Tv-makers slaan zich manmoedig door de coronaramp heen, net als iedereen

16 maart 2020Leestijd: 3 minuten
Viroloog Ab Osterhaus bij Op1. Foto: screenshot NPO Gemist.

Ten tijde van een plaag van bijbelse proporties biedt televisie vermaak en enig houvast. Dat het boeien van kijkers niet altijd lukt, is praktisch onvermijdelijk. Maar de ingelaste zondagse uitzending van Op1 was waardevol vakwerk, schrijft Gerry van der List.

Het dochtertje van Jan Paternotte zou zaterdag haar vierde verjaardag vieren. Maar omdat de bejaarde vader van het D66-Kamerlid vanwege het coronavirus niet aanwezig kon zijn, is het feestje helaas afgeblazen.

Elsevier Weekblad-redacteur Gerry van der List zit graag en vaak voor de tv. Wekelijks doet hij verslag van zijn kijkervaringen.

Het is niet zeker of de televisiekijker op deze mededeling van Paternotte in een extra lange uitzending van Goedemorgen Nederland zat te wachten. Maar zij past in de stroom van trieste informatie over de gevolgen van het coronavirus die de televisie deze dagen over ons uitstort. De meeste verhalen zijn een stuk dramatischer.

Door al het trieste nieuws krijg je tranen in de ogen

Verhalen van zzp’ers zonder inkomsten, van theaterproducenten die een faillissement zien uitkomen, van bloemenkwekers die hun spullen niet kwijt kunnen. En van de familieleden en vrienden van de direct fysiek getroffenen natuurlijk. Zij kijken allemaal machteloos toe hoe ze worden geraakt door een plaag van bijbelse proporties die niemand had zien aankomen. Het is om tranen van in je ogen te krijgen.

De televisie biedt in deze benarde tijden een ontsnappingsmogelijkheid en enig houvast. Streamingdiensten als Netflix, Disney+ en Videoland leveren amusement aan al die Nederlanders die noodgedwongen thuis zitten totdat het leven eindelijk weer een beetje zijn normale loop neemt. De mogelijkheid tot marathonkijken is een uitkomst voor verveelde gezinnen.

De kijkcijfers van talkshows laten een behoefte aan informatie via tv zien

En actualiteitenprogramma’s en talkshows proberen de kijker op de hoogte te houden van alle verschrikkingen. Daar bestaat behoefte aan, blijkt uit de cijfers. Op1 en Jinek bijvoorbeeld trokken afgelopen vrijdag allebei meer dan een miljoen kijkers.

Lees ook dit coververhaal: Hoe bang moeten we zijn voor coronavirus?

Het journalistieke werk is niet eenvoudig. Wie steeds te horen krijgt dat hij beter alle sociale contacten kan mijden, moet enige moed verzamelen om op pad te gaan om reportages te maken. En de redacties van talkshows weten op den duur ook nauwelijks meer interessante invalshoeken te bedenken en raken door de deskundigen heen. De welsprekende en weldenkende viroloog Ab Osterhaus is niet in staat om in elk programma te verschijnen en economen kunnen weinig meer dan speculeren over de omvang van de catastrofe.

Hoongelach steeg op bij Jort Kelder als coronadeskundige

Het lukt niet steeds om in de behoefte aan boeiende en relevante informatie te voorzien. Toen Jinek aankondigde dat Jort Kelder ’s avonds zijn licht zou laten schijnen over de coronacrisis, steeg via de sociale media een hoongelach op. De journalist, die zich kort daarvoor nog laconiek en relativerend over de problematiek had uitgelaten, staat niet bekend vanwege een grote expertise.

Maar ach, televisiemakers doen hun best zich manmoedig door de coronaramp heen te slaan. Net als iedereen. En de ingelaste uitzending van Op1  van zondag (een kleine 1,3 miljoen kijkers)  was waardevol vakwerk met nuttige, gevarieerde informatie, zakelijke analyses en genoeg redelijk optimisme om het gevoel te krijgen dat de crisis ondanks de enorme kosten met een verstandige opstelling van alle Nederlanders kan worden bezworen. Zo hoort het.