Het Openbaar Ministerie (OM) eist ruim 2,5 miljoen euro van de voortvluchtige vrouwenhandelaar Saban Baran. Zijn drie handlangers, onder wie Sabans broer Hasan, moeten in totaal ongeveer 1,3 miljoen euro terugbetalen.
Het OM legde de definitieve ontnemingseisen maandag neer bij de rechtbank in Almelo. De bedragen zijn gebaseerd op berekeningen van de inkomsten die de vier hebben verkregen met de handel in en uitbuiting van vrouwen.
Gevangenisstraffen
Justitie kondigde vrijwel dezelfde eis in april vorig jaar al aan. Dat de zaak nu pas zijn beslag krijgt, komt doordat er nog getuigen moesten worden gehoord.
Baran en zijn handlangers zijn in 2009 en 2010 veroordeeld tot jarenlange gevangenisstraffen voor vrouwenhandel en -uitbuiting.
Voortvluchtig
Baran vluchtte in september 2010 naar Turkije. Daar loopt sinds februari 2011 een onderzoek tegen hem en zijn broer in verband met het witwassen van ruim 900.000 euro, die ze met de vrouwenhandel in Nederland en Duitsland zouden hebben verdiend.
Baran werd in Turkije wel gearresteerd, maar werd in juni 2011 op borgtocht, na betaling van 16.000 euro, vrijgelaten.
Geen uitlevering
Sabans Nederlandse vrouw, die ook voor hem als prostituee heeft gewerkt, verwacht inmiddels haar derde kind van hem. In 2010 wist Saban te ontsnappen toen hij van justitie een paar dagen verlof kreeg om zijn eerste pasgeboren kind te bezoeken.
Zijn vlucht wekte destijds veel beroering. Aangezien er tussen Nederland en Turkije geen uitleveringsverdrag bestaat, kan Nederland niet om uitlevering door Turkije vragen.