Herdenking op 15 augustus staat helaas onder druk

14 augustus 2022Leestijd: 5 minuten
Het Indisch monument in Den Haag. Foto: ANP

Op 15 augustus is de Nationale Herdenking bij het Indisch Monument in Den Haag. De herdenking staat onder druk door de modieuze herijking van de geschiedenis. Philip van Tijn benadrukt dat op 15 augustus àlle slachtoffers worden herdacht van de oorlog tegen Japan en de bezetting van Nederlands-Indië.

Philip van Tijn is bestuurder, toezichthouder en adviseur. Hij schrijft wekelijks een blog over de actualiteit.

Morgen, 15 augustus, ben ik er natuurlijk weer bij, de Nationale Herdenking bij het Indisch Monument in Den Haag. Sinds jaar en dag (toen deze herdenking begon waren er overigens al heel wat jaren verstreken sinds het einde van de Tweede Wereldoorlog in 1945) geldt deze herdenking alle slachtoffers van de oorlog tegen Japan en de bezetting door Japan van Nederlands-Indië. Ik zeg het nog maar even, want ook hier regeren hele en halve waarheden en praat iedereen elkaar volgens de tijdgeest modieus na.

Staatshoofd komt slechts eens in de vijf jaar naar de herdenking op 15 augustus

Ook wordt herdacht dat 15 augustus het officiële einde van de Tweede Wereldoorlog betekende – en dus niet 5 mei, zoals vaker wordt gedacht dan je zou denken. Dat vormt overigens samen nog geen reden voor ons staatshoofd om er elk jaar aanwezig te zijn – niet voor de huidige Koning, noch voor de voormalige Koningin. Eens in de vijf jaar, zo is besloten (door het kabinet, niet door het staatshoofd zelf), is voldoende.

Wel is elk jaar de minister-president aanwezig, in elk geval de huidige; misschien wel mede omdat ook Mark Rutte behoort tot de circa 2 miljoen Nederlanders met een Indische achtergrond en omdat hij via zijn familie ook (naoorlogs) slachtoffer is van de jappenkampen en de Japanse gruweldaden.

Al jaren worden àlle slachtoffers herdacht, ongeacht afkomst

Lees het artikel van Benedict Janssen over Over de grens hier: Hoe politiek is studie van historie Indië?

Hoelang ik deze herdenking nog zal bijwonen, weet ik niet. Niet omdat ik zoals elk mens sterfelijk ben, maar vooral omdat onzeker is hoelang deze herdenking in deze vorm zal blijven bestaan. Op de golf van modieuze herijking van de geschiedenis worden ook vraagtekens gezet bij deze Nationale Herdenking. Wat doet dat Van Heutsz-regiment daar, compleet met uniform en vaandel? Die hebben toch in Atjeh huisgehouden? Ja, klopt, maar ze hebben ook vele andere dingen gedaan, goede en slechte. Van mij hoeven ze niet, maar een beetje geschiedvervalsing zou dat wel zijn – voor zover dat in onze tijd nog een factor is.

En waarom worden alleen de blanke slachtoffers herdacht? (Deze vraag wordt natuurlijk uitsluitend gesteld door degenen die het hebben over ‘witte slachtoffers’.)

Goed dat de Indonesische ambassadeur voor het eerst aanwezig is

Nee, dat klopt niet, zoals ik hierboven al schreef: àlle slachtoffers worden herdacht, maar het accent valt op de blanke Nederlanders omdat die in de kampen hebben gezeten – wat niet wil zeggen dat je buiten de kampen als Indo of Indonesiër veel beter af was.

Ook telt mee dat de herdenking in Nederland plaatsvindt en niet in Indonesië, waar zich onder de bijna 280 miljoen inwoners ook heel veel slachtoffers en nabestaanden van de Japanse oorlogsmisdaden bevinden. Maar in Indonesië is nu eenmaal veel minder belangstelling voor het verleden dan in Nederland (al begint dat te komen) en bovendien is de houding ten opzichte van de Japanse bezetting meer ambivalent dan bij ons.

