Premium Lock Hoe Nederland zich beter kan weren tegen spionage

Illustratie: Erik Varekamp

Het romantische beeld van inlichtingenofficieren als James Bond is achterhaald. Alles staat of valt met digitale technieken. Maar de veiligheidsdiensten hebben meer armslag nodig. EW sprak ingewijden: ‘We mogen eigenlijk niet googelen.’

Abonnee worden?Dagelijks op de hoogte blijven van de laatste actualiteiten, achtergronden en commentaren van onze redactie? Bekijk ons aanbod en krijg onbeperkt toegang tot alle digitale artikelen en edities van EW.

Bekijk de mogelijkheden voor een (digitaal) abonnement hier 

Hij deed zich voor als Viktor Muller Ferreira (33), geboren in Niteroi, een welvarende voorstad van Rio de Janeiro. Hij arriveerde april vorig jaar vanuit Brazilië op Schiphol om stage te lopen bij het Internationaal Strafhof in Den Haag. Hij had zijn tranentrekkende verhaal goed voorbereid. Zijn moeder was muzikant in de cafés van Rio, maar op jonge leeftijd overleden. Zijn biologische vader had hem nooit willen zien. Pas in zijn tienerjaren was er een ontmoeting, die zo mislukte dat hij naar een ander deel van het land verhuisde om elkaar nooit meer onder ogen te hoeven komen. Hij was opgevoed door zijn tante, maar ook die was dood.

Om niet verstrikt te raken in de details van zijn leugens, had de aankomend stagiair alles opgeschreven. Een nogal uitgebreid spiekbriefje van 2.510 Portugese woorden. Namen van cafés in Rio, restaurants in Brasilia, de grootouders die zijn moeder hadden verstoten wegens haar jeugdzonde, de ravissante aardrijkskundelerares op zijn middelbare school op wie alle jongens, inclusief hijzelf, verliefd waren. Alles schreeuwde erom deze jongeman een kans te geven.

Met één ding hadden de meelijwekkende stagiair en zijn opdrachtgevers in Moskou géén rekening gehouden: via de Koninklijke Marechaussee krijgen inlichtingendiensten passagiersgegevens van alle op Schiphol arriverende vliegtuigen. Die gegevens worden vergeleken met andere ‘bulkdata’. Vervolgens doen een paar slimme digitale filters goed werk.

Hoe de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD) het precies achterhaalde, is onbekend. Feit is dat Viktor Muller Ferreira (33) uit Niteroi helemaal niet bestond. Hij was als illegal naar Nederland gestuurd: een onder valse naam werkende spion.

Lees meer over clandestiene Russische operaties: Gestuurd door het Kremlin: 10 jaar Russische spionage in Nederland

Hij heette eigenlijk Sergej Vladimirovitsj Tsjerkasov (37) en werkte voor de Russische militaire geheime dienst GRU. Bij het Internationaal Strafhof moest hij achterhalen hoe het zat met de vervolging van Russische oorlogsmisdaden in Oekraïne en Georgië (2008). Dat ging dus mooi niet door. Tsjerkasov werd direct op een vliegtuig gezet en teruggestuurd naar Brazilië. Alle minutieuze voorbereidingen van de GRU in één klap tenietgedaan. Inlichtingenoperatie mislukt.

Russen bij het OPCW: ‘Ze waren hier niet op vakantie’

De Russen hadden het kunnen weten, want ook hun poging op 13 april 2018 om de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) in Den Haag te bespieden, was stukgelopen. De OPCW onderzocht aanslagen met gifgas op dissidente Russen in Engeland en was ook bezig met de vervolging van gifgasaanvallen in Syrië door het met Moskou bevriende regime van Bashar al-Assad. Moskou wilde meekijken.

Giftige telefoontjes uit Shayrat

Illustratie: Erik Varekamp

Op 4 april 2017 werd het stadje Khan Shaykhoun in het noordwesten van Syrië getroffen door een bombardement met het uiterst giftige sarin. Circa 80 volwassenen en zeker 11 kinderen stierven. Zeker 300, misschien wel 550 anderen raakten gewond. Het bombardement was uitgevoerd vanaf Shayrat, een vliegbasis van de Syrische luchtmacht. De internationale organisatie voor het verbod op chemische wapens OPCW deed onderzoek.

 

De MIVD bemachtigde bulkdatasets van alle aanwezigen op de basis Shayrat kort voor het bombardement en liet een analyseprogramma los op hun telefoongegevens. Zo werden vijf militairen geïdentificeerd als sleutelfiguren van de massamoord. De informatie werd gedeeld met OPCW-onderzoekers, voor wie het een belangrijk onderdeel was in de bewijsvoering. 

De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) zag in de passagierslijst van Aeroflotvlucht SU 2550 (Moskou-Amsterdam) op 10 april 2018 vier Russen met diplomatiek paspoort. Eén had paspoortnummer 0135555. Een ander had 0135556. Opvallend, die opeenvolgende nummers. De automatische zoekprogramma’s sloegen daarop aan.

De MIVD combineerde de bijbehorende namen met een ander computerregister: buitenlandse telefoongegevens. Vanaf het moment dat de vier ‘diplomaten’ op Schiphol landden, was het een koud kunstje om ze elektronisch te volgen. Ze huurden een Citroën C3. Ze overnachtten in Noordwijk en reden naar Den Haag. Bij het Marriott-hotel aan de Johan de Wittlaan draaiden ze het parkeerterrein op en stopten naast het hek van het OPCW-gebouw om hun zogenoemde close-access hack te beginnen. Moskou rekende op een inkijkje in de naspeuringen van de OPCW.

Opeens parkeerde een zwarte Audi 6 van hun Nederlandse collega’s dwars voor de Citroën van de vier Russische agenten. Ze konden geen kant meer op.

‘Wat zijn wij hier aan het doen?’

‘Njet!’

‘Dacht het wel.’ (Of woorden van gelijke strekking.)

Eén van de vier probeerde nog zijn telefoontje te vernielen. Te laat. Hun spullen werden doorzocht en zoals toenmalig MIVD-chef Onno Eichelsheim naderhand droogjes opmerkte: ‘Ze waren hier niet op vakantie.’

Beeld van inlichtingenofficieren als James Bond is achterhaald

Premium Lock

Laden…

Premium Lock Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock Er ging iets fout
Premium Lock Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw