PVV-leider Geert Wilders heeft al diverse keren in de Tweede Kamer geroepen dat driekwart van de Nederlandse moslims de terroristische beweging IS steunt. Waarop baseert hij zijn uitspraken en kloppen deze wel?
De onderzoekers laten aan dagblad Trouw weten niet blij te zijn met de manier waarop Wilders de uitslagen van twee onderzoeken gebruikt.
Syriëgangers
Onderzoeksbureau Motivacation onderzocht in mei vorig jaar hoe Marokkaanse en Turkse moslims in Nederland dachten over hun geloofsgenoten die naar Syrië zijn afgereisd om te strijden tegen president Bashar al-Assad. Driehonderdzeventig moslims werkten mee aan het onderzoek.
Daaruit bleek dat 72 procent van de respondenten het goed vindt dat Nederlandse moslims naar Syrië vertrekken om te vechten. Ook typeerde 73 procent van de moslims Syriëgangers als helden en volgens 81 procent deden Syriëgangers wat de Verenigde Naties nalieten.
De onderzoekers vragen niet naar IS, omdat de terreurbeweging toen bij velen niet bekend was. Er werd toen wel gesproken over een eventueel militair ingrijpen in Syrië.
‘Op dit moment kun je die cijfers niet gebruiken,’ zegt senior-onderzoeker Ahmed Ait Moha tegen de krant. ‘Het beeld van islamitisch terrorisme was niet van toepassing. We hebben toen vragen gesteld over de strijd tegen president Assad, niet over de steun voor IS.’
Sharia
Een andere bewering die Wilders de afgelopen dagen diverse keren heeft gedaan, is dat driekwart van de Nederlandse moslims liever de sharia heeft dan de Nederlandse wet. Deze uitspraak is gebaseerd op een onderzoek van Ruud Koopmans, die werkt voor het Berlijnse instituut WZB, van eind vorig jaar.
Toen gaf 70 procent van de respondenten aan de regels van de koran belangrijker te vinden dan seculiere wetten. Koopmans is het niet eens met de bewering van Wilders: ‘De regels van de koran gelijkstellen aan de sharia, vind ik een overdrijving.’
Dat wil niet zeggen dat zijn onderzoeksresultaten niet zorgwekkend zijn. Koopmans vindt de resultaten van zijn onderzoek al verontrustend genoeg.