Zo hoort het. Geen Hongaars loon voor Nederlands werk

Transportbedrijf Van den Bosch uit het Noord-Brabantse Erp liet Hongaren tegen Hongaars loon ritten verzorgen vanuit Nederland. Ten onrechte, oordeelt de rechter, want de Hongaarse vrachtwagenchauffeurs hadden hetzelfde loon moeten krijgen als hun Nederlandse collega’s. Goed werk van de FNV die de zaak aan het rollen bracht, schrijft Jeroen van Wensen.

Tien jaar geleden begon vakbondsbestuurder Edwin Atema (42) van de FNV te flyeren bij de poort van Van den Bosch Transporten uit Erp. Op zoek naar Hongaarse vrachtwagenchauffeurs die via bedenkelijke constructies voor nog geen 2 euro per uur ritten uitvoerden. Volgens hem en de vakbond zouden die chauffeurs het veel hogere (Nederlandse) ca0-loon moeten krijgen. Deze week gaf de rechter hem gelijk. Transporteur Van den Bosch moet de Hongaren, intussen allen ontslagen, loon nabetalen.

Hongaars loon voor een ritje in de Benelux

‘Toen Philips zijn gloeilampenfabriek sloot in Winschoten, werd een nieuwe fabriek geopend in Polen. De Poolse werknemers in die nieuwe fabriek krijgen een Pools salaris. Dat is logisch. Maar als Van den Bosch een rit uitvoert van Noord-Holland naar Brussel, dan betaalt het daarvoor Hongaarse salarissen. Dat is natuurlijk niet juist,’ zegt Atema, die uitlegt dat de kunstgrepen die Van den Bosch toepaste, door bijvoorbeeld voertuigen in Hongarije onder te brengen, het bedrijf niet hebben mogen baten.

In 2015 begon de FNV namens de Hongaarse chauffeurs een procedure tegen Van den Bosch. Die begon goed, want de bond kreeg gelijk van de kantonrechter. Maar twee jaar later werd de zaak toch verloren in hoger beroep bij het hof. Die uitspraak werd echter eind 2018 weer vernietigd door de Hoge Raad. De hoogste rechters stuurden de zaak terug naar het hof, dat de opdracht kreeg om zich nog een keer te buigen over de zaak. Nu door punt voor punt na te lopen wat het feitelijke ‘werkland’ was van de Hongaren: Hongarije, of toch Nederland.