De feiten: Wet VBAR terug naar de tekentafel
Minister Eddy van Hijum (NSC) van Sociale Zaken en Werkgelegenheid komt deze zomer met wetgeving die de grens tussen werknemerschap en ondernemerschap moet verduidelijken.
Juristen denken dat deze wet Verduidelijking Beoordeling Arbeidsrelaties en Rechtsvermoeden (VBAR) juist geen antwoord geeft op de vraag die freelancers en bedrijven uit hun slaap houdt: wanneer is iemand zzp’er en wanneer werknemer?
VBAR blijft omstreden
De wet VBAR werd al in 2023 aangekondigd, met de belofte dat hij er alleen zou komen om bestaande rechtsspraak te verduidelijken.
Hij zou zzp’ers en bedrijven meer houvast moeten bieden in onduidelijke situaties. Eind 2023 ging het wetsvoorstel daarom ‘in consultatie’: iedereen mocht zijn mening geven.
VBAR met de grond gelijk gemaakt
Arbeidsjuristen maakten VBAR vrijwel meteen met de grond gelijk. Velen van hen zagen dat de wet niet in lijn was met bestaande rechtspraak.
Zij kregen hun gelijk toen de Hoge Raad zich onlangs, in februari, uitsprak over zelfstandigheid van Uber-chauffeurs. De hoogste rechters interpreteerden de wet heel anders dan het kabinet deed.
Van Hijum past de wet VBAR aan op de nieuwste staat van de rechtspraak en stuurt hem deze zomer ter behandeling naar de Tweede Kamer. Maar juristen hebben nog dezelfde bezwaren als in 2023.
Wie zegt wat over VBAR? Twijfels blijven, VVD heeft alternatief plan
- ‘Wij willen dat mensen weten waar ze aan toe zijn. Veel zzp’ers leveren een belangrijke bijdrage aan onze economie. En de ruimte om als ondernemer te werken moet er ook gewoon zijn. Door dit wetsvoorstel willen we het duidelijker maken. Als je wordt aangestuurd in je werk en je loopt geen ondernemersrisico, dan ben je een werknemer en heb je recht op de bescherming die daarbij hoort. Als je echt zelfstandig werkt en onderneemt, dan is daar alle ruimte voor,’ zegt minister Eddy van Hijum (NSC) over de wet VBAR.
- ‘Ook in een verduidelijking zou je een wijziging kunnen lezen,’ zei Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht aan de Erasmus School of Law en Kroonlid bij de Sociaal-Economische Raad eerder in EW.
- ‘Nog steeds lijkt het kabinet te missen dat het niet gaat om de beoordeling van een arbeidsrelatie, maar om de beoordeling van een overeenkomst. De vraag is of het kabinet ook met de verschillende criteria in de wet VBAR uitgaat van juist begrip van de rechtspraak,’ zegt Joost van Ladesteijn, arbeidsrechtadvocaat, op LinkedIn.
- ‘Momenteel leggen we de laatste hand aan ons eigen conceptwetvoorstel. Meer informatie volgt snel,’ aldus Thierry Aartsen op LinkedIn. Het Tweede Kamerlid voor regeringspartij VVD (onafgebroken aan de macht sinds 2010 en medeverantwoordelijk voor de huidige onduidelijkheid) wijkt af van de kabinetslijn en komt, om de verwarring nog wat groter te maken, met een eigen wet.
EW's visie: Politiek moet knopen doorhakken
Door: Jeroen van Wensen, redacteur economieNormaal gesproken stelt een kabinet een wet op en passen rechters die wet toe op praktijksituaties. Maar in het zzp-dossier werkt alles precies omgekeerd. Daar stelt het kabinet met VBAR een wet op die uitlegt hoe rechters oordelen over het buitengewoon ingewikkelde arbeidsrecht.
Het arbeidsrecht dateert van het begin van de eeuw, is verknoopt met tal van andere takken in het overeenkomstenrecht en past vaak niet goed meer in de huidige praktijk. Vandaar dat rechters lang moesten nadenken over de maaltijdbezorgers van Deliveroo (de riders zijn werknemer) en de taxichauffeurs van Uber (het hangt ervan af).
