Publicist en communicatieadviseur Onno Aerden geeft wekelijks ongevraagd advies aan iemand in het nieuws. Deze week aan PvdA-voorman Lodewijk Asscher: uw brief aan de leden leidt terecht tot nieuw tumult. Verscheuren en opstappen, dat is beter.
Publicist en communicatieadviseur Onno Aerden geeft wekelijks ongevraagd communicatie-advies aan iemand die de publiciteit haalde.
Opnieuw eisen PvdA-leden uw vertrek in de nasleep van de toeslagenaffaire. U was als minister van Sociale Zaken immers verantwoordelijk voor het falende beleid van de Belastingdienst, waardoor tienduizenden Nederlanders in de problemen kwamen.
Initiatiefnemer en partijlid Francisca Drijver uit Krimpen aan den IJssel verwoordde de onvrede scherp: ‘Wat er in deze zaak is gebeurd, staat haaks op het principe van de sociaaldemocratie dat de overheid een schild voor burgers moet zijn. Duizenden mensen zijn in de ellende gestort, levens zijn geruïneerd en er zijn zelfs doden gevallen. En hij was daar medeverantwoordelijk voor als vicepremier en minister van sociale zaken.’
‘Hij’, dat bent u.
Het kabinet bezint zich inmiddels opvallend lang over de consequenties van het vernietigende rapport over de affaire voor de zittende bewindslieden. U moet hebben gedacht: dan ik eerst maar. U uitte excuses (‘schaamte‘) tijdens de verhoren door de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag en excuses (‘pijnlijk‘) na afloop.
Afgelopen week, na een eerdere uitbarsting van onvrede in de PvdA over uw aanblijven, kwam er dan een brief aan de leden. Alweer met excuses. Maar ook met een besluit: dat u ondanks alles lijsttrekker wilt blijven. Een verrassing voor vriend en vijand, want uw naam plakt direct aan de toeslagenpuinhoop.
Lees in EW van deze week over de toeslagenaffaire en parlementaire onderzoeken:
Het draait in zo’n brief uiteraard om de precieze woorden. Wat schreef u? ‘Deze affaire staat zo haaks op wat voor mij de drijfveer is om in de politiek actief te zijn. Namelijk zorgen voor een samenleving waarin we eerlijk en fatsoenlijk met elkaar omgaan. En waar ieder mens veilig zichzelf kan zijn. Daarom wil ik vooropgaan in de strijd voor een nieuwe verzorgingsstaat.’
Dat is welbeschouwd een bizarre tekst. Want uw ‘drijfveer om politiek actief te zijn’ léidde juist tot dat ministerschap. Tot de belangrijkste, invloedrijkste positie die je als politicus maar kunt hebben om beleid te vormen en uit te voeren. U wilde destijds juist het ministerschap van Sociale Zaken – dáár kunnen zwakkere broeders en zusters worden geholpen door de Staat. Dat de affaire daar ‘haaks op staat’ valt u toe te rekenen, constateerden de onderzoekscommissie en mevrouw Drijver terecht.
En dan die woorden ‘eerlijk’, ‘fatsoenlijk’ en ‘veilig’. Die woorden moeten de slachtoffers van uw beleid als mokerslagen in de oren klinken: het ontbrak precies aan die drie essentiële waarden in het toeslagendossier. Logisch dat nogal wat PvdA-leden dit holle frasen vinden.
Het partijcongres gaat volgende week stemmen over uw aanblijven. Geen fraai gezicht. Genoeg aanleiding om uw brief te verscheuren en er alsnog het bijltje bij neer te gooien. Als uw eigen achterban het al niet ziet zitten dat u blijft plakken, wat zouden uw opponenten daar de komende campagneweken dan niet luidkeels van gaan vinden?