Bizar dat Rutte na Holocaustvergelijking nog met FDF aan tafel wilde

22 december 2019Leestijd: 4 minuten
Premier Mark Rutte en minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit spreken op het Catshuis met het Landbouw Collectief over de stikstofproblematiek. Foto: ANP

Nadat de voorman van Farmers Defence Force (FDF) het lot van de boeren met dat van de joden tijdens de Holocaust vergeleek, ging premier Rutte ‘gewoon’ met FDF om de tafel. Onvoorstelbaar, vindt Philip van Tijn: Gaat de angst voor de tractor en het omgewoelde Malieveld zó ver dat alle principes daarvoor wijken?

In het dorp Hippolytushoef, bij Den Helder, woont een joods gezin dat al 20 jaar wordt gepest, getreiterd en bedreigd. Schelden, hakenkruizen voor de deur maar ook een vuurwerkbom in de brievenbus. Pas twee maanden geleden kwam dit in de publiciteit, wat op zichzelf al verbazingwekkend mag heten.

Nóg verbazingwekkender: toen het in de publiciteit kwam, barstte in het dorp de verontwaardiging los. Terwijl in een – ook nog geïsoleerd – dorp van 5.000 inwoners natuurlijk iedereen alles van elkaar weet. En het aller-verbazingwekkendst: vandaag, zeven weken na de publiciteit, is er bij mijn weten nog niets bekend (gemaakt) over daders en aanhoudingen, alle ferme woorden van de burgemeester en anderen ten spijt.

Philip van Tijn

Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit

‘Inclusiviteit’ is het toverwoord van deze tijd. Het betekent kortweg dat ‘iedereen’ er bij hoort: allen die binnen de grenzen van het koninkrijk wonen, worden gelijk behandeld, zoals de Grondwet ook voorschrijft. Maar het betekent veel meer. Het is de mantra waaraan alles wordt gemeten: of er wel volstrekt gelijkheid is, tussen man en vrouw, blank en zwart, katholiek en moslim. En omdat de steeds als tweede genoemden het in de ogen van de inclusivisten heel moeilijk hebben en in de geschiedenis altijd gediscrimineerd zijn, worden ze extra in het zonnetje gezet.

Ik zeg het allemaal heel aardig, want de werkelijkheid is veel onaangenamer: inclusiviteit heeft zich meester gemaakt van de publieke opinie (althans van degenen die zich daar roeren), heeft geleid tot de meest exclusieve partij van Nederland (DENK) en tot de oprichting van anti-inclusieve salafistische scholen. En nog veel meer. En dat niet omdat het primair gaat om de gelijkheidsgedachte, maar omdat ‘we’ tegenover sommige groepen een schuldgevoel hebben. Er moet iets worden goedgemaakt.

Vervelend dat de joden niet ‘zielig’ zijn

Van alle minderheidsgroepen wonen de joden verreweg het langst in Nederland. Vijf eeuwen geleden vluchtten zij uit Spanje waar ze werden vervolgd en later uit Oost-Europa waar om de zoveel jaar pogroms werden georganiseerd. In die honderden jaren hebben zij belangrijke bijdragen aan de Nederlandse samenleving gegeven, wat niet heeft verhinderd dat de overgrote meerderheid van de bevolking lijdzaam toezag hoe de joden naar de vernietigingskampen werden gedeporteerd. En evenmin dat na 1945 vrijwel continu antisemitische incidenten zich hebben voorgedaan.

Lees ook deze column van Geerten Waling: Ooit een antisemiet ontmoet?

Behalve wat obligate woorden van afkeuring heeft dat in de samenleving zelden veel repercussies gehad. Dat komt omdat joden, anders dan de andere minderheidsgroepen, niet ‘zielig’ zijn en voor zichzelf kunnen opkomen. Dat is op zichzelf waar, maar dat kunnen die andere groepen heus ook wel en bovendien gáát het daar niet om.

Premier Rutte stelt iets ‘dringend’ aan de orde

Op 13 december j.l. sprak Mark van den Oever, de leider en oprichter van de Farmers Defence Force (FDF), de actiegroep van boeren die recent is opgericht omdat de officiële boerenorganisaties te slap zouden zijn, bij een hoorzitting in het Brabantse Provinciehuis. Dit zei hij: “75 jaar geleden hebben we ook gezien waar het decimeren van een kleine bevolkingsgroep toe leidt. (…) Als er straks geen boeren meer zijn, zeg dan niet: Wir haben es nicht gewusst”.

Sommigen tekenden protest aan, toonden hun walging. Maar op de televisie, in al die rubrieken die zich bezig houden met onrecht in de hele wereld, was er weinig aandacht. Een hoofdartikel heb ik niet gelezen, en evenmin rende een Kamerlid naar de interruptiemicrofoon die 24 uur per dag klaar staat. Ik kan natuurlijk iets gemist hebben, maar veel kan dat niet zijn. En dus verbaast het niet dat Van den Oever er niet over piekerde zijn excuses aan te bieden en hij binnen de FDF alleen maar populairder werd. Die FDF betreurde ‘dat mensen gekwetst zijn door de vergelijking’ en dat was het.

Lees ook het commentaar van Gertjan van Schoonhoven Boeren: zorg dat je het respect van de Nederland niet juist verliest!

Drie dagen later, afgelopen maandag, vond in het Catshuis een ontbijt plaats van premier Rutte, minister Schouten en de vertegenwoordigers van dertien (!) boerenorganisaties. Na afloop van het ontbijt liet Rutte weten dat hij ‘de Holocaust-vergelijking van de FDF-voorman dringend aan de orde heeft gesteld’. Alsof het om een alledaags uitglijertje ging. Zonder dat iemand hem vroeg of hij dat ‘dringend’ misschien kon preciseren.

Onvoorstelbaar dat Rutte met FDF-voorman aan ontbijttafel wilde zitten

Maar dat is nog maar bijzaak. Ik vind het onvoorstelbaar dat Rutte niet tevoren heeft gezegd dat hij met deze actiegroep niet aan één ontbijttafel wilde zitten. Dat Van den Oever zichzelf en zijn FDF hiermee buiten spel had gezet. Gaat de angst voor de tractor en het omgewoelde Malieveld zó ver dat alle principes daarvoor wijken?

Ook hierover in de media en in de politiek niet of nauwelijks een woord. En sinds een week kan ik de gedachte niet van me af zetten: stel dat Mark van den Oever een vergelijking had getrokken tussen de ‘slavenarbeid’ van boeren en die op de plantages in Suriname en op Curacao, tussen 350 en 150 jaar geleden? De vraag stellen, is hem beantwoorden: het huis zou te klein zijn geweest, Van den Oever zou een outcast zijn geworden, de boeren hadden hierdoor hun laatste goodwill verloren.

Eigenlijk is onze inclusieve samenleving een selectieve samenleving.