Beschavingsoffensief voetbal begint met zero-tolerancehandhaving in het stadion

Zwarte rookwolken alsof de Kuip was gebombardeerd, een Ajax-speler uitgeschakeld door een aansteker. Houdt het dan nooit op? Alleen als clubs een keer serieus beginnen met handhaving in en rond het stadion, schrijft Gertjan van Schoonhoven.

Een fanatieke supportersschare kan een club maken – en breken. Dat bleek weer woensdagavond in de Kuip, het roemruchte stadion van Feyenoord in Rotterdam, waar de halve bekerfinale Feyenoord-Ajax werd verziekt door walgelijke spreekkoren, krankzinnig zwaar vuurwerk op de tribune – de zwarte rookwolken waren, als betrof het een bombardement, tot in de verre omtrek te zien – en gesmijt met plastic bierglazen en aanstekers naar spelers op het veld.

Ajax-middenvelder Klaassen geraakt door een aansteker

Nadat Ajax-middenvelder Davy Klaassen was geraakt door een aansteker, werd de wedstrijd langdurig stilgelegd en uiteindelijk toch uitgespeeld. Ajax won met 1-2 en keert 30 april terug in de Kuip, om de bekerfinale te spelen tegen PSV. Net als een jaar geleden. Die finale werd toen ontsierd door hevige rellen met supporters van beide clubs en zware vernielingen door Ajax-supporters in het stadion (die ‘pisbak’, in hun jargon).

De afgelopen weken waren er heftige incidenten met supporters bij FC Groningen en in Eindhoven bij de wedstrijd PSV-Sevilla, waar een PSV-supporter – nota bene met een stadionverbod – het veld oprende om de Sevilla-keeper aan te vallen. Net als de wedstrijd van woensdag in de Kuip eindigden al die mooie voetbalavonden in mineur, en met handenwringende beschouwingen over hoe die plaag die voetbalvandalisme heet toch in hemelsnaam kan worden uitgeroeid. Wat dat betreft gebeurde er woensdagavond niets nieuws – al kun je het aan het beruchtste deel van de Feyenoord-aanhang wel toevertrouwen om altijd weer extremer te zijn in het extreme.

Al die woorden gaan de volgende ‘zwarte avond’ niet voorkomen

Dat die handenwringende discussies er telkens weer zijn, zegt iets over het retorische karakter ervan. Zéggen dat dit ‘een zwarte avond voor het voetbal’ is, is nodig. Zoals het woensdagavond ook heel nodig was – en goed – dat Feyenoord-icoon John de Wolf het veld betrad om het supportersvak in kwestie helemaal stijf te schelden. Maar al die woorden zullen de volgende ‘zwarte avond’ niet voorkomen. Ook zeggen dat die supporters geen supporters zijn maar ‘supporters’ (tussen aanhalingstekens), gaat niks veranderen.

Helaas is het ook nog niet zo eenvoudig te zeggen hoe het dan wel moet. Netten ophangen kan. Net als vakken leeghouden, zoals Feyenoord zal doen bij de volgende wedstrijd die angst inboezemt: de thuiswedstrijd tegen AS Roma, volgende week donderdag. Maar een nederlaag zijn dat soort maatregelen ook.

Lichtpuntjes: aanstekergooier en vuurwerkafsteker zijn direct opgepakt