Spreekrecht in rechtszaal is geen vrijbrief voor scheldpartijen

Foto: Koen van Weel/ANP

Het spreekrecht voor slachtoffers of nabestaanden roept vragen op. Er is vooral discussie over het moment: de verdachte moet niet als dader worden aangesproken zolang het vonnis niet definitief is. Op een volksgericht in de rechtszaal zit niemand te wachten, vindt Gerlof Leistra.

Dat het slachtoffer of nabestaanden in het geval van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven tijdens de zitting hun visie op de zaak en de verdachte mogen geven, is goed voor de erkenning van hun leed. Maar dit spreekrecht roept ook vragen op. Het effect voor het vonnis is volgens onderzoek minder groot dan gedacht. En er is discussie over het moment: zolang het vonnis niet definitief is, is de verdachte onschuldig. Te vaak wordt die door slachtoffers of nabestaanden afgeschilderd als een monster. Dat is lang niet altijd terecht, zeker niet als de feiten anders blijken te liggen en vrijspraak volgt.

Aanvankelijk mochten slachtoffers of nabestaanden zich alleen uitlaten over de gevolgen van het ten laste gelegde feit. Sinds 2016 mogen ze ook iets zeggen over schuld en straf. Dat ontaardt geregeld in scheldpartijen.

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Ook stief- en pleegouders mogen nu spreken

Per 1 januari van 2023 mogen ook stief- en pleegouders het woord voeren. Later dit jaar wordt ingevoerd dat de verdachte aanwezig moet zijn als gebruik wordt gemaakt van het spreekrecht. Ook geldt het spreekrecht vanaf dan bij eventuele verlenging van tbs.

Hoe belangrijk het ook is dat de stem van slachtoffers of nabestaanden wordt gehoord, het uitoefenen van spreekrecht moet in de rechtbank geen volksgericht worden. De rechter bepaalt of er voldoende bewijs is voor een veroordeling. Die houdt daarbij rekening met de gevolgen voor het slachtoffer en diens nabestaanden. Zij moeten niet op de stoel van de rechter gaan zitten.