Op 28 mei 2020 kreeg Angela Merkel een petitie van een groep Nederlanders die protesteerden tegen een subsidie voor een ‘vredeslaboratorium’ in Osnabrück dat zou worden genoemd naar Hans Calmeyer (1903-1972). De Duitse jurist werkte tijdens de Tweede Wereldoorlog in Nederland en had, aldus de petitie, deel uitgemaakt van het nazisysteem dat meer dan 100.000 Nederlandse Joden vermoordde.
Als hoofd van het besluitbureau inzake twijfelgevallen zou hij slechts hebben gehandeld volgens de richtlijnen en geen persoonlijk risico hebben genomen, aldus de petitie. Hij was dus geen mensenredder, zoals men in Duitsland vond.
An Huitzing (1952) is antropoloog. Schreef eerder met Tamara Becker, Op de foto in oorlogstijd (2012).
Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.
Mijn onderzoek naar het grootste dossier van het Calmeyer-bureau was toen nog niet af. Ook niet in september 2020, toen op de website van EW werd gediscussieerd over de vraag of Calmeyer wel of niet Joden had geholpen die zich wilden onttrekken aan het lot dat de nazi’s voor hen hadden uitgestippeld. De journalist Sytze van de Zee verdedigde Calmeyer, Hans Knoop en Els van Diggele vielen over Van der Zee heen.
Sytze van der Zee: Respectloze hetze in Nederland tegen gebruik naam Calmeyer voor Duits museum
Drie jaar onderzoek
In 2017 werd mij gevraagd of ik wist hoe een Joodse familie de oorlog had overleefd. Ik bezocht met de vraagsteller de ‘Collectie Calmeyer’, omdat ik daar zijn familienaam had gezien. Het resultaat was verbazingwekkend. Er was veel meer familie dan verwacht, hun redding was kantje boord geweest en er waren ook familieleden vermoord. Het kostte ruim drie jaar om het verhaal uit te zoeken.
Joods-zijn berustte volgens de naziregels op drie factoren: 1) hoeveel grootouders tot de ‘joods-kerkelijke gemeenschap’ behoorden, 2) of de persoon zelf daartoe behoorde en 3) idem voor zijn/haar huwelijkspartner. Calmeyer beoordeelde twijfelgevallen op deze punten.
Calmeyer accepteerde vervalste bewijzen
Misschien bedoelt men dat, als men beweert dat hij binnen het systeem bleef. Maar alleen deze argumenten kon hij tegenover zijn critici en meerderen verdedigen. Argumenten erbuiten zouden direct worden doorgeprikt. Calmeyer accepteerde echter vervalste bewijzen die de drie factoren tegenspraken. Daarom wendden zoveel mensen zich tot hem. Zij wisten dat daar het gaatje in de fuik zat.
Lees ook de reactie van Hans Knoop: Sytze van der Zee als ridder van de droevige figuur Calmeyer
Bron van de argumenten van deze familie was de bejaarde Willem de Hoop, ongeschoold diamantwerker en mislukt zakenman, die zijn hele leven geen Jood had willen zijn. Zijn ouders waren buitenechtelijke kinderen geweest. Willem beweerde vanaf het begin dat zijn natuurlijke grootvaders ariërs waren. Zijn familie wist daar niets van, maar schaarde zich in 1941/1942 achter deze verhaallijn.
Sommige familieleden doken onder
Met aanvullende verzonnen niet-Joodse wortels en meerdere gemengde huwelijken, leidde dat in oktober 1942 tot een mega-aanvraag van tachtig personen aan het Besluitbureau van Calmeyer. De SS-rassenleerfanaat Ludo ten Cate – aan wie Calmeyer advies moest vragen – had hen voor 100 procent Joods verklaard.
Eind 1942 omzeilde Calmeyer Ten Cate handig. Calmeyers medewerker Henk de Waard bekeek in overleg met advocaat Wim Kymmell van welke familieleden het niet-Joods zijn moeilijk vol te houden was: sommigen doken onder, anderen werden opgepakt.
Familie van een dappere SS’er kan niet Joods zijn
Calmeyers slotverklaring was dat hij argumenten voor en tegen zag, maar dat de balans doorsloeg naar niet-Joods, omdat Willems kleinzoon Willi de Hoop als SS’er aan het oostfront gewond was geraakt. Nazi-machthebber Fritz Schmidt bevestigde op Calmeyers verzoek dat een familie met zo’n dappere SS’er niet Joods kon zijn.
Lees ook het ingezonden stuk van Els van Diggele en Alfred Edelstein over deze kwestie: Femma’s lijdensweg sinds 1943 zaait anno 2020 paniek
Schmidt stond normaal buiten deze procedure. Resultaat: de meerderheid werd ‘minder Joods’ verklaard. De gele sterren konden af. Calmeyer had de procedure en het argument bewust aangepast om deze familie te helpen. Dan is het moeilijk vol te houden dat Calmeyer altijd ‘binnen de lijntjes’ bleef.
Dossier bleef voor Willy Lages verborgen
Dit besefte ook NSB’er Jan Wolters, plaatsvervangend hoofd van de Rijksinspectie van de bevolkingsregisters. Via een andere weg kwam Ten Cate achter het bedrog. Hij lichtte Willy Lages, hoofd Sicherheitsdienst, in, die begin 1944 het dossier opvroeg. Wolters, een modelambtenaar die nooit regels zou overtreden, verstopte het dossier en Lages hoorde niets.
Wolters wist hoe fout Calmeyer (uit nazi-oogpunt) had gehandeld. Deze megafraude zou iedereen rond het besluitbureau zwaar worden aangerekend, inclusief Wolters zelf, die niet aan de bel had getrokken .
Deze tekst is gebaseerd op het zojuist verschenen boek van An Huitzing over het grootste dossier van het Calmeyer-bureau, getiteld Spartelend aan de fuik ontkomen. Hoe tientallen leden van een Joodse familie de oorlog overleefden. Uitgegeven door Dato in Eindhoven, 224 pagina’s, 19,95 euro. ISBN: 9789462263826