Wiersma vertrekt uit het Den Haag van de tere zieltjes

23 juni 2023Leestijd: 3 minuten
DENNIS WIERSMA OPGESTAPT ALS MINISTER VOOR PRIMAIR- EN VOORTGEZET ONDERWIJS. FOTO: ANP PHIL NIJHUIS

Dennis Wiersma (VVD) had zichzelf niet in de hand en dan deug je niet als onderwijsminister. Logisch en terecht dat hij donderdag opstapte. Toch plaatst Eric Vrijsen een kanttekening: mag een bewindsman niet meer de baas spelen, en ‘door een muur gaan’ om te bereiken wat hij zijn kiezers denkt te hebben beloofd?

Wat in de Franeker friettent van zijn vader waarschijnlijk de gewoonste zaak ter wereld was – gezellig doen tegenover de gasten en tamelijk bruut het eigen personeel commanderen – is in politiek Den Haag anno 2023 uit den boze. Een beetje vreemd. De term ‘ongewenst gedrag’ is een grove kwalificatie. Als je die krijgt opgeplakt, mag je als politicus alleen nog glijerig gedrag tentoonspreiden. Is de politieke cultuur zo mild geworden?

Wiersma had een staat van dienst. ‘Dennis the Menace’ werd hij genoemd in zijn tijd als VVD-Kamerlid. Medewerkers liepen bij hem weg, omdat hij ’s avonds laat nog wel eens bozig belde en informatie nodig had. Wie de politiek een beetje kent, snapt de verontwaardiging hierover niet zo goed. Wie de hitte niet kan verdragen, hoort niet thuis in de keuken.

Mannetjesputters als Wiersma bedenken zich straks wel drie keer

Steeds kwamen er nieuwe incidenten rond Wiersma in de krant en die stapelen zich natuurlijk op. Hijzelf maakte het er niet beter op, door openlijk door het stof te gaan en te beloven zijn leven te beteren. Vorige week moest hij een toespraak houden in ’t Spant in Bussum. Iets met beroepsonderwijs. De minister vroeg of het tijdschema iets kon worden aangepast, want hij had die dag nog een afspraak elders in het land. De organisatoren zeiden dat het niet kon. De minister ging daartegenin en vervolgens meldden de media dat de congresmeesters het ministeriële gedrag als onprettig hadden ervaren.

Einde politieke carrière. Wiersma zag donderdag ineens in dat hij ongeloofwaardig was geworden. Okay, maar het ongemakkelijke is: als een politieke cultuur zó slap wordt, bedenken mannetjesputters zich wel drie keer voor ze zich laten rekruteren voor een topfunctie bij de overheid. Khadija Arib (PvdA) moest weg omdat ze als Tweede Kamervoorzitter te bazig was. Senaatsvoorzitter Jan-Anthonie Bruijn (VVD) put zich uit in spijtbetuigingen, want ook hij heeft wel eens geschreeuwd tegen het personeel.

Een volgende kwestie dient zich alweer aan. De nieuwe baas van het Openbaar Ministerie, Rinus Otte, ligt niet lekker bij sommige medewerkers. Zij hebben geklaagd en van de Ombudsman gelijk gekregen. De Volkskrant meldt dat een onderzoek was ingesteld tegen bruut gedrag van een hoofdofficier van justitie. Een onderzoekscommissie onder leiding van jurist Jan Watse Fokkens kraakte harde noten over de interne cultuur. Otte verdedigde die cultuur en zijn hoofdofficier.

Otte zei dingen die in een Franeker friettent niet zouden misstaan. Zoals: ‘Fokkens is niet de Heilige Geest.’ En, omdat volgens Otte te makkelijk werd verwezen naar Fokkens: ‘Als hij rijk zou willen worden, zou hij Fokkens-thee, Fokkens-behang en Fokkens-verf moeten gaan verkopen.’ Tja, tamelijk recht voor zijn raap. Maar zijn justitiemedewerkers zo snel uit het veld geslagen dat ze hierover bij de Ombudsman moeten klagen?

Van misdaadbestrijders verwacht je een iets robuuster pantser. Maar het fijne ervan weet niemand, want klachten over wangedrag worden altijd in tamelijk vage termen beschreven.

Een paar klachten en de succesvolle Wiersma kon inpakken

Dat is het onrustbarende. Een paar klachten en een succesvol bestuurder – inhoudelijk waren er geen bezwaren tegen Wiersma – kan inpakken. Is Nederland zo’n fijngevoelig landje aan het worden, dat een bewindsman nooit boos mag zeggen wat hij ervan vindt? Ga eens in het bedrijfsleven werken!

Op de hoogte blijven van de laatste verhalen, achtergronden en opinies van de redactie van EW? 

Meld u dan nu aan voor onze nieuwsbrieven.

Of in Amerika. Daar was eens een gouverneur die naar herverkiezing streefde. Zijn reclamemakers wisten dat hij een probleem had: een tamelijk onguur gezicht, dat het gewoon slecht deed op de posters. Ze bedachten hoe ze hem op zijn slechtst konden uitlichten, lieten de foto maken en zetten er de volgende slogan onder: ‘Nice men always finish last.’ (Aardige mannen verliezen altijd.)

De gouverneur werd herkozen, want uiteindelijk gaat het in een democratie om de belangen van de klanten in – laten we zeggen – een Franeker friettent.