Hoever mogen de boeren in hun protestacties gaan?

Boeren demonstreren in Den Haag. Foto: ANP / Hollandse Hoogte / Laurens van Putten

De boerenprotesten gericht tegen het stikstofbeleid van het kabinet worden steeds grimmiger. Er zijn snelwegblokkades en er wordt langs diverse snelwegen brand gesticht. Hoever mogen boeren gaan om hun ongenoegen kenbaar te maken? Vier vragen over het demonstratierecht.

1.Hoe absoluut is het demonstratierecht?

Het demonstratierecht is een grondrecht dat is vastgelegd in artikel 9 van de Grondwet. Het recht is alleen geen absoluut grondrecht. Onder bepaalde voorwaarden mag dit grondrecht worden beperkt,’ zegt Berend Roorda (35), universitair hoofddocent demonstratierecht aan de Rijksuniversiteit Groningen.

In de eerste plaats kan dit via artikel 9 lid 1 Grondwet. Daarin staat namelijk dat het recht tot betoging wordt erkend, ‘behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet’. Dit betekent dat ook demonstranten zich aan de wet – zoals het Wetboek van Strafrecht en de Wegenverkeerswet 1994 – dienen te houden. Een demonstratie is dus geen vrijbrief om strafbare feiten te plegen’, aldus Roorda.

In de tweede plaats via artikel 9 lid 2 Grondwet. Dit artikel is verder uitgewerkt in de Nederlandse demonstratiewet, de Wet openbare manifestaties. Roorda: ‘op grond van die wet heeft de burgemeester de bevoegdheid om een demonstratie te beperken of – in een uiterst geval – zelfs te verbieden of te beëindigen. Hij is hiertoe echter uitsluitend bevoegd als dat noodzakelijk is ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer, of ter voorkoming of bestrijding van wanordelijkheden.’

 

2.Wat is precies toegestaan tijdens een demonstratie?

De snelweg oprijden met een trekker is volgens de wet verboden. Maar de actie moet worden gezien in de context van een demonstratie. Roorda: ‘een rechter maakt een afweging tussen enerzijds het recht om te demonstreren en anderzijds het strafbare feit. Er zijn rechters die dan oordelen: het is weliswaar strafbaar, maar in de context van een demonstratie leg ik geen straf op. En soms oordelen rechters zelfs dat de demonstratievrijheid de strafbaarheid van een gedraging kan ontnemen. Dan weegt de demonstratievrijheid dus zwaarder dan het strafbare feit.’

Het is van belang dat de protestactie nog wel valt onder de reikwijdte van het demonstratierecht. ‘Als bij de protestactie de gemeenschappelijke meningsuiting niet meer voorop staat en het echt wordt ingezet als fysiek dwangmiddel, dan valt het niet meer onder de demonstratievrijheid. Dit was bijvoorbeeld het geval bij de blokkeerfriezen. De rechter nam het hen kwalijk dat zij anderen (de demonstranten tegen Zwarte Piet) de mogelijkheid om hun grondrecht uit te oefenen onmogelijk maakten. Dit droeg eraan bij dat de rechter hun gedrag strafbaar achtte,’ stelt Roorda.

Lees ook dit interview met Berend Roorda terug: Demonstreren in coronatijd? Ook dan gelden de maatregelen

 

3.Demonstraties mogen toch geen gevaar vormen voor burgers?

Nee. Volgens Roorda is het bij een demonstratie vereist dat de gemeenschappelijke meningsuiting op de voorgrond staat. ‘Op het moment dat er sprake zou zijn van mishandeling of vernieling, denk ik dat er geen enkele rechter zou zijn die zegt dat het demonstratierecht zwaarder weegt dan de gepleegde misdrijven.’ Volgens Roorda begeven de boeren zich op glad ijs. Hij verwacht dat dat rechters de brandstichtingen langs de kant van snelwegen zullen veroordelen.

‘Ook hier verwacht ik dat rechters de gepleegde misdaden zwaarder vinden wegen dan het demonstratierecht.’ Als de meningsuiting op de achtergrond raakt, dan zijn de middelen die worden ingezet om te demonstreren veel sneller strafbaar. Roorda: ‘Ik neig te denken dat dit nu ook met de boerenprotesten het geval is.’

 

4.Waarom treedt de politie zo terughoudend op?

Vooralsnog treedt de politie beperkt op tegen de ongeregeldheden die worden veroorzaakt door de boeren. Het uitschrijven van boetes is de meest in het oog springende uitzondering, maar verder lijken boeren vrij spel te krijgen. Roorda: ‘De politie let erop dat ingrijpen niet leidt tot onnodige escalatie. Bovendien krijgen de demonstranten de nodige ruimte zodat zij hun punt kunnen maken.’

Wel hebben de burgemeester en de onder hem vallende politie meer reden om harder in te grijpen en beperkend op te treden als de protesten langer duren. In de eerste plaats omdat boeren al enige tijd hebben gekregen om hun punt te maken. In de tweede plaats omdat de hinder die ervan wordt ondervonden toeneemt naarmate de protesten langer voortduren. Het is belangrijk dat de politie naar verloop van tijd grenzen gaat stellen: tot hier en niet verder.’