Dat morgen voor het eerst de Indonesische ambassadeur als een van de eersten (en niet tussen handenvol anderen) een krans zal leggen, is louter toe te juichen: hij symboliseert al die Indonesische en Indo-slachtoffers.

Lees Moederstad, als u van een mooi boek en de waarheid houdt

Peter Romijn (NIOD)

Lees ook dit interview in EW met Peter Romijn: ‘Houd de staat goed in de gaten’

Maar de voornaamste kritiek op deze herdenking geldt natuurlijk dat die domweg niet deugt, omdat de koloniale, racistische en slavernij-context ontbreekt. Die kritiek wordt uiteraard vooral geuit door degenen die geen benul hebben van de samenleving in Nederlands-Indië gedurende ruim drie eeuwen – ten kwade, maar vooral ten goede.

Het prachtige boek Moederstad. Jakarta, een familiegeschiedenis van Philip Dröge zou verplichte kost moeten zijn voor eenieder die een mening over dit alles ventileert. Verplichte kost, maar ook een genot om te lezen omdat Dröge minutieus zijn familiegeschiedenis ontrafelt, aan de hand van archieven, gesprekken met deskundigen en eigen waarneming door menig verblijf in het hedendaagse Jakarta.

Onverbloemd schrijft hij over de belangrijke rol van de slavernij bij de opkomst en bloei van Indië en Batavia. Hij maakt ook duidelijk dat deze slavernij in feite veel belangrijker was dan die in West-Indië, maar ook dat de kern van de slavernij een andere was dan die op de plantages.

Dröge maakt er geen binaire zwart-wittegenstelling van

Maar ook beschrijft hij de goede dingen die te danken zijn aan drie eeuwen Nederlands beheer (ook volgens Indonesische deskundigen) en de afwezigheid van wrok bij de Indonesiërs. Ook de aard van het kolonialisme wordt nauwkeurig geanalyseerd – en niet in die éne lettergreep of die ene zin met halve waarheden die tegenwoordig gebruikelijk is. Maar het meest interessant vond ik hoe zijn speurtocht duidelijk maakt dat er door eeuwenlange vermenging sprake is van een afkomst-, huidskleur- en zo u wilt rassen-allegaartje.

Dus niet die binaire zwart-wittegenstelling die menigeen in de mond ligt bestorven. Zelf is Dröge daarvan een schoolvoorbeeld, maar hij is ervan overtuigd dat dit ook opgaat voor het overgrote deel van die 2 miljoen Nederlanders, voor zover hun familie een eeuw of langer in Nederlands-Indië heeft geleefd.

4 mei, 5 mei, 1 juli en 15 augustus hebben alle hun specifieke betekenis

Lees ook dit omslagverhaal van vorig jaar: En weer laait de strijd om Indië op

Nu mag natuurlijk iedereen het beter weten dan iemand die jarenlang zonder vooroordelen dit onderwerp heeft bestudeerd (en daarover ook nog leesbaar schrijft). En Amsterdam en Rotterdam mogen op 15 augustus hun alternatieve dekolonisatieherdenking houden, maar het lijkt toch goed om de zaken te scheiden: 4 mei, 5 mei, 1 juli (afschaffing slavernij, om u op weg te helpen) en 15 augustus, allemaal met hun eigen betekenis. En 5 mei kan dan in één moeite door weer dé Nationale Bevrijdingsdag, inclusief vrije dag, worden.

Graag citeer ik Rocky Tuhuteru, directeur van Stichting Pelita (voor slachtoffers van de oorlog tegen Japan): ‘Het blijft belangrijk dat we slachtoffers herdenken en respect tonen. We moeten ons wel meer rekenschap geven van ons koloniale- en slavernijverleden. Maar dat hoeft van mij niet op 15 augustus.’

In mijn woorden: al die pogingen om zogenaamde geschiedvervalsing recht te zetten, leiden tot een geschiedvervalsing die waarschijnlijk ernstiger is.