipers toont begrip voor de behoefte daaraan, maar wijst erop dat de overheid in noodsituaties altijd flexibel moet kunnen zijn.
4. Wat gaat dit betekenen voor de komende maanden?
Eigenlijk is de brief van Kuipers daar uiterst vaag over. Het is vooral een opsomming van de huidige omstandigheden en maatregelen op tal van deelterreinen, met daarbij een voorzichtige inschatting of ze de komende tijd wel of niet nodig zullen blijven. Op 15 februari is er een ‘weegmoment’, pas op 8 maart volgt een besluitvormingsmoment. Het zal van de adviezen van het OMT en de ontwikkelingen in de ziekenhuizen afhangen hoe snel de maatregelen worden versoepeld en welke basismaatregelen het kabinet nodig acht.
Kort samengevat: Kuipers gaat ervan uit dat sommige basismaatregelen mogelijk nog enige tijd nodig blijven. Strenge (in)reismaatregelen passen niet meer bij deze fase van de pandemie. Wat betreft testen zet het kabinet in op een flexibele testcapaciteit, zowel bij de GGD als door middel van zelftesten. Het coronatoegangsbewijs (CTB) heeft een belangrijke rol bij de heropening van de samenleving, en ondanks de luide roep om het af te schaffen, ziet Kuipers de waarde van de coronapas bij bijvoorbeeld festivals. Er staat gek genoeg niets in over een aanpassing van de quarantaineregels, die nu een zware wissel trekken op de samenleving.
Inzetten op vaccineren blijft centraal in de aanpak. De Gezondheidsraad komt een dezer dagen met een advies over nut en noodzaak van een volgende boosterprik. En in de zorg moet een Taskforce zich gaan bezighouden met een duurzame versterking van de zorgcapaciteit. Daarnaast wordt de capaciteit verdubbeld om coronapatiënten thuis met zuurstof te behandelen.