Overheid moet herhaalprik beter onder de aandacht brengen

Dat de laatste coronaregels verdwijnen, wil niet zeggen dat 2,5 miljoen kwetsbaren ineens geen risico meer lopen. Dus zou de overheid duidelijker moeten communiceren over het nut van de herhaalprik, schrijft Bram Hahn.

Woensdag 23 maart is een mijlpaal in de coronapandemie: vanaf deze datum veranderen de laatste resterende coronamaatregelen in adviezen. Een mondkapje is nu ook niet meer verplicht in het openbaar vervoer, en isolatie na een positieve test is geen verplichting meer, maar een dringende aanbeveling. Ook testen voor toegang voor nachtclubs en grote evenementen is verleden tijd.

Het ministerie van Volksgezondheid voegt aan de op zich vrolijkstemmende aankondigingen van versoepelingen steeds het mantra toe: ‘Corona is niet weg.’ Een terechte constatering, die voor de meeste Nederlanders niet heel tastbaar is, maar voor een aantal groepen dagelijkse, harde realiteit.

Zorg loopt nog steeds op laatste benen

In de zorg loopt het personeel nog steeds op de tenen, omdat het aantal opnames van patiënten met corona alweer wekenlang rond de tweehonderd per dag ligt, wat akelig in de buurt komt van de aantallen tijdens eerdere pieken. Het beeld op de IC’s is gelukkig wat gunstiger, maar ook daar is de druk nog altijd hoog. Tel daarbij op het nog altijd hoge ziekteverzuim als gevolg van de hoge werkdruk en coronabesmettingen en het is duidelijk waarom veel ziekenhuizen nog altijd nauwelijks een begin kunnen maken met inhaalzorg.