VVD: na terechte woede over Iran ook tijd voor aanpak hoofddoekdwang in Nederland

Steunbetuiging aan Iraanse volk met hoofddoekprotest voor Tweede Kamergebouw. Foto: ANP LEX VAN LIESHOUT

Er wordt terecht geschokt gereageerd op de moord op de jonge Iraanse vrouw Mahsa Amini. Maar dat vrouwenrechten in Iran en vele andere landen structureel worden geschonden, is geen nieuws. De politiek moet veel alerter reageren op hoofddoekdwang in Nederland, schrijft VVD-Kamerlid Hatte van der Woude in een ingezonden opinie. Want die is een symptoom van een hele reeks aan beperkingen die vrouwen en meisjes krijgen opgelegd.

Hatte van der Woude (1969) is Tweede Kamerlid voor de VVD.

Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.

Deze zaterdag, 8 oktober, is er een grote solidariteitsdemonstratie aangekondigd op het Malieveld in Den Haag tegen de misstanden tegen vrouwen in Iran. De barbaarse dood van Mahsa Amini heeft de hele wereld geschokt. Ze was een jonge vrouw die was opgepakt door de Iraanse ‘zedenpolitie’ omdat ze zich niet hield aan de eisen voor hoofdbedekking die daar gelden voor vrouwen, en dat niet overleefde.

We weten al veel langer dat Iran een ‘zedenpolitie’ heeft

Het is goed en terecht dat we ons in Nederland uitspreken over deze moord. Tegelijk weten we al veel langer dat die kledingeisen in Iran gelden en dat Iran een ‘zedenpolitie’ heeft. De groep mensen die dat normaliter niet zo interesseert en een ver-van-mijn-bedshow vindt, of denkt dat dat ‘hoort bij die cultuur’, is groot. En als de gebeurtenissen geen opzienbarende gevolgen voor het regime hebben, verwacht ik dat de aandacht voor deze vrouwen ook snel weer zou kunnen wegebben, net zoals dat met de aandacht voor de situatie van vrouwen in talloze andere landen gebeurt.

Maar we mogen hier nooit onverschillig over worden. Elke gelegenheid die we krijgen, moeten we gebruiken om het op de agenda te zetten en onze steun uit te spreken aan deze onderdrukte vrouwen. Wat mij betreft moeten deze schendingen van vrouwenrechten centraal staan in contacten met deze landen, of dat nu goed uitkomt of niet.

Aarzeling om Iraanse vrouwen te steunen uit angst voor ‘polarisatie’

Merkwaardig is bovendien de zichtbare angst om steun te geven aan Iraanse vrouwen door mensen die bang zijn voor ‘polarisatie’, of moslimhaat, zoals zij dat noemen. Het is opvallend dat de Iraanse mensenrechtenschendingen voor een deel van politiek Den Haag zelfs aanleiding zijn om het recht om vrij een hoofddoek te dragen te vieren.

Deze boodschap mist compleet de essentie van de strijd van de moedige Iraanse vrouwen, en het is ook maar zeer de vraag of alle Nederlandse vrouwen in alle vrijheid mogen bepalen of ze wel of niet een hoofddoek dragen. Als we iets hebben geleerd van de ervaringen van Lale Gül, is het dat ook in Nederland groepen vrouwen en meisjes worden onderdrukt.

Hoofddoekdwang zichtbaar symptoom van reeks beperkingen

De verplichting van het dragen van een hoofddoek, een heel zichtbaar iets waar we vaak op focussen, is slechts een symptoom van een hele reeks aan beperkingen die in conservatieve kringen aan vrouwen worden opgelegd. Ze mogen niet vrij hun kleding of partner kiezen, ze mogen niet een avond uit met vriendinnen of een dating-app gebruiken. Ze hebben niet de bewegingsvrijheid die hun broers, neven en vaders wel hebben. Het pijnlijke gevolg is dat deze meisjes en vrouwen op allerlei manieren niet volledig kunnen deelnemen aan onze open samenleving. Als ze dat wel doen, tasten ze de eer aan van de familie. Dan zijn ze een schande voor de familie, met alle gevolgen van dien.

Maar ook als er geen directe verplichting is, lijken groepsdruk en sociale druk vanuit de omgeving en de familie een grote rol te spelen bij afwegingen die vrouwen en meisjes maken voor hoe ze zich kleden of gedragen en van welke vrijheden, die hen volgens onze grondwet toekomen, ze daadwerkelijk gebruik durven te maken. Want afwijken van wat je familie of omgeving van je verwacht, kan leiden tot veroordeling, of verstoting. Of worden lastiggevallen op straat.

De situatie in Iran laat zien wat er gebeurt als je niet zonder mitsen en maren gaat staan voor de vrijheid van vrouwen om te dragen wat ze willen. Verschillende vrouwen zijn al doodgeschoten omdat ze hun hoofddoek afdeden. Het is absurd dat vrouwen die dit in Iran zien gebeuren niet zonder voorbehoud naast deze vrouwen gaan staan, maar zich vooral beroepen op hun eigen vrijheid om hier te kiezen voor het dragen van een hoofddoek.

Vrijwillige sluier bij sommigen geen reden om dwang niet te bespreken

We mogen nooit de ogen sluiten voor hoofddoekdwang en andere manieren om vrouwen te onderdrukken, in Iran of hier. Als woordvoerder emancipatie trek ik het me aan dat die dwang in Nederland bestaat, dat de meest basale grondrechten kennelijk niet voor iedereen in Nederland gelden, en dat bovendien maar weinig mensen dat een probleem lijken te vinden. Dat sommige vrouwen er zelf voor kiezen een hoofddoek te dragen of hun rechten te laten inperken, is geen excuus om het er niet over te hebben.

Lees deze column van Geerten Waling over een ex-moslima terug: Meryem nam met een bonkend hart afstand van de islam

Als we dit probleem serieus nemen, moeten we dus ook kritisch kijken naar de dwang en onderdrukking die sommige vrouwen en jonge meisjes hier in ons land ervaren, en hun de erkenning en de steun geven die ze nodig hebben. Allereerst moeten we beter de omvang van de problematiek kennen door zoveel mogelijk bestaande data in kaart te brengen, maar ook door die data vanaf nu actiever te gaan verzamelen. Om jonge vrouwen te helpen die willen ontsnappen aan onderdrukking, is daarnaast een goede opvangstructuur nodig. Daar moeten we ons vanuit politiek Den Haag voor gaan inzetten. Want ook voor die Nederlandse vrouwen en meisjes is het leven in Nederland niet zoals het zou moeten zijn: vrij en gelijkwaardig.