Gezellig werd het niet op het VVD-congres. Partijleden bevroegen premier Mark Rutte kritisch inzake het asieldossier. De beantwoording draaide uit op een woordenspel. Rutte wilde de ‘stabiliteit van het kabinet’ niet in gevaar brengen. Terwijl zijn kabinet dagelijks uit elkaar dreigt te vallen, schrijft Philip van Tijn.
De VVD had voor het congres een nieuwe naam bedacht: Liberale Open Dag. Wat niet nodig was, omdat een VVD-congres al jarenlang het karakter van een instuif heeft, waar iedereen welkom is. En ook nog onjuist, want een gezellige open dag – met veel jolijt, pluk-de-dag en het-leven-is-te-kort-om-te-tobben-en-te-kniezen, een gezellig samenzijn kortom, waarnaar maandenlang reikhalzend is uitgezien en waar in de marge politiek wordt bedreven – werd het absoluut niet.
Er waren leden die de grote leider attaqueerden met een felheid die in die partij tientallen jaren niet is voorgekomen. En waar vroeger de felheid een politiek leider trof die de verkiezingen had verprutst, ging het nu om een onaantastbare leider, die al ruim een decennium geleden de VVD tot grootste en belangrijkste partij had gemaakt en die status had weten te behouden.
Mark Rutte moest het incasseren, gewoon gezeten midden in de zaal, tussen gewone partijgenoten, want dat hoort bij een open dag. En bij Mark. Maar zijn grijns bevroor allengs en zijn stem werd bij de beantwoording van de kritische vragen feller en feller. Die opgestroopte mouwen zagen er plotseling wel erg belachelijk uit, bij al die verwijten dat er in feite niks uit zijn handen komt – in elk geval niet inzake het asielvraagstuk, in het bijzonder inzake de instroom en de ‘afhandeling’ ervan.
Laden…
Al vanaf €15 per maand leest u onbeperkt alle edities en artikelen van EW. Bekijk onze abonnementen.
Bent u al abonnee en hebt u al een account? log dan hier in
U bent momenteel niet ingelogd of u hebt geen geldig abonnement.
Wilt u onbeperkt alle artikelen en edities van EW blijven lezen?
Wilt u opnieuw inloggen