Onlangs presenteerde GroenLinks-PvdA haar verkiezingsprogramma. Frans Timmermans (64) licht de plannen van de fusiepartij toe. ‘We belasten bedrijven niet kapot.’
U bent wel voor terugkeerhubs voor uitgeprocedeerde asielzoekers in Afrika, maar niet voor aanvraaghubs. Waarom niet?
‘We hadden kritiek op delen van het Europese migratiepact. Maar nu is het afgesproken. Dan staan we achter de afspraak en gaan we die ook zo goed mogelijk uitvoeren.’
Volgens dat pact moeten asielzoekers hun aanvraag doen aan de buitengrenzen van de Europese Unie. Daarmee blijven migranten met bootjes over zee komen. Steeds meer andere partijen, zelfs D66, noemen dit een abject systeem en willen de aanvragen buiten Europa gaan regelen.
‘Nou ja, ik ben zelf de architect van de deal die in 2016 is gesloten is met Turkije. Dat was door de oorlog in Syrië een noodsituatie. Er moest iets gebeuren. Bij noodsituaties moet je altijd ook creatief durven handelen. Dus als er echt nood aan de man is en de mensen dreigen te verdrinken massaal, dan moet je dit soort oplossingen zoeken.’
Maar dan is het bijna te laat, want dan zijn ze soms al verdronken.
‘Maar ik denk dat de afspraken in Europa voldoende moeten zijn om ervoor te zorgen dat je aan de buitengrenzen een selectie kunt maken en mensen die geen recht hebben op asiel kunt terugsturen naar hun land.’
Uw programma staat bol van de overheidsinvesteringen. Die wilt u betalen door belastingverhogingen, maar nu al vertrekken bedrijven. Vreest u geen uittocht?
‘In mijn ervaring haken bedrijven af als onduidelijk is wat het overheidsbeleid is, als het zigzag-beleid is, daar houden ze helemaal niet van. Wees nou eens consistent, zeggen ze in gesprekken die ik heb. Geef ons een stip aan de horizon waar je naartoe werkt en wijk daar niet van af.
Bedrijven willen mensen kunnen vinden om het werk te doen en faciliteiten als woningen, fysieke infrastructuur, onderwijsinfrastructuur. Daar klagen ze over en pas daarna komen klachten over belastingen.
Dat die een factor zouden zijn bij besluiten van bedrijven om te gaan, is zwaar overdreven. Natuurlijk, als je ze kapot belast gaan ze weg, maar dat is niet wat we doen.’
‘Ik ben bang dat als je nu niet voldoende investeert je een kapotte economie voorlegt aan volgende generaties
U bent ook voor het laten oplopen van de staatsschuld. Mag dat ook hoger dan het Stabiliteits- en Groeipact?
‘Op dit moment is het zo dat er nog heel veel ruimte zit voordat je aan de grenzen van het pact komt. Als je mij vraagt of we moeten investeren of bezuinigen om onder de 3 procent van het bruto binnenlands product te komen, dan zeg ik: nu zijn investeringen belangrijk.
We lopen zó achter met onze investeringen. Daar leg ik mijn prioriteit. En daarmee vergroot je ook ons verdienvermogen vrij snel.’
Dan legt u dus de lasten bij de toekomstige generatie, wat u bij klimaat juist niet wil.

‘Ik ben ongelooflijk bang dat als je nu niet voldoende investeert, je zo ver gaat achterlopen op regio’s in de wereld die wel hard investeren, dat je een kapotte economie voorlegt aan volgende generaties. En dan zijn er ook geen banen meer waar mensen goed geld mee kunnen verdienen.’
Wat voor soort premier zou u zijn als u de grootste wordt?
‘Ik ben wie ik ben. Dat zal niet veranderen. Ik heb in mijn leven aardig wat rollen mogen vervullen. Ik ben steeds dezelfde gebleven. Als u tijd hebt om terug te lezen wat ik in de loop der jaren heb geschreven. Dat is vrij consistent.’
De premier in Nederland is eigenlijk meer een coördinator. Kunt u coördineren?
‘Iedere politieke leider in ieder land is uiteindelijk iemand die relaties beheert. Die ervoor zorgt dat mensen bij elkaar komen, die problemen oplost die niet door anderen opgelost kunnen worden. En die vooral ook andere mensen laat shinen, in een positie komen dat zij op hun terrein de problemen kunnen oplossen.
Ik heb gemerkt bij de Europese Commissie dat als je mensen in positie brengt, dat zij iets kunnen laten zien, dat dat de beste manier is van samenwerken.’
Wat zegt u tegen mensen die een premier Timmermans vrezen?
‘Ik zou niet weten waarom ze bang moeten zijn. Ik vraag me wel eens af: hebben mensen mij dan wel gevolgd de afgelopen dertig jaar? Er is niks om bang voor te zijn.’
