Voor Kees van Dijk zou de brug het ideale verlengstuk zijn van zijn melkveebedrijf. Maar wandelaars en de gemeente liggen dwars.
Het riet en een knotwilg weerspiegelen er in de Kromme Rijn. Even verderop zwemt een groepje eenden in de middagzon tegen de stroom in. Wandelaars genieten er, ondanks de harde wind, van al het groen rond het Jaagpad.
Dat hier mogelijk een koeienbrug komt, noemen zij hoogst onwenselijk. Net als veel omwonenden voorzien zij een ‘ontsierd landschap’.
Op de bouwtekening daalt de brug over het Jaagpad heen neer op de weidegrond, zodat wandelaars ongehinderd over het pad – 23 onverharde en populaire wandelkilometers van Utrecht naar Odijk – kunnen blijven lopen.
De Utrechtse wandelaar Willem Bron (63) vreest dat de brug het panorama van het landgoed Rhijnauwen ‘ernstig’ aantast. Nu heeft hij nog een ‘ongehinderd zicht’ op de jeugdherberg, Theehuis Rhijnauwen en de meanderende Kromme Rijn, met achter de zuidelijke weilanden de dorpskern van Bunnik. ‘Dit is misschien wel het mooiste plekje van Rhijnauwen. Zo’n brug zou een geweldige stoorzender zijn.’
Opmars
Maar voor boer Kees van Dijk (51) is de brug het ideale verlengstuk van zijn melkveebedrijf. ‘En wij horen bij Rhijnauwen. Mijn familie boert hier sinds 1784 en mijn opvolger zit nu op de landbouwschool. Boeren zit in ons bloed.’
De opmars van goedkoop Braziliaans rundvlees dwong Van Dijk vorig jaar om zijn vleeskoeien te verkopen. Met in het achterhoofd het inmiddels afgeschafte Europese melkquotum investeerde hij in een ligboxenstal voor negentig melkkoeien. Die hebben ook buitenlucht en vers gras nodig. Daarnaast heeft hij fruitbomen.
De brug wordt van kop tot staart 32 meter lang, 3,5 meter breed en 2 meter hoog. Het dek komt te rusten op grijze palen en zal het noordelijk gelegen erf waar Van Dijk zijn melkkoeien houdt, verbinden met de zuidelijke weilanden die hij van de gemeente Utrecht pacht. Kanoërs peddelen straks pal onder het midden van de brug door.
Tuin van Utrecht
Ondanks de tegemoetkoming aan de recreanten is ook Bunniker Jan Steijnen (70) fel tegen de brug. De natuurliefhebber zegt dat de brug slechts één boerenbedrijf dient. ‘En als die brug er eenmaal is, kom je er nooit meer vanaf. En of die boerderij op de lange duur rendeert, is ook maar afwachten.’
Steijnen hecht aan de huidige staat van het landgoed. ‘Niet voor niets wordt Rhijnauwen de tuin van Utrecht genoemd. Dat moeten we koesteren.’
Dat juist hier de recreanten gespitst zijn op elke dissonant in het landschap, is gezien de geschiedenis van Rhijnauwen en de naastgelegen landgoederen Oud- en Nieuw-Amelisweerd niet verwonderlijk. In 1982 klommen actievoerders er in bomen om te voorkomen dat de geplande A27 dwars door het natuurgebied zou lopen.
En in 2009 vormden duizenden burgers een menselijke keten tussen het landgoed en de bebouwde kom van Bunnik om te protesteren tegen een verbindingsweg tussen A12 en A28.
Werelderfgoed
De Bunnikse wethouder van Ruimtelijke Ordening Rob Zakee (58, Perspectief 21) was een van de schakels in die keten. Dat Rhijnauwen jaarlijks anderhalf miljoen recreanten trekt en deel uitmaakt van de Nieuwe Hollandse Waterlinie is voor hem een belangrijk argument tegen de koeienbrug. ‘We hebben het hier wel over toekomstig Werelderfgoed van UNESCO.’
Maar Zakee denkt ook aan Van Dijk. ‘Misschien kan hij meer weilanden naast zijn erf pachten.’ Dat lijkt geen gekke gedachte. Zijn Utrechtse ambtgenoot Kees Geldof (55, VVD, onder meer van Openbare Ruimte en Groen) heeft Van Dijk een uitbreiding naar 13 hectare wei aangeboden – vlak bij het erf.
De boer vindt het wat karig. Want: aan de overkant kunnen de koeien op 22 hectare weidegrond grazen. Dat komt neer op ruim 3.500 uur per jaar in de buitenlucht. Het voorstel van Utrecht levert maar 720 uur op. De minimale eis van melkafnemer Campina, dus het kan, maar, zegt Van Dijk: ‘Het kan veel beter.’
En dus blijft Van Dijk azen op zijn brug. ‘Beter voor de koeien en beter voor de melk. En: wat is nou een landgoed zonder koeien? Koeien in de wei: dat wil toch iedereen?’
Elsevier nummer 19, 9 mei 2015