Met het plan van Putters moet de Haagse bestuurscultuur zich gaan vernieuwen. Het is nog afwachten of de politiek daar in slaagt, schrijft Victor Pak.
Nieuwe politiek is een oud Haags adagium. Zo oud dat het sleets is en niemand weet wat het exact inhoudt. Daarin heeft oud-informateur Kim Putters verandering gebracht. Met zijn programkabinet maakt hij eindelijk concreet hoe de Haagse politiek vooruit kan.
Dat vernieuwing noodzakelijk is, bewijzen kiezers keer op keer met hun stemgedrag. De hedendaagse kiezer is enorm verdeeld en veranderlijk. Mark Rutte was als premier het stabiele gezicht van instabiele politiek.
Na Pim Fortuyn werd gesproken van een revolte, maar in 2002 werden slechts 10 partijen verkozen in de Tweede Kamer en was bestuurderspartij CDA met 43 zetels de grootste.
Tweeëntwintig jaar later telt de Kamer 15 partijen en is de radicaal-rechtse PVV met 37 zetels de grootste. Een partij met één lid en zonder enige bestuurlijke ervaring.
Bestuurscultuur van dichtgetimmerde akkoorden
De versnipperde en onervaren volksvertegenwoordiging maakt het landsbestuur complex. Het is kortzichtig dat kiezers daaraan geen boodschap hebben, maar wel hun recht.
Dat politici er zelf niet op inspelen, is problematischer. Zij klampten zich vast aan dichtgetimmerde coalitieakkoorden waarbij geen zuurstof overbleef voor coalitiepartijen om hun eigen geluid te laten horen.
Vreemd is het niet dat de klassieke middenpartijen verstikt zijn geraakt. De PvdA zoekt daaruit zijn vlucht door samen te gaan met de radicalere groene partij, het CDA herbront met de resterende vijf zetels en ziet dat twee aftakkingen (NSC en BBB) populairder zijn bij de kiezer, terwijl de VVD als laatste reus uit het midden de afgelopen verkiezingen werd gekortwiekt door de radicale ex-VVD’er Geert Wilders.
Putters kapselt PVV in
In die roerige tijden bracht opperpolderaar Kim Putters rust met een overtuigend pleidooi voor een extraparlementair kabinet. Geboren uit noodzaak, want een hechtere politieke samenwerking is niet te smeden met deze uitslag.
De vier fracties van PVV, VVD, NSC en BBB sluiten een samenwerkingsakkoord, de partijleiders blijven in de Tweede Kamer en 50 procent van de bewindspersonen komt van buiten de politiek.
Met zijn voorstel kapselt Putters de rechtspopulisten van de PVV in het landsbestuur in. Dat is een uitdaging
Wilders gaat zijn eigen gang
Wilders etaleerde dat direct door te zeggen dat het ondemocratisch en onrechtstatelijk is dat hij geen premier wordt. Klinkklare onzin, het Torentje is geen van God gegeven recht voor een partij met een kwart van de stemmen.
Het is aan de andere partijen om zich niet door Wilders’ ruwe democratische spel te laten tackelen. De drie partijen moeten zelf de lijnen van het spel bewaken. Daarin moeten zij niet naïef zijn en verwachten dat Wilders verandert.
De PVV-leider toont al wie hij is sinds hij in 2006 zijn eigen partij begon. Een opportunist met weinig respect voor de democratische rechtsstaat. Hij plaatst zich liefst buiten de orde.
Daar kon hij opereren tot zijn ruime verkiezingsoverwinning van afgelopen november. Zijn PVV buitensluiten was niet logisch. Er is een trendbreuk geforceerd die sinds het einde van de gedoogcoalitie van Rutte I gemeengoed was.
Putters schreef mooi plan, bestuurscultuur is nu aan politiek
Groot obstakel voor Putters is dat zijn programkabinet wensdenken blijft als de politiek niet verandert. Zijn kabinetsvorm vraagt om een minder hijgerig parlement dat zich niet verliest in het stellen van zoveel mogelijk Kamervragen of moties, maar zich richt op de grote uitdagingen die het hoofd moeten worden geboden.
Van migratie tot woningnood en de Oekraïne-oorlog. Putters heeft de droom van de formatie geformeerd. Nu over tot de daad.