VBAR en de rechter
Het punt met de wet VBAR is dat er ruis kan komen tussen de rechterlijke uitspraak en de verduidelijking in de wet. Welke van de twee heeft dan voorrang? VBAR of de rechter?
En er komen nieuwe rechtszaken bij, waardoor de wet telkens weer aan actualiteit verliest. Kortom, het levert ingewikkelde kwesties op en de wet is overbodig, want net zo goed kan meteen de uitspraak van de rechter worden nagelezen.
Kabinet moet aan de slag
Opeenvolgende kabinetten hebben het zzp-dossier lang ongemoeid gelaten, omdat zij niet tot overeenstemming konden komen over de vraag of de teugels voor het ondernemerschap moeten worden aangehaald.
Wil je een arbeidsmarkt waar vooral de bescherming van werknemers vooropstaat, of wil je werkenden meer vrijheid geven?
Van Hijum blijft aanmodderen
Ook dit kabinet komt er niet uit. Van Hijum blijft aanmodderen met de wet VBAR, maar maakt nergens duidelijk waarom.
Het kabinet doet er verstandig aan om een eigen visie op de arbeidsmarkt uit te dragen, met duidelijkheid voor werknemers, zzp’ers en flexwerkers zoals uitzendkrachten.
Verdere verdieping: Schijnzelfstandigheid, onzekerheid en een onduidelijke overheid
Veel zzp’ers zijn tevreden met hun bestaan als zelfstandige. Voor bedrijven biedt deze flexibele ‘schil’ aan arbeid uitkomst. Het aantal zzp’ers is niet voor niets de afgelopen twintig jaar gegroeid.
Het precieze aantal hangt af van de definitie, maar er kan worden gesteld dat er zo’n 1,3 miljoen zzp’ers actief zijn op de arbeidsmarkt.
Maar het zzp-schap heeft ook nadelen. Aan de onderkant van de arbeidsmarkt is er de schijnzelfstandigheid: arbeiders, al dan niet uit Oost-Europa, worden onder slechte arbeidsomstandigheden ook nog eens onderbetaald.
Concurrentievoordeel zzp
Zzp’ers en hun opdrachtgevers zijn veel voordeliger uit, door de lage afdracht van belastingen en premies. Een zzp’er houdt daardoor bij gelijke beloning per uur meer over dan een werknemer. Of andersom: een bedrijf kan veel geld in de zak houden door een zzp’er in te huren, in plaats van een werknemer aan te nemen. Dat ondergraaft de positie van werknemers.
Bedrijven die ten onrechte met zzp’ers werken, hebben door de lagere arbeidskosten een oneigenlijk concurrentievoordeel op bedrijven die met werknemers opereren.
Belastingdienst aan de slag
Met ingang van 2016 stelde de Belastingdienst zich terughoudend op bij het uitdelen van boetes als iemand ten onrechte werkte als zzp’er.
Sinds dit jaar is dat beleid veranderd. Dat heeft bij een groot deel van de 1,3 miljoen zzp’ers en ook bedrijven onrust gewekt: wordt er wel met het juiste contract gewerkt?
Overheidsinformatie weinig betrouwbaar
Informatie die de overheid beschikbaar stelt om duidelijkheid te bieden, lijkt maar weinig betrouwbaar. De campagne zzp – ja of nee gaat uit van te eenvoudige voorbeelden, waar je in de praktijk niets aan hebt.
De webmodule ‘het juiste contract’ geeft in een derde van de gevallen geen uitsluitsel. En daar zit ook precies het probleem met de wet VBAR: die gaat daar niet aan bijdragen.
Zzp’er is een ondernemer als het een ondernemer is
In het oorspronkelijke voorstel voor de wet VBAR werd gekeken naar de criteria rondom ‘de aansturing in het werk’ (in hoeverre heb je zeggenschap over je eigen werk?) en de criteria voor werken voor eigen risico (in hoeverre loop je financieel gevaar?).
Als daar geen duidelijkheid over bestond, dan gaf de vraag of iemand zich gedraagt als ondernemer (het ‘extern ondernemerschap’) de doorslag.
De Hoge Raad heeft in de Uber-zaak geoordeeld dat het extern ondernemerschap net zo zwaar meeweegt als aansturing in het werk en het werken voor eigen risico. Op dat punt gaat Van Hijum de wet VBAR aanpassen.