Nederland is vast en zeker de ongekroonde kampioen de koe in de kont kijken. Er zijn de afgelopen jaren verschillende parlementaire enquêtes geweest. Alles wat fout gaat, wordt in kaart gebracht. Maar wordt het dan niet eens tijd om die problemen daadkrachtig aan te pakken, vraagt Philip van Tijn zich af.
Eén van de vele (echte en vermeende) problemen in ons land is het mestprobleem. Het is een gewaagde hypothese, maar ik acht het aannemelijk dat dit de oorzaak is van een bezigheid waarin Nederland vast en zeker ongekroond wereldkampioen is: de koe in de kont kijken. Alles wat fout gaat, moet op enig moment een commissie van onderzoek dulden, onder welke benaming ook. Die brengt na een paar jaar een rapport uit, de media zijn er een paar dagen vol van, de begrippen snoeihard en vernietigend worden afgestoft, talkshows worden volgestopt met zelfbenoemde deskundigen. Gewichtige krantencommentaren vertellen ons dat er ‘koppen moeten rollen’ of juist dat dit niet moet gebeuren, omdat ‘het systeem’ domweg niet deugt en de rot te diep zit. Of wat eenvoudiger: dat het wisselen van het ene mannetje voor het andere vrouwtje niet uitmaakt.
Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.
Soms heet zo’n wijsheid achteraf een parlementaire enquête – met altijd als bijzin dat dit ‘het zwaarste wapen’ is in onze parlementaire democratie (de eerste parlementaire enquête had als thema de Accijns op zout, in 1852 – weet u nog?) en soms, iets eenvoudiger, een parlementair onderzoek. Bij deze variant mogen de opgeroepen getuigen erop los liegen, want zij staan dan niet onder ede.
En dan hebben we ook nog de OOV, de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Die hebben we te danken aan het feit dat Pieter van Vollenhoven, de echtgenoot van een Oranjetelg, een nette betrekking moest hebben. Zo werd in 1977 de Voorlopige Raad voor de Verkeersveiligheid opgericht, met mr. Pieter als voorzitter, die na vier andere benamingen uiteindelijk OOV ging heten. De voorzitter nam als prof. Pieter daarvan in 2011 afscheid, geen jobhopper dus. Ook Jeroen Dijsselbloem is, tot vrij recent, voorzitter geweest. Hij staat in heel Zuid-Europa bekend van de levensles dat je niet al je geld kunt uitgeven aan drank en vrouwen om vervolgens je hand op te houden. Andere tijden.
Lees meer over de parlementaire enquête over de aardgaswinning in Groningen: Waarom provincies en gemeenten aan rand van het land meer van zich af moeten bijten
Rapporten over misstanden en blunders laten zich goed samenvatten
Terwijl de worsteling met de gevolgen van het rapport Kinderopvangtoeslag nog volop gaande is, werden we in de afgelopen tien dagen opgeschrikt door een rapport van de Parlementaire Enquêtecommissie aardgaswinning en kort daarop door het rapport van de OOV over de moorden op Redouan B. (hij heeft alleen een initiaal omdat zijn broer, kroongetuige B., alleen een initiaal heeft), advocaat Derk Wiersum, en Peter R. de Vries.
Enorme papiermassa’s, maar het laat zich gemakkelijk samenvatten. In het eerste rapport van 2.000 pagina’s, haast ludiek getiteld Groningers boven gas, kun je lezen dat tientallen jaren opeenvolgende regeringen van allerlei signatuur zich hebben laten verblinden door de geur van het geld, de zalvende verhalen van oliegiganten, de trots op een sociale heilstaat, die gebouwd bleek op bodemdalingen en onwil om te luisteren naar waarschuwende deskundigen. Daarbij geholpen door opeenvolgende tandeloze besturen van de provincie Groningen en de astronomische afstand tussen Den Haag en Groningen. Die bedraagt hemelsbreed 197,72 km. en volgens de routeplanner 233,01 km. Kyiv lijkt tegenwoordig dichterbij te liggen.
Ook het OOV-rapport Bewaken en beveiligen: lessen uit drie beveiligingssituaties laat zich makkelijk samenvatten. (Maar merk eerst even op dat de titel van beide rapporten niet slaat op wat is aangetroffen, maar op hoe het zou horen; want het gas ging juist boven Groningers en het bewaken en beveiligen schoot mateloos tekort.)
Lees ook dit opiniestuk van Gerlof Leistra: Meer dwang kan veiligheid bedreigde personen vergroten
Bevoegde diensten en instanties werkten slecht samen, persoonlijke gevoelens speelden een grote rol, naar ‘signalen’ werd slecht of helemaal niet geluisterd. De verantwoordelijke mensen faalden, in een systeem met vele tekortkomingen.
De vraag of B., Wiersum en/of Peter R. nog geleefd zouden hebben, als het beter geregeld was geweest, is natuurlijk niet te beantwoorden, maar ondenkbaar is het niet.
Moed de kop van de minister of van de OM-baas rollen?
En nu? Vooralsnog zijn er geen koppen gerold. Wat het aardgas betreft is dit in de afgelopen jaren al enigszins gebeurd; inzake de moorden niet die van de hoogste baas van het OM, Gerrit van der Burg en niet die van de minister van Justitie, Dilan Yesilgöz. Wie zuiver in de leer van het staatsrecht is, vindt dat laatste heel erg, want een minister is óók verantwoordelijk voor aangetoonde fouten van de voorganger(s). Die leer is terecht aan het schuiven; mevrouw Yesilgöz trad een dik jaar geleden aan, jaren nadat het allemaal was gebeurd. En Van den Burg is een ambtenaar, een uitvoerder, die niet het beleid maakt. En laten we ook niet uit het oog verliezen dat de drie vermoord zijn door hun moordenaars.
En of het nu aardgas-ellende, de moorden op een broer van een kroongetuige, een advocaat en een misdaadbestrijder betreft, het is ook weinig zinvol om individuen te bestraffen. Inzake ‘Groningen’ heeft ons land zich haast collectief laten verblinden door hebzucht, de levenshouding die ooit door Koot & Bie is verwoord als ‘Geen gezeik, iedereen rijk’. En de drie vermoorden zijn het slachtoffer geworden van een collectief gevoel dat dat soort dingen in ons ‘gave’ land domweg niet kan gebeuren, dat wij, als enige land ter wereld, ons daartegen niet hoeven te beschermen (zoals we ook de uitgaven om ons land te verdedigen meer dan halveerden). Te weinig budget, te weinig mensen, te weinig expertise, te weinig aandacht voor de ontwikkelingen in de wereld naar steeds meer maffia en geweld. Hoe vaak heb ik gelezen, na de moorden op Pim Fortuyn en Theo van Gogh bijvoorbeeld, dat ‘Nederland zijn onschuld is verloren’?
We hebben de koe nu lang genoeg in de kont gekeken, het wordt tijd deze bij de horens te vatten.