Is de PVV extreem-rechts?

23 september 2025
Beeld: ANP.

In dit artikel

De feiten: Dit betekent ‘extreem-rechts’

Bron: AIVD, Nieuwsuur

Het plakken van labels is zo oud als de politiek zelf. Denk maar aan de termen ‘links’ en ‘rechts’. Die stammen af van de indeling van de halve cirkel van de Nationale Vergadering, het parlement in Parijs na de Franse Revolutie (1789).

De felste revolutionairen zaten uiterst links van de voorzitter. En daarom worden politieke kleuren, ruim twee eeuwen later, nog steeds ‘links’ en ‘rechts’ genoemd – hoe raar dat ook klinkt.

Nog ingewikkelder is de term ‘extreem-rechts’, die veel wordt gebruikt. Historisch gezien gaat het dan over geestverwanten van het nationaal-socialistische gedachtegoed van Adolf Hitler of het fascisme van Benito Mussolini.

Gemene delers zijn: een drang naar een sterke leider, een gewelddadige afrekening met politieke vijanden en een racistisch (vaak ook antisemitisch) mensbeeld.

Extreem-rechts verwijst tegenwoordig vooral naar marginale, neonazistische partijen als de Nederlandse Volks-Unie (NVU) en, in Duitsland, Die Heimat (vroeger: NPD).

Wat betekent ‘extreem-rechts’?

Er zijn verschillende definities. Sommige politicologen spreken pas over ‘extreem-rechts’ als iemand bereid is geweld te gebruiken om zijn politieke doelen te bereiken, dus om terroristische misdaden te plegen. Maar een bredere definitie is meer gangbaar.

Inlichtingendienst AIVD verstaat onder ‘rechts-extremisme’ een bedreiging voor de nationale veiligheid en democratische rechtsorde’. De dienst kijkt dan naar één of meerdere van de volgende denkbeelden: racisme en wit superioriteitsdenken, antisemitisme, omvolkingstheorie, vreemdelingenhaat (inclusief moslimhaat) en haat jegens vreemde (cultuur)elementen.

Het gaat niet om het koesteren van intolerante ideeën alleen. ‘Extremisme’ is volgens de AIVD: ‘Het uit ideologische motieven bereid zijn om niet-gewelddadige en/of gewelddadige activiteiten te verrichten die de democratische rechtsorde ondermijnen.’

Die definitie geldt dus voor de rechterflank, maar ook voor bijvoorbeeld links en islamistisch/jihadistisch geweld en ondermijning.

EW’s visie: Labeltjes plakken helpt niet voor wie Wilders wil verslaan

Door: Geerten Waling, redacteur Democratie

Als de term ‘extreem-rechts’ wordt gebruikt voor rechts-populistische partijen zoals de PVV van Geert Wilders, dan gaat het algauw mis. Zo is Wilders uitgesproken pro-Israël en pro-Joods, en heeft hij ook in zijn partij en in zijn achterban veel Nederlanders met een andere huidskleur.

Aan racisme in de klassieke zin heeft Wilders zich nooit openlijk bezondigd. Wel is hij veroordeeld voor groepsbelediging van Marokkaanse Nederlanders, toen hij op een verkiezingsavond in 2014 zijn achterban in een café opriep ‘Minder, minder’ te scanderen.

Rondom dat proces was er veel discussie over de vraag of een nationaliteit (Marokkanen) wel als ‘ras’ viel aan te merken – in cassatie bleef Wilders’ veroordeling (zonder straf) overeind.

Wilders ondermijnt de democratie niet, integendeel

Veel belangrijker is dat Wilders nooit activiteiten heeft ontplooid, gewelddadig of niet, om de democratische rechtsorde te ondermijnen. Sterker, hij is het langstzittende Tweede Kamerlid en heeft die functie altijd omarmd.

Toen hij in 2023 een kwarteeuw in de Kamer zat, ontving hij ‘supertrots’ een zilveren koetsje uit handen van Kamervoorzitter Vera Bergkamp (D66).

Dat Wilders tien jaar geleden in een debat sprak van een ‘nepparlement’, is geen ondermijning van de democratie.

De context was zijn harde kritiek op specifiek de toen zittende Tweede Kamer, die in zijn ogen de bevolking – die volgens peilingen in meerderheid een streng asielbeleid wilde – ‘niet meer vertegenwoordigde’.

Wilders heeft nog nooit gepleit voor het afschaffen van het parlement – en als gepassioneerd parlementariër valt zo’n standpunt ook niet van hem te verwachten.

Antirechtsstatelijk is de PVV wel

Antidemocratisch zijn Geert Wilders en zijn PVV dus niet. Wel keren zij zich geregeld tegen de rechtsstaat.

Aloude standpunten van de partij om Korans te verbieden en islamitische scholen en moskeeën te sluiten, botsen met fundamentele grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting, vereniging en godsdienst.

Ook liet Wilders zich diverse keren negatief uit over rechters, wetenschappers en journalisten, die in zijn ogen vaak links en vooringenomen zijn. Vaak ging het wel om uitlatingen in een specifieke context, zoals bij de rechtszaken tegen hemzelf of verhalen in de pers over misstanden binnen de PVV.

‘Radicaal’ als etiket, niet als analyse

Door zulke antirechtsstatelijke uitspraken is de PVV ook wel ‘radicaal-rechts’ genoemd. Sommige politicologen drukken daarmee uit dat Wilders volgens hen bijdraagt aan de erosie van het vertrouwen in de instituties, zoals die zich in de hele westerse wereld voltrekt.

Maar verboden zijn die uitspraken niet. Daarmee zegt de term ‘radicaal’ vaak meer over de gebruiker dan over degene die wordt omschreven.

Het label is dan eerder een synoniem voor ‘hevig’, ‘heftig’ of ‘abnormaal’ – en dat slaat dan vooral op de standpunten ten aanzien van immigratie, integratie en de nationale identiteit. Op economisch vlak valt de PVV eerder in de categorie ‘links’.

Labels maken de PVV niet kleiner

Het plakken van labeltjes als ‘extreem’ of ‘radicaal’ door zijn tegenstanders hebben niet geholpen om Wilders en de PVV buiten het systeem te plaatsen of te verzwakken.

Sterker, een belangrijk deel van de bevolking, in november 2023 zelfs een kwart van de kiezers, voelt zich duidelijk door de PVV vertegenwoordigd. En in een representatieve democratie is dat ook wat waard.

Paranoïde partijcultuur

Een betere aanpak zou zijn om de PVV-kiezer serieus te nemen en de partij af te rekenen op de haalbaarheid en radicaliteit van haar plannen en standpunten.

Gezien de paranoïde partijcultuur, het gebrek aan interne democratie en de zware beveiliging van de leider, is dat al al moeilijk genoeg.

Geerten Waling is EW-redacteur en co-auteur van de biografie: Geert Wilders. De wreker (2023).

Verder lezen: Meer over Geert Wilders