Premium Lock Waarom de Tukkers van vroeger BBB’s noaberschap niet zouden herkennen

15 september 2023Leestijd: 5 minuten
HJ Schoo-lezing Caroline van der Plas. Foto: Peter Jeroen Jumelet/ANP

Een beetje politicus spreekt vandaag de dag een mondje streektaal. Mienskip en noaberschap zijn buzzwords in de verkiezingscampagne, ziet Gertjan van Schoonhoven. Maar waar staan ze eigenlijk voor?

Over politieke marketing hoef je de communicatieprofessionals achter BoerBurgerBeweging weinig te leren. Mede door de HJ Schoo-lezing van BBB-lijsttrekker Caroline van der Plas en het nieuwe verkiezingsprogramma van de partij – dat met die lezing wel enige gelijkenis vertoont – is  noaberschap  een van de buzzwords van deze verkiezingscampagne.

Dat geldt ook voor het Friese woord mienskip, dat niet alleen door BBB, maar ook door het CDA is geadopteerd in zijn nieuwe verkiezingsprogramma. Door de oogharen bekeken, betekenen ze ongeveer hetzelfde. Gemeenschapszin. Saamhorigheid. Naastenliefde. Sociale cohesie. Solidariteit. Maar dan in een regionalistisch jasje; in streektaal klinkt het nog net iets warmer.

Een nostalgisch tintje hebben beide begrippen ook. Dagblad Trouw sprak naar aanleiding van EW’s Schoo-lezing treffend van noaberschap als het nieuwe ‘touwtje uit de brievenbus’ – een verwijzing naar 2016, toen oud-D66-politicus Jan Terlouw op televisie een golf van sentiment losmaakte met zijn herinneringen aan de geborgen samenleving van zijn  jeugd. De begrippen passen verder ook zeer bij Pieter Omtzigt en zijn Nieuw Sociaal Contract, waarvan we het verkiezingsprogramma alleen nog niet kennen.

Dat al deze partijen in de christen-democratische hoek zitten, is niet geheel toevallig. Mienskip en noaberschap zijn precies wat vooral christen-democraten van oudsher zo belangrijk vinden. Een krachtig ‘maatschappelijk middenveld’ van (georganiseerde) burgers die een potente tegenspeler van overheid en markt zijn.

Beide begrippen uit de negentiende eeuw werden al eerder herontdekt

Voor zover valt na te gaan, dateren beide begrippen – mienskip én noaberschap – uit de tweede helft van de negentiende eeuw. De eerste vermelding van mienskip dateert uit 1845; vroege volkskundige beschrijvingen van noaberschap (in Twente en de Achterhoek) dateren uit 1874, in het oudheidkundige tijdschrift De oude tijd. (Dat interessant genoeg vaststelt dat het op het platteland bijna is uitgestorven.)

BBB en CDA zijn zeker niet de eerste die de begrippen herontdekken en in een moderne betekenis gebruiken. ‘Mienskip’ was in 2018 het thema van Leeuwarden toen de Friese hoofdstad culturele hoofdstad van Europa was. Letterlijk betekent het woord niet meer en niet minder dan maatschappij, gemeenschap. In die meer  begrensde betekenis gaf het naam aan de in 1915 door Douwe Kalma opgerichte Fries-nationalistische beweging Jongfryske Mienskip. Die nog steeds bestaat en zich recent nog verzette tegen pogingen van radicaal-rechtse partijen om de Nederlandse vlag terug te krijgen in het Friese provinciehuis.

En je kunt in het Fries ook prima seksuele mienskip hebben.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Premium Lock

Laden…

Premium Lock

Word abonnee en lees direct verder

Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.

  • Bent u al abonnee, maar heeft u nog geen account? Maak die dan hier aan. Extra uitleg vindt u hier.

 

Premium Lock

Verder lezen?

U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.

Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?

Bekijk abonnementen

Premium Lock

Er ging iets fout

Premium Lock

Uw sessie is verlopen

Wilt u opnieuw